€ 49,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Collectiebeheer voor botanische tuinen, theorie en praktijk

Een handboek voor collectiebeheer van basaal tot wetenschappelijk niveau

Bert van den Wollenberg en Hans Persoon • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Collectiebeheer houdt minimaal in: weten welke planten je hebt, waar ze vandaan komen, waar ze zich bevinden, en waarom je die planten hebt. Dit lijkt eenvoudig genoeg, maar in de praktijk komt daar veel bij kijken. Alleen al de vraag ‘welke planten heb ik, en waar komen ze vandaan?’ houdt een vorm van administratie in, de collectieadministratie. Iemand moet die bijhouden, en wel die de inhoudelijk aspecten van de informatie goed kent. Deze inhoudelijke aspecten worden in dit handboek uitgebreid besproken.

    Dan de vraag: ‘waar bevinden mijn planten zich?’ Om die te kunnen beantwoorden zijn de nodige handelingen, afspraken en communicatie nodig. Botanische tuinen hebben vaak enkele hectares terrein en veel planten. Bovendien zijn er meestal meerdere werknemers en vrijwilligers. Dit betekent dat de planten in een botanische tuin, de ‘collectie’, over het terrein worden verdeeld. Om het opzoeken van de planten te vergemakkelijken worden er vaak plantvakken gedefinieerd. Als de tuinmensen bijvoorbeeld planten van het ene plantvak naar een ander plantvak verplaatsen, moet dit op enigerlei wijze worden gecommuniceerd, opdat de collectieadministratie kan worden bijgewerkt. Hapert die communicatie of is er helemaal niets over afgesproken, dan ontstaat er een spanningsveld tussen collectiebeheer en tuinmensen. Taken en verantwoordelijkheden moeten elkaar aanvullen en op papier staan.

    Het belangrijkste kenmerk van een botanische tuin is dat die tuin een plantencollectie heeft met een administratie van de gegevens die bij de planten horen. Aan die plantencollectie kunnen activiteiten worden gekoppeld zoals toerisme en educatie, natuurbescherming, onderzoek en (formeel) onderwijs, etc., kortom redenen waarom de collectie zo is samengesteld als ze is. Daarmee dient de plantencollectie geheel of gedeeltelijk verscheidene doelen, die een belangrijk onderdeel horen te zijn van het overkoepelende beleid in een botanische tuin. De formulering van beleid moet zich dus bij voorkeur ook uitstrekken tot de plantencollectie, en handen en voeten krijgen door sluitende procedures, afspraken en verantwoordelijkheden. In zo’n situatie is de collectiebeheerder verantwoordelijk voor de coördinatie van de uitvoering van het collectiebeleid, ook rekening houdend met internationale beperkingen door regelgeving, waarvan hij/zij dus op de hoogte moet zijn.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 210mm x 297mm
    Aantal pagina's : 296
    Uitgeverij : Pumbo
    ISBN : 9789463452717
    Datum publicatie : 01-2018
  • Inhoudsopgave
    Inhoud
    Voorwoord
    Leeswijzer
    Inleiding
    Hoofdstuk 1: de accessie, basis van het collectiebeheer Ofwel ‘soorten bestaan niet, planten wel’.
    Hoofdstuk 2: accessielocatieniveau-gerelateerde aspecten
    Hoofdstuk 3: de kunst van de juiste naam
    Hoofdstuk 4: naamgerelateerde gegevens
    Hoofdstuk 5: horticultuurgegevens
    Hoofdstuk 6: educatie en collectiebeheer
    Hoofdstuk 7: conservation. Botanische tuinen als groene arken van Noach
    Hoofdstuk 8: wetenschap
    Hoofdstuk 9: professionalisering en samenwerking
    Hoofdstuk 10: het web van regelgeving en beleid
    Hoofdstuk 11: collectiebeheer in algemeen beleid en beheer
    Hoofdstuk 12: een voldoende niveau van collectiebeheer
    Afkortingen/acroniemen
    Index
    Informatiebronnen
    Literatuur
    Bijlages
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 49,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Wat is een accessie eigenlijk?
Dit hoofdstuk handelt met name over het accessieniveau. Wat is een accessie nu precies?
Een accessie is een groep zaden of planten (het kan er ook één zijn), geïdentificeerd door één en hetzelfde (unieke) accessienummer:
1. van hetzelfde taxon (soort) en
2. (ontvangen) uit dezelfde bron, dus bijvoorbeeld:
a. alle (planten van) zaden van één soort uit één zakje vanuit een bepaalde tuin of gekocht bij een bepaalde kweker,
b. alle (planten uit de) zaden van één exemplaar, geoogst op hetzelfde moment,
c. alle (planten uit de) zaden van één populatie kruiden, ook geoogst op hetzelfde moment,
d. één plant van een bepaald taxon, gekocht bij een kweker en
3. van hetzelfde type (plant/stek/bol/zaad)
4. die gelijktijdig ontvangen zijn.

Het accessienummer vormt de verbinding tussen de gegevens van de planten, en die planten zelf. Ook dienen accessies ervoor om kennis die over de planten bestaat en kennis die de tuin zelf zelf door ervaring of onderzoek toevoegt, te kunnen vastleggen en aan die planten te koppelen. Het primaat van een botanische tuin ligt met name op het terrein van planten (accessies), en niet op het terrein van soorten. Dat laatste is het domein van de taxonomische onderzoekers. Ook gegevens die gekoppeld zijn aan soorten, horen niet tot het domein van botanische tuinen. Deze informatie komt vaak bij taxonomische bronnen vandaan. Het adagium ‘Soorten bestaan niet, planten wél’ geeft wat dat betreft veel houvast. Soorten komen niet voor in collecties, en ook niet in de natuur. Planten wél. Het feit dat wij als mensen namen toekennen aan de planten in de natuur en in plantencollecties, maakt nog duidelijker dat zo’n toegekende naam slechts een attribuut is, die zomaar anders kan worden. Aan de planten verandert daarmee niets, alleen aan de naam die eraan wordt toegekend. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen