Fragment
Goedemorgen Anouk. ‘Gaaap!’ Moet ik vandaag echt opstaan? Ik lig nog net zo lekker in mijn bed. Het liefst zou ik de hele dag blijven liggen. Papa en mama lopen toch maar te stressen. Die stomme vakantie ook. Ze hebben tegen me gezegd dat ik ook mee moet. Waarom toch? Ik ben verdorie toch al vijftien. Iedereen gaat dan toch al met andere vriendinnen op vakantie naar Renesse of zo. Weet ik veel hoe dat gat precies heet, maar er zijn schijnbaar maar zat disco’s waar je als vijftienjarige meid jezelf flink kan uitleven. Lekker gaan dansen tot diep in de nacht en de andere dag op het strand liggen pitten zodat je ’s avonds weer fit bent om te gaan stappen. Toen ik gisteren aan mama gevraagd heb waar we dan helemaal heen gaan is het antwoord me echt niet bevallen. Er is gezegd dat we lekker gaan kamperen bij de boer aan zee. Net als vroeger. Bah, kamperen bij één of andere stomme boer. Daar valt toch niks te beleven. Er is vast niet eens een disco in de buurt. Er zullen ook wel geen vriendinnen zijn om mee te kunnen chillen. Leuke jongens om naar te kijken zullen er ook wel niet zijn. Wat moet ik dan? Daar op zo’n stomme camping bij een nog stommere boer. Na een paar vragen aan mama is het, voor mij allemaal nog veel erger geworden. Het schijnt namelijk ook nog eens, verdorie dat het om zo’n stomme blotekontencamping gaat. Als ze maar niet verwachten dat ik ook weer, net als vorig jaar, in mijn blote reet ga lopen rondrennen. Daar heb ik echt geen zin meer in. Mijn reet is veel te dik geworden in het afgelopen jaar. Net als die stomme ontplofte tieten die er niet uit zien. Als laatste van de klas heb ik eindelijk tieten gekregen. Vroeger toen ik nog veertien was zag ik er nog uit als een meisje van tien of elf. Je
9
weet wel. Geen haartje te bekennen en tieten zo plat als een eurocent. Toen vond ik het nog niet erg om in Frankrijk naar zo’n blotekontencamping te gaan. Ik speelde toen ook gewoon nog met andere kinderen en zo. Op school kon ik dan opscheppen dat ik helemaal, met de auto en caravan, naar Zuid Frankrijk was geweest. Op school vertelde ik echter nooit dat het om blotekontenvakanties ging. Stel je voor. Dat is voor schut. Maar nu, nu mijn lichaam een eigen wil lijkt te hebben, wil ik echt niet meer mee op vakantie en al helemaal niet in mijn blootje. Momenteel heb ik wel hele andere interesses. Jongens kijken is leuk en paardrijden, lijkt me ook wel leuk. Heb ik nog nooit geprobeerd trouwens. Nou, jongens en paarden, die zullen er wel niet zijn op die saaie stomme blotekontencamping aan zee. Nee, daar lopen alleen van die etterjong rond waar ik van mijn ouders lief mee mag gaan spelen. Ik ben toch geen babysitter of zo. Vanaf mijn verjaardag heb ik al keihard gewerkt met die stomme folderwijk die ik van papa moest gaan doen. Hij vond het tijd worden dat ‘zijn Anoukje’ de waarde van het geld leerde kennen. Nou, dat weet ik al! Nu loop ik iedere week te zwoegen voor een paar euro’s. Die papa nota bene voor mij op een spaarrekening zet. Wel zegt hij dat, nu ik werk, ik een hele euro meer zakgeld per week zou krijgen. Dat klopt, ik heb één hele euro meer gekregen. Maar met vijf euro in de week kun je toch nog helemaal niks. Met een beetje geluk spaar je in een paar weken een cd’tje bij elkaar maar dan moet je wel bijna alles weg leggen en kun je niets anders leuks doen. Om over iets lekkers bij de McDonald’s te eten maar te zwijgen. Die is tegenwoordig veel te duur. Ja, samen een menuutje pakken met kip nuggets, die je dan kan delen met je vriendinnen.
Och jee, daar heb je het gedonder al. Papa komt mijn kamer in. ‘Verdorie! Slome trien, kom je nest uit. We gaan zo rijden en ik heb
10
nog steeds die verdomde tas speelgoed niet van je gekregen. De caravan is bijna geladen en als ik klaar ben en je hebt niets bij je, dan heb je brute pech’.
×