€ 15,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Ambt Nederbetuwe Gerichtssignaat Bank Zoelen 1559-1567

Dr. P.D. Spies • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Ambt Nederbetuwe
    Gerichtssignaat Bank Zoelen
    1559-1567

    Dit zeventiende deel van de Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe bevat de handelingen van het Hoogadelijk Landgericht van de Nederbetuwe binnen de bank van Zoelen vanaf 1559 tot en met 1567. Deze gerichtsbank behandelde principaliter de rechtszaken van de kerspelen Zoelen en Kerk- en Kapel-Avezaath. De tijdsperiode komt overeen met de boeken van de bank van Kesteren uitgegeven in deze serie onder de nummers 2 en 3, en er is voor een deel een overlap met het volgende boek in deze serie, waarin de jaren 1561-1581 worden behandeld. Zie daarvoor de nadere toelichting bij dat achttiende deel. Voor het doorgronden van de zaken is het van belang beide delen tegelijk te bezien, omdat dusdoende een beter inzicht wordt verkregen. De transcriptie wordt kort ingeleid en de getranscribeerde tekst is voorzien van verduidelijkende voetnoten.
    De gerichtsdagen werden doorgaans op donderdag te Zoelen gehouden en volgden op die te Kesteren. Er is geen sprake van een vaste structuur, want kennelijk werden de gerichtsdagen meer gehouden naar behoefte of mogelijkheid dan volgens een vastgestelde orde. Klaringszaken werden op zondag behandeld. De inhoud van dit boek behelst met name civielrechtelijke zaken, alhoewel er enkele criminele zaken worden aangehaald. Daar diverse civiele zaken uitgebreid zijn beschreven, kan een goed inzicht worden verkregen over de wijze en inhoud van de rechts- en procesvoering in deze jaren. De jaren 1559-1567 kunnen worden gekenschetst als een periode van natuurrampen, ziektes, armoede en geloofsvervolgingen. Het is apart dat daarvan geen expliciete aanwijzingen te vinden zijn in dit boek, maar met name in de uitgeschreven processen kan een en ander wel worden opgemerkt.

    Dr. Peter Dirk Spies (Amersfoort, 1955) promoveerde in 2017 aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn op de studie: De classis van Tiel 1579-1816. De gereformeerde kerk in de Nederbetuwe in het spanningsveld van politieke machten en maatschappelijke veranderingen. Hij is onder andere werkzaam geweest als hoofd van een afdeling archief, bibliotheek en documentatie, als theoloog binnen de Nederlandse Hervormde Kerk en als jurist in bestuursrechtelijke zaken. Daartoe volgde hij enkele archiefopleidingen en bekwaamde zich in bestuursrecht en paleografie. Zijn onderzoeksgebied en specialisatie betreft in het bijzonder de kerkelijke, rechtelijke en politieke ontwikkelingen binnen het voormalig Hertogdom Gelre.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 170mm x 240mm
    Aantal pagina's : 154
    Uitgeverij : Dr. P.D. Spies (druk: Pumbo)
    ISBN : 9789463455763
    Datum publicatie : 02-2019
  • Inhoudsopgave
    Inleiding.
    Transcriptie.
    Naamregister.
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 15,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Dit is een gedeelte uit de rechtszittingen van 1560:

Op donnersdach altera Anthonii den XVIIIen januarii anno XVCLX sath die strenghe, erentfeste ende vromhe heer Clais Vijgh ritter unnd amptman in Nederbettouwen tot Soelen in der bancken thoe gericht praesentibus gerichtzluijden ende ritterschap Frederick van Foerst, Cornelis Foiart, Henrick Suijrmont, Clais van Avenzaet ende Roloff van Delfft.

#Volmacht#
Gerit weduwe Willem Aelbersen mit horen gekoren momber Gerit Segertzsen constituit in procuratorem Gisbert Geerloffsen sub stilo communi. Gerichtzluiden Henrick Suijrmont und Cornelis Foiart.

#Opsettongh#
Item terselver tijt iuridice suspensum ad primam diem iuridicam inter den amptman und Gisbert Geerloffsen, volmechtich Gerit Ricken in state als nu staet.

#Farst#
Arnt Geritzsen, volmechtich Poelgeest, naevolger van Wolter van Beest, tegen Dirrick Segersen een farst affgewonnen.

#Farst#
Item Alart Lamberssen, volmechtich Merrij Thonis, contra ... een farst affgewonnen Jan van den Steenhuijs.

#Sijn#
Willem Fredericxsen gaff Harman Schoeck een willigen noetsijn, daervoer geloeft Meus Hoeff.

Dirrick Costenssen und Dirrick Segerssen vanwegen hoer selffs uind mede intreidende voer Bartolt van Heteren hebben gerichtelicken geloeft bijnnen een maendt hoer antwordt tegens den amptman als leen- und thinsheer der heerlickheit und hoffstat van den Alden Haghe in handen des lantschrivers op versteck hoers rechten.

Kosten Dirrickxsen contra die kijnderen van zeliger Kaerll van Rossem heeft Cornelis Foiart een farst affgewonnen.

#Sijn#
Henrick Suijrmont gaff Gerit Udo een willigen sijn.

Item gerichtelicken opgesath inter den amptman ende Gerit Hoeff als momber Jan Hoeff zijn neeff ad primam diem iuridicam.

#Aenspraeck#
Item Jan Vos van Avenzaeth unnd Lambert Schilman, als kerckmeisteren der karcken van Avensaeth, spreckt aen mit recht tuschen peindongh ennde pandtkerongh Claes Dirricxsen und Rutger Dirricxsen als erffgenamen van zeliger Rutger Janssen horen ohem voir een schepell raepsaeths erffelicken thins, als voir enen bijnnenjaerschen pacht und voer den scade mit recht, und dat die verwerderen oeck gehalden sullen wesen den obgemelten kerckmeisteren tot behoeff der karcken vurschreven segell und brieff te geven van dat sche[pe]l raepsaetz erffelicken thins, daer die karck aen gehalden is, off die kerck vurschreven koempt daerbij toe scade L golde gulden und den scade van recht. Gesijnnende des gerichtz een recht antwordt.

#Aenspraeck#
Ott Aertzsen als een aenleidder des strengen, erentfesten und vroemen Claes Vijgh, dagelicx Heer tot Soelen, sprekt aen mit recht Frederick als man uind momber Anna Turcx sijnder echte huijsfrouwen, als dat hoirluiden in 't gebruick hebben een gemeijnt geheiten Oversteegh, diewelck etzelicken nabueren versegelt mogen hebben, mit consent mijnre als dagelicxe heer und niet geërfft, daer ick aldernaest und tegens geërfft bun ind dagelicx behoeff toe gebruicken mit wagen, peerden und andere beesten, und hoirluiden den wech op hebben doen graven unnd mij mijt gutelickheit daer niet doer laten willen und dieselve gemeindt toe gebruicken. Heeft hem Ott Arntzsen als aenleidder mitten amptman Claes Vijgh in doen leidenn, daer Frederik van Voirst vurschreven weder uuijtleidonghe gedaen heeft. Und seght Ott vurschreven, dat Frederik van Voirst vurschreven sijn ongewairde handt van den vurschreven uuijtwech uind gemeindt halden sall und Claes Vijgh vurschreven gebruicken laten, off hij qwam daerbij toe scade soe goet als hondert golde gulden und den scade mit recht. Und begeert des een antwordt. Voerbehalden altijt met openen doren te staen und sijn appellatioin und alle vorder noetdurffticheit der saecken.

#Antwordt#
Bartolt van Heteren ontledicht sich der geheelder aenspraecken Goert Henricxsen, volmechtich den gestrengen, erentfesten ende vroemen Claes Vijgh, ritter unnd amptman in Nederbetouwen, heer van der hoffstat ende heerlickheit toe Soelen geheiten die Oldenhaghe, und seght datten aenlegger niet ontfanckelick wesen en sall tot deser bancken, want die aenlegger spreckt aen soeven hoffsteden voer vijff schilt und den verweerder en becroijet hem niet meer dan vijff, und den aenlegger sall oeck ijrst bewiesen dat possessoers ontfangen hebben bijnnen behoerlicke thijden ehr den verwerder darff antwoerden. Daerom hij gecondemniert sall worden in allen kosten hierom gedaen sijn off noch gedaen sullen worden then einde. Und denn aenlegger sall daerom gedaen hebben een onrechte inleidonghe und den verwerder een rechte uuijtleidonghe, und den aenlegger sall den verwerder laten in zijn rustelicke possessie. Unnd seght dattet recht is und decliniert daermede van deser bancken, ten waer dat die aenlegger ander bewijs inbrocht dan daer noch gesihen off gehoirt is, begeer die verwerder die doer open sijn contrabewijs uind bericht daerop te doen als recht is.

#Antwordt#
Antwordt den edelen ritteren und knapen overgeleijt voer die bancke tot Soelen vanwegen Costen Dirricxsen verwerder op ende tegens Claes Vijgh ritter und amptman van Nederbetouwen frivolen eijsche voer denselven bancke overgegeven.
Seit Costen Dirricxzen verwerder, dattet een onrechte aenspracke is, die den amptman vurschreven op hem gedaen heeft, berorende die sloot, die zijn olders voer ende hij nahe langher dan 't dardeell van hondert jaren gebruickt und gegeven hebben een rustelicke possessie daeraff gehat hebben, doer kracht sijnder weer daermede hij den sloot bij hoghen und leghen wateren gebruickt als zijn voersaten gedaen hebben. Waerdoer hij hem ontledicht der ganser, geheelder aenspraeck, penninckgelt scade ende scade mit recht und kent die heer niet gebruickt hebben, hetselve oeck niet bewesen en worde nae vermogen der aenspraecke. Indien die gemeinte te nae gegraven were geweest, als nochtans neen, soe soude die buirmeisters, diewelck op die gemeijnt schouw hebben, 't selve hoerluiden waell beleth hebben gehat bijnnen die vurschreven tijt. Soe dat genoech blickt d' eijscher alhier desse saecke geensijns en voert noch aen en gaet, noch oeck een staedt uut te rechtenn. Ten ware saecke, dat hij van die buirmeisters daertoe versocht geweest waer met mannen van rechten (als neen). Seijt daerom die verwerder, dat hij van den aenspraken gantz und geheell ontslagen sall zijn und een rechte pandtkeronghe gedaen te hebben und den eijscher een onrechte peindonghe. Und off d' eijscher hierop replicieren, dichten off schriven wolde, soe zall die verwerder met openen doren sijn wederschriven daerop behouden. Und gesijnt des gerichtz een recht antwordt. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen