€ 39,00

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

  € 3,90

De sage van Fridthjof en Ingeborg

vier vertalingen van de Fridthjof Saga met Oudnoordse en Zweedse bronteksten

Ivar Verploegh • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Dit boek bevat vier vertalingen van de Fridthjof Saga met Oudnoordse en Zweedse bronteksten: een prozavertaling én een poëtische vertaling van Esaias Tegnérs Zweedse gedicht uit 1825, en proza vertalingen van de twee Oudnoordse versies uit de 13e en 14e eeuw.
    Geïllustreerd met meer dan 150 afbeeldingen. PDF in kleur! Vertaald en samengesteld door Ivar Verploegh.
    Doorblader-video: https://www.youtube.com/watch?v=MJB1Ec7EInM
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 210mm x 297mm
    Aantal pagina's : 452
    Uitgeverij : Uitgeverij Hilding
    ISBN : 9789464065565
    Datum publicatie : 03-2021
  • Inhoudsopgave
    De vier versies van de Fridthjof Saga xii
    Noordse numerologie xvii
    De heldenreis xvii
    Waar het verhaal zich afspeelt xxi

    De Fridthjof Saga
    Hoofdstuk 1: Fridthjof en Ingeborg 1
    Hoofdstuk 2: De dood van Balder 4
    Hoofdstuk 3: Koning Beli en Thornsten 10
    Hoofdstuk 4: Fridthjof's erfenis 13
    Hoofdstuk 5: Fridthjofs huwelijksaanzoek 16
    Hoofdstuk 6: Koning Hring 18
    Hoofdstuk 7: Fridthjof speelt schaak 19
    Hoofdstuk 8: Fridthiof bezoekt Ingeborg 20
    Hoofdstuk 9: Het afscheid 21
    Hoofdstuk 10: Fridthjofs zeereis 24
    Hoofdstuk 11: Fridthjof aan het hof van Angantyr 26
    Hoofdstuk 12: Fridthjofs terugkeer 29
    Hoofdstuk 13: Brand in de tempel 32
    Hoofdstuk 14: Fridthjof gaat in ballingschap 34
    Hoofdstuk 15: Fridthjofs leven als viking 36
    Hoofdstuk 16: Fridthjof bezoekt koning Hring's hof 37
    Hoofdstuk 17: Met de slee over het ijs 40
    Hoofdstuk 18: Fridthjofs verleiding 41
    Hoofdstuk 19: De dood van koning Hring 44
    Hoofdstuk 20: De koningsverkiezing 46
    Hoofdstuk 21: De verzoening 47

    Esaias Tegnérs Fridthjof Saga 53
    1. Fridthjof en Ingeborg 55
    2. Koning Beli en Thorsten, Vikings zoon 69
    3. Fridthjof neemt bezit van de vaderlijke erfenis 79
    4. Fridthjof vraagt Ingeborg ten huwelijk 91
    5. Koning Hring 101
    6. Fridthjof speelt schaak 108
    7. Fridthjofs geluk 111
    8. Het afscheid 121
    9. Ingeborgs klacht 141
    10. Fridthjof op zee 144
    11. Fridthjof bij Angantyr 155
    12. Fridthjofs terugkomst 168
    13. Balders brandoffer 181
    14. Fridthjof gaat in ballingschap 188
    15. Vikinger-Balk 198
    16. Fridthjof en Björn 204
    17. Fridthjof komt bij koning Hring 208
    18. De ijsvaart 215
    19. Fridthjofs verzoeking 219
    20. Koning Hrings dood 228
    21. Hrings lijkzang 234
    22. De koningskeus 239
    23. Fridthjof op zijn vaders grafheuvel 244
    24. De verzoening 251

    De sage van Fridthjof de Dappere (handschriftgroep B) 268
    I. Over de kinderen en de dood van koning Beli en Thorsten Vikingszoon 268
    II. Fridthjof vraagt de broers om de hand van hun zuster Ingeborg 270
    III. Koning Hrings oorlogsverklaring aan de zonen van Beli 271
    IV. Fridthjof reist naar Baldershage 274
    V. Over Fridthjof en Beli's zonen 276
    VI. Fridthjof reist naar de Orkneyeilanden 278
    VII. Fridthjof bezoekt Angantyr 289
    VIII. Koning Hring bezoekt Ingeborg 292
    IX. Fridthjof keert terug met de schatting 293
    X. Fridthjof ontvlucht het koninkrijk 297
    XI. Fridthjof bezoekt koning Hring en Ingeborg 299
    XII. Koning Hring gaat bij vrienden op bezoek 305
    XIII. Koning Hring bezoekt het woud 305
    XIV. Fridthjof bemachtigt Ingeborg 306
    XV. Over Fridthjof en de broeders Helgi en Halfdan 310

    De sage van Fridthjof de Dappere (handschriftgroep A) 313
    I. KAPÍTULI: Friðþjófr bað Ingibjargar 313
    II. KAPÍTULI: Friðþjófr sótti heim Ingibjörgu 316
    III. KAPÍTULI: Sendiferð Friðþjófs 318
    IV. KAPÍTULI: Friðþjófr fann konunga 330
    V. KAPÍTULI: Hringr gaf Friðþjófi konu sína ok ríkit 335

    Appendix 1: Een beknopte biografie van Esaias Tegnér (1782-1846) 388
    Appendix 2: Julius Evola over de Noordse oertraditie 392
    Appendix 3a: Vikingen in Nederland 394
    Appendix 3b: Oorsprong van de vikingen en Nederlanders 398
    Appendix 4: Hávamál en Völuspá 409
    Appendix 5: Handschriftgroep B zoals weergegeven in C.C. Rafn's Fornaldar Sögur Nordrlanda 416
    Appendix 6: Liedjes met woord-voor-woord vertaling 421

    Bibliografie 436
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 39,00

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Hoofdstuk 1: Fridthjof en Ingeborg

Lang geleden was er in het land dat tegenwoordig als Noorwegen bekendstaat een beroemde koning genaamd Beli, wiens vrouw op jonge leeftijd was gestorven en hem twee zoons en een dochter had gegeven.
Toen Beli's dochter zes jaar oud werd, zei de koning tegen Thorsten, zijn strijdbroeder en levens­lange vriend: “Mijn rozenknop, Ingeborg, is de vreugde van mijn hart, maar niettemin moet ik haar wegsturen en toevertrouwen aan de bescherming van de wijze Hilding zodat ze zich, ver weg van de rumoer en afleidingen van het hof, het licht van ware kennis eigen kan maken. Maar opdat ze niet het gezelschap van haar geliefde speelkameraad zal missen, vraag ik je om je zoon Fridthjof met haar mee te sturen, zodat ze samen kunnen worden opgevoed en onderwezen.”
“Graag doe ik dat, “ antwoordde Thorsten, “niet enkel om jouw verzoek in te willigen, maar omdat ik weet dat je ook het welzijn van mijn zoon voor ogen hebt door hem te laten onderrichten door de wijze Hilding. De wens van mijn koning zal worden vervuld.”
Hildings landgoed lag aan de zeekust, omgeven door tuinen, akkers, bossen en bergen, en daar brachten Ingeborg en Fridthjof de jaren van hun kindertijd door, trouw onderwezen en verzorgd door de goede oude man.
Twee zeldzame bloesems van het Noorden waren deze kinderen, innerlijk en uiterlijk rijk begiftigd: Ingeborg was als een geurende rozenknop waarbinnen de belofte van de lente besloten ligt, terwijl Fridthjof lang en sterk werd als een jonge eik met een volle kroon van ritselende bladeren. Zo door de goden gezegend met gezondheid en schoonheid waren ze dat er nooit eerder een paar als zij had geleefd in heel het Noorden.
Aandachtig luisterden ze naar de wonderbaarlijke verhalen van hun wijze meester, met heldere ogen omhoog kijkend naar de zijne; dan weer renden ze over de zonnige weiden of dansden ze onder de donkere takken van de zilverspar in het zilveren maanlicht, als lichtfeeën wier verschijning een zegening is en het hart vervult van vreugde.
Fridthjof was maar iets ouder dan Ingeborg, en toen hij van Hilding de runentekens had leren lezen, nam hij er genoegen in deze op zijn beurt aan zijn geliefde speelkameraad te onderwijzen.
Vaak gingen ze samen zeilen op de winderige zee, en als het draaien van het zeil schuim en zeewater over het schip deed stromen, klapte Ingeborg enthousiast in haar kleine handjes.
Geen boom was te hoog voor de dappere jongen wanneer hij een nest vol jonge vogels voor het kind van de koning wilde buitmaken. Zelfs de eieren van de zeearend, in een horst hoog op de richel van een rotswand, waren zijn gedurfde rooftocht niet veilig.
In de lente bracht hij haar de eerste bloesems en de eerste rijpe aardbei; in de zomer de eerste korenaar.
Vreugdevol struinden ze door het woud, Fridthjof gewapend voor het geval hij zijn speelmaatje zou moeten beschermen, want al op jonge leeftijd streefde hij ernaar om zichzelf te trainen in alle heldentaken.
En zo, als in een prachtige droom, genoten ze van hun blije kindertijd. Ingeborg bloeide op tot een stralende jongedame, en Fridthjof werd een stoere jongeman.
De koningsdochter bracht nu meer tijd door in haar eigen kamer, zich oefenend in de taken van vrouwen, in het bijzonder het weven van kleding, terwijl Fridthjof vaak op pad was met de mannen om jachtwild of buit te vergaren.
Hij had niet enkel zijn vaders kracht en moed geërfd maar ook zijn tact en opgewekte stemming. Hierdoor was hij bij allen geliefd en voor zijn jachtgenoten een bron van verwondering zoals hij dapper de meest woeste dieren aanviel, ze bewusteloos meppend met een klap van zijn knots of ze doorborend met zijn scherpe speer.
Zoals hij zijn speelkameraadje in zijn kindertijd bloemen of vruchten had gebracht als seizoensgroeten, zo bracht hij haar nu trofeeën van zijn kracht—ruigharige beren of borstelige everzwijnen—met vaak nog bloed van de strijd op zijn huid en kleren. Bewonderend keek Ingeborg dan naar de jonge held, terwijl haar hart sneller klopte uit bezorgdheid voor zijn leven.
En als ze op koude winternachten samen in de grote hal bij het haardvuur zaten, luisterend naar de legendes over de goden die Hilding hen vertelde, of wanneer de koningsdochter liederen zong over een van de grote helden rustend in de nabije grafheuvels, zag Fridthjof haar als een godin die door de grote Alvader korte tijd naar de donkere aarde was gestuurd om een voorproefje te geven van Walhalla's geneugten. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen