Fragment
De klemtoon is overal in het boekje vet aangegeven.
(alleen niet zichtbaar in het fragment hieronder)
Hoe vraag je iemand hoe het met hem/haar gaat?
Come sta? Come stai? Come va?
Hoe is het met u? Hoe is het met jou? Hoe gaat het?
Antwoord
Bene goed
Così così zozo
Benissimo heel goed
Molto bene heel goed
Non c’è male niet slecht
Abbastanza bene redelijk goed
Insomma gaat
Molto meglio veel beter
Hoe gaat het met je?
Come stai?
Kome staai?
Hoe gaat / is het met je?
Bene, grazie e tu?
Bene, gratzje e toe?
Goed dank je en met jou?
Bene.
Bene.
Goed.
Jezelf voorstellen ik-vorm
Ciao, sono Peter e tu?
Tjao, sono Peter e toe?
Hai ik ben Peter en jij?
Ciao, sono Mia.
Tjao, sono Mia.
Hai ik ben Mia.
Piacere Mia.
Piacere Peter.
Pjatjere.
Aangenaam.
Opm.: de Italianen gebruiken de persoonsvorm niet, maar het kan wel. Ik zal het geregeld gebruiken, zodat jullie het eerder zullen onthouden; maar je kunt het dus weglaten.
Salve.
Salwe.
Hallo.
Mi chiamo Peter e tu?
Mie kjamo Peter e toe?
Ik heet Peter en jij?
Mi chiamo Mia.
Mie kjamo Mia.
Ik heet Mia.
Piacere.
Pjatjere.
Aangenaam.
×