Samenvatting
Wie zijn de mensen die fraude onderzoeken? Welke rol spelen ze en aan welke ethische, wettelijke, gedrags- en beroepsregels zijn zij gebonden? Want daar waar persoonsgericht onderzoek integriteit raakt zou een onderzoeker die over onvoldoende ervaring, kennis of specifieke bekwaamheid beschikt iemands leven volledig kunnen verwoesten.
Frauditing 2.0 beschrijft in detail welke competenties een fraudeonderzoeker tot een expert maken, gebaseerd op resultaten uit wetenschappelijk en praktijkonderzoek. Competenties die een must zijn voor iedereen die een governancegerelateerde functie bekleedt, zoals internal auditors, accountants, controllers, compliance officers en risk managers. Want dat zijn de functies die in de praktijk gemakkelijk in aanraking kunnen komen met signalen van (vermeende) integriteitsschendingen zoals fraude. Maar dit boek is even belangrijk voor professionals die zich bezighouden met persoonsgericht onderzoek en zich verder willen professionaliseren of willen excelleren.
De insteek van Frauditing 2.0 is interactief en praktisch. Elk hoofdstuk bevat prikkelende vraagstukken en opdrachten, waarmee je je kennis over fraude en onderzoek verder kunt verdiepen en die je uitnodigen om met anderen en de auteur van gedachten te wisselen. Dit leidt tot nieuwe inzichten die een toevoeging kunnen zijn aan bestaande lesprogramma's over frauditing. Het grotere doel van dit boek is dan kennisdeling en -vermeerdering, om zo een steviger vuist te kunnen maken tegen het leed dat integriteitschendingen heet.