Fragment
Tegen zes uur troffen ze elkaar in De Pedaleur, een sportbar met versleten tafels en een tv die altijd aan stond. Edwin arriveerde eerst, zijn haar warrig van de wind, en bestelde een blond biertje. Leo stampte binnen, zijn broekspijpen bruin van de modder, en plofte tegenover hem neer.
"Twee-nul voor mij vandaag," zei hij, wijzend naar de vlekken op zijn shirt. "Jij hebt vast alleen maar windmolens gezien."
"Windmolens en een nieuw PR," kaatste Edwin terug, en hij hief zijn glas.
Ze lachten, de werkweek gleed van hen af, en hun ogen dwaalden naar de tv, waar een herhaling van de Ronde van Vlaanderen speelde. Ze raakten verwikkeld in een discussie – Leo prees de explosiviteit van Van Aert, Edwin de finesse van Pogacar – toen Edwin's telefoon zoemde.
×