€ 14,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Ambt Nederbetuwe Gerichtssignaat Bank Zoelen 1561-1581

Dr. P.D. Spies • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Ambt Nederbetuwe
    Gerichtssignaat Bank Zoelen
    1561-1581

    Dit achttiende deel van de Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe bevat de handelingen van het Hoogadelijk Landgericht van de Nederbetuwe binnen de bank van Zoelen in de jaren 1561-1569 en 1577-1581. Deze gerichtsbank behandelde principaliter de rechtszaken van de kerspelen Zoelen en Kerk- en Kapel-Avezaath. Kennelijk is er sprake van een aantekenboek van de landschrijver Henricus Stoer zelf. Dit blijkt met name uit de overlap met het vorige deel van de bank van Zoelen tot en met 9 januari 1567 (deel 17 van deze serie). Daarna ontbreken er aantekeningen tot 3 mei 1577. Uit de inhoud blijkt evenwel dat er in de niet-beschreven periode wel bijeenkomsten zijn gehouden en ook recht is gesproken. In dit boek is geen hiaat in het schrijven, want 1569 en 1577 staan op hetzelfde blad. Dit boek komt voor een gedeelte overeen met de bank van Kesteren over de jaren 1561-1567 (delen 2 en 3 van deze serie). Daarnaast is het van belang dat de beschreven jaren 1577-1581 het enigste inzicht geven in het functioneren van de rechtbank, daar het signaat van Kesteren pas in 1587 begint (deel 4 van deze serie).
    De gerichtsdagen werden doorgaans op donderdag te Zoelen gehouden en volgden op die te Kesteren. De gerichtsdagen werden meer gehouden naar behoefte of mogelijkheid dan volgens een vastgestelde orde. In 1580-1581 werden de zittingen te Tiel gehouden vanwege de onveiligheid op het platteland. De inhoud van dit boek behelst vooral civielrechtelijke zaken, die beknopt worden weergegeven. Het is met name het groot aantal losse bijlagen dat wat meer inzicht verschaft in het rechterlijk gebeuren in deze jaren. De jaren 1561-1581 kunnen worden gekenschetst als een periode van rampen, vervolging en oorlog. Dat zal reden kunnen zijn voor het ontbreken van aantekeningen over de jaren 1570-1576.

    Dr. Peter Dirk Spies (Amersfoort, 1955) promoveerde in 2017 aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn op de studie: De classis van Tiel 1579-1816. De gereformeerde kerk in de Nederbetuwe in het spanningsveld van politieke machten en maatschappelijke veranderingen. Hij is onder andere werkzaam geweest als hoofd van een afdeling archief, bibliotheek en documentatie, als theoloog binnen de Nederlandse Hervormde Kerk en als jurist in bestuursrechtelijke zaken. Daartoe volgde hij enkele archiefopleidingen en bekwaamde zich in bestuursrecht en paleografie. Zijn onderzoeksgebied en specialisatie betreft in het bijzonder de kerkelijke, rechtelijke en politieke ontwikkelingen binnen het voormalig Hertogdom Gelre.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 170mm x 240mm
    Aantal pagina's : 126
    Uitgeverij : Dr. P.D. Spies (druk: Pumbo)
    ISBN : 9789463455770
    Datum publicatie : 02-2019
  • Inhoudsopgave
    Inleiding.
    Transcriptie.
    Naamregister.
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 14,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Dit is een gedeelte uit de zitting van april 1562:

Item op meijavont den XXXen aprilis anno XVCLXII sath die strenghe, erentfeste unnd vromhe Clais Vijgh ritter ende amptman in Nederbettouwen tot Soelen in der gerechtzbancken thoe gericht, praesentibus ritterschap ende gerichtzluijden Clais van Avensait, Roloff van Delfft, Guert Wilhemsen van Erckell, Joachijm van Genth, Henrick van Maurick, Jan van Druijten.

#Opsettongh#
Item gerechtlichen opgeseth wes huijden over een maent tusschen Gisbert Spruijt, volmechtich Frederick van Voerst mit Joest van Rossem, ende Kosten Dericksen aengaende van die beroepen verclaronge in alle maeten die saeck nu stait, onverkorth een ijder sijns goden rechten.

#Promissio#
Item Kosten Dericksen hefft gerichtlichen overgegeven ende voir den amptman sijn lieve in gespannener bancken ingewillicht, dat hij tusschen dit ende Sunt Jacop naestkoemende off XIIII daernae onbegrepen die Verdam maecken sall, die te mogen ongepericcletiert gebruijcken, off bij gebreck van dien sall d' amptman sijn lieve obgemelten Kosten Derickxsen L karolusgulden uuijt doen peijnden als heren tijns unnd bijnnenjaerschen pacht.

#Affdoenongh#
Wijest Clais van Avensait mit gefollich ritter ende knechten, dat die buermeisters van Soelen sonder ennighen voirfanck die pennonghen, ther cause der gedaende onkosten bij der gedeputierde der Lantschap Gelder tot Genth en anders gedaen, sullen opleggen ende betaelen aen handen des amptmans. Beheltlichen dat obgemelte buermeisters die uuijtsettonge itzgeroitter pennonghen op naestkompstigen sonnendach mit voerweeten der nabueren doen sullen. Unnd off die nabueren hoer bij der uuijtsettongh te koemen absentierden, sullen effenwaell die vurschreven buermeisteren gehalden sijn sodane uuijtsettonge te doen. Voerbehalden die ritterschap, hier ther bancken koemen, ongesath te blieven.

Antwort Dirck Costenssen op ende tegens Willem Fredericksen aenspraeck.
Als te weten, dat Willem Fredericksen seecht, dat der amptman Dirck Kostensen hantsluijtinch solde doen, dat Dirck Kostenssen, Harman Schoeken berch noch schuer nijet afftrecken en solde.
Daerop ende tegens secht Dirck voerschreven, dat der amptman hem geen hantsluijtinge doen en sall ende dat men hem sijn gewonnen goet sall laeten gebruijken nae lantrecht. Ende seecht noch, dat hij dat goet waell gebruijckt totten oerbaer, want den berch ende die schuer en behoeven daer nu got betert niet op, want men voert daer nu niet voell korns in, noch men stalt daer nijet voell beesten op. Daerom stont den berch ende die schuer en verdorven ende hadden te nijet moegen gaen. Ende oeck heff se Dirck vurschreven moeten verkoepen ende heefft die rente daermede moeten betaelen, want hij most dat nemen van den sack, daer hij den sack mede lapten. Soe hefft hij dit totten oerbaer gebruijckt ende tot affslach ende betalinge van sijn pennongen, die Willem vurgemelt hem niet waell en gont. Dat hij die kreech moetwilleg en sall dat niet waell mit recht noch mit reeden niet waell moegen keeren, want Dirck en begeert doch niet meer dan simpelick sijn gelt eenvoldich ende anders niet. Noch seecht Dirck voergemelt, dat Willem vurgemelt hem dat niet kennen en kan, want 't en is Willems onderpant nijet, maer Willems onderpant leeht daer alder naest. Daer en staen geen berch off schuer op ende Willem is all sijn affterstedigheit mit die binnejaerssche rent betaelt. Daerom en hefft hij geen klaegen. Daerom seecht Dirck vurgemelt, dat men hem sijn goet sall laeten gebruijken wes ter tijt toe, dat hij daer mit recht daeruijt gewonnen wort. Hiervan begeert Dirck een ordell. Welck is bestaet aen Goert Willemsen. Bij alsoe off Dirck dat ordell te nae mocht gaen, bedingt Dirck sijn appèll ende verclaronch ende alle dat hij tot deser saeken behoeven mach. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen