Fragment
30. In de Ruimte
1. Samenloop
De spelers bewegen vrij door de ruimte in een rustig tempo en houden hun boomwhacker stil vast. Zonder dit van te voren af te spreken begint één speler met het spelen van een kort motief. Geleidelijk voegen de andere spelers iets toe. De spelleider geeft een stopteken.
2. Loop en groet
De tweede ronde start op dezelfde manier. Als de muziek loopt mogen de spelers een korte begroeting spelen als ze elkaar tegenkomen. Zij staan daarbij stil, kijken elkaar aan, spelen om beurten en/of tegelijk iets, waarna zij hun oorspronkelijke motief weer oppakken en verder lopen.
3. Ruil en geef door
Start de muziek zoals bij 1. Als de muziek loopt mogen spelers hun motief met iemand ruilen. Ze staan stil en leren zonder te praten hun motief aan de ander. Ze lopen verder met dit nieuwe motief, totdat ze het doorgeven aan een volgende speler.
4. De tweede ruimte
Met een grote en een kleine ruimte (planeet). Iedereen start in de grote ruimte. Als de muziek loopt, mogen spelers naar de kleine ruimte lopen en weer terug. In de kleine ruimte speel je een nieuw motief. In de grote ruimte weer je eerste motief. Het motief in de kleine ruimte mag steeds verschillen, je eerste motief blijft hetzelfde.
Variaties
- De grote en de kleine ruimte krijgen een speciale naam (woord of sfeer).
- In de grote en de kleine ruimte mogen spelers hun motief ruilen.
- Een binnencirkel en een buitencirkel kunnen ook dienst doen als grote en kleine ruimte (stap in, stap uit).
- Met begeleidingsmuziek (rustige drumbeat).
×