Fragment
.......................... Op een rustige en ontspannen toon zei Borgers: ‘Herr Broekhart, laat mij wat uitleggen. Ik kan er niets aan doen dat jullie Hollanders hier verplicht te werk zijn gesteld. Het is oorlog en dan moet iedereen zich aanpassen en houden aan de regels, ook wij. Jullie moeten dan ook je werk hier in de fabriek goed uitvoeren, anders ben ik verplicht om jullie daarvoor te straffen. Ik wil het jullie beslist niet lastig maken, want ik doe alleen maar mijn werk en ook ik word gecontroleerd door de SS. Ik vertel je in vertrouwen dat ik het regime beslist niet steun en ook ik ben maar een marionet aan touwtjes die door de Gestapo van bovenaf wordt bediend. Zo erg is het hier in Duitsland gesteld. Je moet begrijpen dat er in Duitsland niet alleen voorstanders, maar ook tegenstanders van het regime zijn. We zijn natuurlijk niet allemaal zo dom om mee te gaan in die belachelijk vertoning van de nationaalsocialisten.’
Izaak begreep wat hij bedoelde en knikte zonder verder wat te zeggen en nam nog een haal van zijn sigaret.
‘Probeer dus niets te saboteren,’ ging Borgers verder, ‘Als er iets gebeurt, dan moet ik een straf verzinnen en daar heb ik helemaal geen zin in, dus vertel je maten hoe ik erover denk dan blijft de sfeer goed. We moeten deze oorlog met z’n allen uit zien te zitten en hopelijk loopt het voor iedereen goed af. Ik mag je erg graag en ik vind het jammer dat wij op papier elkaars opgedrongen vijanden zijn. Zoals je nu hopelijk hebt begrepen is dat natuurlijk helemaal niet zo. Misschien krijgen we na de oorlog nog een kans om gewoon vrienden te zijn.’
Herr Borgers stond op, lachte vriendelijk en gaf Izaak een stevige hand.
‘Danke Herr direktor, ik heb het begrepen en ik zal het doorgeven aan de groep en u verzekeren dat we niets gaan ondernemen. Hopelijk is de oorlog gauw afgelopen en kunnen we verder gaan met ons leven,’ zei Izaak, die onder de indruk was van de vriendelijke en begripvolle man.
Hij verliet het kantoor en ging direct op weg naar de andere jongens, die inmiddels in de barak op hem zaten te wachten en benieuwd waren waar het gesprek over ging.
‘En, hoe is het gegaan bij Borgers,’ vroeg Jaap Oosterlee meteen aan Izaak toen hij binnenkwam..................
×