Fragment
Het raadsel van die vrouw hierboven.
Soms, op enige avond bijvoorbeeld, is een mens weleens in een melancholieke stemming en bedenkt hij hoe mooi de wereld toch wel is en welke software er allemaal niet is te verkrijgen. Vanwege die stemming komt dan uiteraard van het een het ander en voor men het weet zit er ineens een gedachte in enige kop waarin wordt vastgesteld dat er in de loop van duizenden jaren in essentie maar weinig is veranderd. Het geluk dat wij heden ten dagen smaken als we een MP3 bestand kunnen overzetten in een WAV bestand zal vergelijkbaar zijn met de eerste ontdekking van de mens dat men kon grottekenen, kon boetseren, in brons kon gieten of een foto kon maken. Wat ik hierboven stelde aangaande de mens geldt uiteraard ook voor mij daar ook ik een mens ben.
En zo kwam het dat ik op een mooie lenteavond met een hoge weertemperatuur even naar de sterren omhoog keek en dacht een satelliet te zien bewegen. Ineens wist ik wat mijn vrouw bedoelde met de uitroep “die vrouw hierboven”. Ze vertelde dit aan haar zuster nadat deze tevergeefs had geprobeerd om ons telefonisch te bereiken en uiteindelijk een onbekende damesstem te horen kreeg.
“O, die vrouw hierboven”, gaf mijn vrouw zonder nadenken te kennen.
Haar zuster leek precies te begrijpen op wie mijn vrouw doelde. En zo kletsten die twee onze telefoonrekening tot op de bodem van onze bankrekening vol cq leeg. Ik begreep, uiteindelijk dat mijn vrouw met die vrouw hierboven de voicemail-stem bedoelde van onze telefoonmaatschappij en in gedachten zag ik een vrouw in een satellietje boven ons vliegen, ineengedrukt vanwege het ruimtegebrek. En elke keer als ik me dit beeld voor ogen haalde moest ik glimlachen. Op een bepaald ogenblik vroeg mijn vrouw me waarom ik zo zat te lachen, of ik haar soms uitlachte.
“Welnee” luidde mijn antwoord, “ik lach om die vrouw hierboven”.
“Dan is het goed”.
Gezien de emoties die alle nieuwe zaken in de evolutie van de mensheid hebben opgeroepen durf ik te stellen dat er nooit iets werkelijk nieuws onder de zon zal worden bedacht. Hooguit zal men ontdekken dat het een uitbreiding is van oudere zaken en dat onze interpretaties dienen te worden bijgesteld. Zo denkt men nog altijd dat de grottekeningen door mannen zijn vervaardigd. Dat is dus niet waar, mannen hadden daar geen tijd voor, die moesten jagen. Maar hun vrouwen verveelden zich te pletter en gingen met kleurkrijtjes aan de slag.
“Weet jij hoe je een bizonkop moet tekenen?”
“Geen idee. Weet je wat, we vragen het die vrouw in de grot hierboven wel. Die heeft dat al vaker gedaan”.
En daarmee kom ik op de werkelijke waarde van het vergaren van kennis omtrent onze wereld, van de wetenschap dus, want, zoals ik hierboven al stelde, tijdens melancholieke stemmingen hoef je niet vreemd op te kijken als van het een het ander komt. En, in de voorloop daarvan, op de betekenis van religies en, daaraan parallel lopend, de man – vrouw verhouding. Want denk nu niet dat het de bedoeling van die rotstekeningen was om de grot wat op te sieren, net zomin als het gieten van bronzen voorwerpen dat was. Zeker, het is waar dat de oervrouwen zich verveelden, maar uiteindelijk was het altijd het doel om zo lang mogelijk te overleven, het naakte bestaan zoveel als maar kon te rekken. Ook bezweringsrituelen, uiteindelijk neergelegd in gedragscodes en Godsgeboden hadden dit als doel. De lezer kan zelf wel redenen hiervoor bedenken. Dat de hoofdfiguur altijd van het mannelijke geslacht was, was, gezien de mate waarin vrouwen de cultuur beheersten, wel vreemd. Tot men bedenkt dat dit werd veroorzaakt door de zoveel sterkere spieren en grotere knotsbehendigheid van de mannen. Dus als er eer te behalen was eisten de mannen het copyright op: over de verworven kennis, over God, over het brons gieten, over de getekende afbeeldingen en, niet te vergeten, de fotografie. Om van de laatst genoemde kunstuiting een voorbeeld te geven. Mijn vrouw maakt de mooiste familiekiekjes, maar ik ben degene die een diploma in deze tak van hobby bezit.
Men kan begrijpen dat de vrouwheid niet erg gelukkig was met deze ontwikkeling. Vooral de idee dat hun God die in de Hemelen zetelde ook nog een man zou zijn stak hen ten zeerste en ze namen zich dan ook voor om dit niet op haar beloop te laten. Maar bevreesd als ze waren voor vuisten en knotsen deden ze dit niet in het openbaar. In plaats daarvan namen ze een normaal stukje werkelijkheid, bestaande uit een vrouw hierboven omdat die altijd wel ergens te vinden was, en voerden dit als uitdrukking in hun taalgebruik in. De uitdrukking “die vrouw hierboven” is voor vrouwen dan ook een normale spreekwijze waar een religieuze gezindheid aan ten grondslag ligt en waar mannen slechts om moeten glimlachen. Mannen drukken zich, om maar een voorbeeld te geven, eerder op de volgende wijze uit: “En daarmee kom ik uit op de werkelijke waarde van het vergaren van kennis omtrent onze wereld, van de wetenschap dus, want, zoals ik hierboven al stelde, tijdens melancholieke stemmingen hoef je niet vreemd op te kijken als van het een het ander komt.”
Wist die man veel dat hij zo alsnog de suprematie van de vrouw erkende.
×