Fragment
Na een aantal keren links en rechts afslaan, midden in de Friese weilanden, bereik ik uiteindelijk een doodlopende weg waar links een stel grote hoge bomen staat, een huis en een kleine parkeerplaats met kiezel steentjes. Er staat een bord langs het pad: ‘Voel je thuis’.
In de bomen links, zie ik dat er een prachtige hut is gebouwd! Langs een houten trap loop ik naar boven. Een houten deur, gewoon los van het slot, maar wel met een ouderwetse sleutel. Eenmaal binnen is het veel groter dan ik dacht! Er zitten een paar kleine raampjes in, in eentje met glas in lood. Verder is er een bed, een twijfelaar, een kleine zelfgemaakte bank, een tafel met een vers bloemetje erop, en dat alles in natuurlijke organische vormen. Ook staat er een kleine houten kast met daarop een schemerlamp, kookplaatje en waterkoker. Het boomhuis heeft een ruim terras, ook in de bomen, en ik ruik de geur van knappend hout. Overal om mij heen het geluid van de wind in de bladeren.
Alles is van hout gemaakt, van hout en met liefde, dat zie je meteen, dat voel je.
De vonk van de boom, de vonk van de plek en de vonk van de timmerman kwamen hier samen.
'Klopt dat?', vraag ik, een beetje in het algemeen, want ik weet niet zo goed aan wie ik het vragen moet.
'Nee, dat klopt totaal niet.’
'Oh, nee? Hoe zit het dan?', vraag ik aan de stem, 'Iedereen doet mee!', roept de stem blij, 'de vogels, de spijkers, de boor, het eten, de trap, het gras, de liefde van de andere mensen hier, de weg, de vuilniswagen, de zaag, en nog veel meer'.
'Ja, oké, ik snap het', zeg ik, 'iederéen heeft meegewerkt'.
'Het is geen werk', zegt de stem nu, 'het is lévenswerk'.
'Oh! Dat geloof ik direct!', zeg ik opgetogen.
'Weet je wel wat dat is, levenswerk?', zegt het levenswerk.
'Nee eigenlijk niet precies', zeg ik. Mijn ogen kijken omhoog en om mij heen naar al het moois. Buiten zie ik regendruppels, maar binnen is het warm en ik hoor een vogel over het dak lopen. ‘Wat is levenswerk eigenlijk’, denk ik bij mezelf. Iets waar je een heel leven aan werkt? Maar of dat zo’n goed gevoel geeft... Dus ik zeg: 'Wat ik wel weet, is dat het heel fijn voelt hier met dit levenswerk, en dat ik mij thuis en heel welkom voel'.
'Dat is het precies!', zegt Levenswerk. 'In ieders levenswerk is iedereen welkom'.
'Mooi', zeg ik half in gedachten en half tegen het hout om mij heen. Mijn hand wrijft over de armleuning, het is lichtbruin hout, zacht en warm. Aan de muur hangt een uiltje, ook uit hout gesneden.
'Het is de hemel op aarde', vervolgt Levenswerk.
'Moet je wel in een hemel geloven!', zeg ik, want zo gemakkelijk komt het levenswerk er niet vanaf.
'Levenswerk is de pure, geconcentreerde liefde die verspreid wordt op aarde', legt Levenswerk uit.
'En als je niet in liefde gelooft?' vraag ik.
'Dan voel je het hier toch!'.
'Wauw! Bijzonder!', zeg ik, en ik voel dat het waar is. 'Ben je trots?', vraag ik.
'Wat is dat nou weer voor een vraag!’ De boomhut begint nu te kraken en de wind wiegt het huis heen en weer. Maar ik ben niet bang. 'Want het lijkt me toch een hele klus, Levenswerk, om zo’n boomhut te maken’.
'Lief mensenkind, een levenswerk wordt gebouwd met liefde. Met de energie van liefde. Zoals jij het zou zeggen 'de vonken zijn aan het werk. Het gevoel is aan het werk. Het kost dus geen echte energie. Alleen je lijf is wat moe na een tijdje. Dan moet je rusten, maar alleen je lijf moet rusten'.
Buiten spettert de regen nog een beetje. De vogel is stil, ik ook, en ook het levenswerk. Toch voel ik overal leven. Wat gek toch. ‘Leven’, ik herhaal het woord in gedachte... ‘Leven’. 'Misschien een gekke vraag, Levenswerk', zeg ik nu, 'maar kun je ook gedreven worden door pijn of dood of verlies?'
'Zeker! Eindelijk stel je een nuttige vraag. Dood is liefde. Want in de dood woont de liefde. En een Levenswerk is liefde in veel vormen: liefde voor degene die verloren is, mens of dier, liefde voor de vonk, liefde voor de reis naar de hemel, voor het grote licht, de megavonk zeg maar. En het is ook de liefde voor jezelf, dat je het jezelf gunt, dat je het zelf waard bent'.
'Jee, zit dat er allemaal in? En wat gebeurt er met zo’n plek? Waar je met zoveel liefde creëert?'
'Dat is het paradijs op aarde'.
'En dat betekent niet dat je er heel veel luxe hebt, hè?' (dat plopt op in m’n hoofd en vraag ik toch nog even voor de zekerheid).
'Nee', zegt Levenswerk stellig. 'Het is het voelen van jouw eigen vonk, die zich verbindt met de 1000 andere vonken van een levenswerk.
Door het kleine raam kijk ik even naar buiten. In de verte zie ik nóg een boomhut. Ook daar is alles goed onderhouden. Het grote vuur op de open plek in het midden is uit, maar er komt rook uit een rood klein huisje verderop.
'Levenswerk, mag ik nog wat vragen?'
'Zeker.'
'Kan een levenswerk ook verloren gaan, verpest worden?'
'Zeker', zegt Levenswerk.
'Hoe dan?'
'Dat weet je denk ik zelf wel.'
...
We zijn allebei stil, of liever gezegd allemaal.
Moeilijk. Ik denk aan verwaarlozing, of wat de tijd doet, dat iets verouderd, maar Levenswerk schudt me uit mijn gedachten en zegt: 'Lief mens, het leven ís verval én groei. Daar is helemaal niets ergs aan. Jullie mensen willen altijd graag het makkelijke, mooie en lekkere. Zijn jullie dan zo bang voor verlies?'
'Ik denk het', zeg ik zacht, en ik kijk weer door het kleine raam naar buiten. Daar zie ik de eigenaar zijn gereedschap schoonmaken en opbergen. 'Bang zijn we ervoor dat we er niet toe doen', denk ik.
Levenswerk lacht en ik voel een warme gloed langs m’n handen gaan, als de hitte van een kampvuur. 'Jullie kunnen er niets aan doen, het hoort bij de evolutie, bij de ontwikkeling en bij groei', zegt Levenswerk. ‘Het is goed om onzeker te zijn. Het is een nieuwe stap, het mag.'
Ik wil er iets tegen inbrengen, want onzeker zijn is echt niet leuk, maar ik haper. Levenswerk is echter vol van passie en in zijn element: 'Dat iets onbekends niet alleen iets naars kan brengen maar ook iets moois kan geven, durf je daarop te vertrouwen? Na regen komt zonneschijn, dat weten jullie toch wel?'
'Ja, dat is allemaal wel mooi gezegd, maar vertrouwen is echt moeilijk'.
'En als je met je vonk leeft? Als je jouw vonk ruimte geeft? Als je jouw vonk mee laat beslissen in je nieuwe stap en keuzes?'
'Dan niet!', roep ik uit. 'Als ik lekker in m’n vel zit lijkt alles mogelijk. Op zo een moment voel ik me vrij en sterk'.
'Weet je hoe dat komt?', vraagt de stoelpoot nu (want die hoort blijkbaar ook bij het levenswerk). 'Dat komt, zegt de linkerachtertafelpoot nu, omdat je dan verbonden bent aan het levenswerk van de aarde'.
'Wow, echt?', zeg ik een beetje verward, omdat de stem nu steeds van een ander punt komt.
'Echt', zegt Levenswerk nu, en het geluid komt zacht en liefdevol van alle kanten.
'Jee, dankjewel zeg, wat mooi'.
'Leve de vonk!', roep ik ineens uit en ik gooi m’n handen in de lucht.
'Lang leve de liefde!', roept Levenswerk uit volle borst.
Ik kijk verbaasd op. 'Hé, waarom zeg je dat?'
'Omdat het met liefde begint. Jouw vonk verbindt en begint met de liefde voor jezelf', klinkt nu uit de richting van het raamgordijn.
'Hè, wat een saai einde van een verhaal. Het was net zo mooi', zeg ik een beetje teleurgesteld.
Levenswerk laat een gulle lach horen en zegt: 'Ja, maar ik moest het toch even zeggen. En ik zeg het nu nog een keer: 'Houd van jezelf, van alles wat je bent, hou van jou, dan heb je alles'.
'Ik weet er een mooi liedje over', zeg ik opgetogen, van Harry Jekkers, ‘Ik hou van mij’ heet het.
'Ja, prachtig! Zet maar in je boek.’
'Oké. En heb je nog een slot-tip?'
'Er is geen slot, alleen een begin'.
'Nou wordt je wel heel filosofisch'.
'Ik houd van jou, mensenkind'.
'Ik ook van jou Levenswerk'.
'En…?' Levenswerk valt stil en kijkt me doordringend en vragend aan.
‘Eh .…, oh..., ik houd ook van mij, van mijzelf. Met al mijn boze en wilde kanten'. En in mijn hoofd hoor ik Harry zingen: ..ik hou van mij, helemaal en ik meen het echt.. En neuriënd ga ik verder, met een warm gevoel en een sprankelend vonkje in mijn hart.
Handleiding
Dit boek staat vol met gedichtjes, tekeningetjes, mijmeringen en verhalen over gesprekken die ik voer met wasknijpers, vouwfietsen en nog veel meer. Ook is er bij elk hoofdstuk een ‘Doe-ding’. Dit is een opdrachtje voor wie het leuk vindt. Ik heb lang nagedacht of het woord ‘Doe-ding’ wel goed is, maar ‘opdracht’ klinkt zo serieus en tja, vanuit mijn kind-zijn is het gewoon een doe-ding. Iets wat je kunt doen, als je er zin in hebt, en anders niet.
Dit boek heb ik geschreven vanuit het kind in mij. Daarom is het voor iedereen die zich soms kind voelt, nog kind is of zelfs al de leeftijd van opa of oma bereikt heeft. Het is voor het kind in jou.
Omdat dit misschien allemaal heel chaotisch klinkt en je geen idee hebt hoe je dit boek moet lezen, zet ik nu alles even op een rijtje.
Elk hoofdstuk bestaat uit:
• Een mijmering uit het leven van een creatief ontwerper, van kind tot nu
• Een Gedichtje
• Een Kort Verhaal
• Een Doe-ding
• Een Tekening
×