€ 19,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Lachen is gezond.

Jan van Herpen • Boek • hardback

  • Samenvatting
    Lachen is gezond.
    President Papzak is de baas in het kleine landje Fleurrijk. Hij heeft bepaald dat lachen streng verboden is. Vanuit zijn kasteel kijkt hij neer op alle mensen en houdt alles goed in de gaten. Maar een aantal slimmeriken weten deze “Papzak” te verdrijven. Op een lachaanval had hij niet gerekend.
  • Productinformatie
    Binding : Hardback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 145mm x 210mm
    Aantal pagina's : 71
    Uitgeverij : Niet bekend
    ISBN : Niet bekend
    Datum publicatie : 01-2018
  • Inhoudsopgave
    niet beschikbaar
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 19,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Ditmaal was het Lamzak, die naar Goedzak was gelopen.
‘Volg het spook onmiddellijk’, schreeuwde Lamzak. ‘Twee domme kinderen! OPHALEN’!, snauwde hij er nog achteraan.
Goedzak stapte in zijn kleine Oranje vrachtwagentje.
Het was een klein grappig wagentje. Een soort pick-up-autootje.
Het had twee grote koplampen en vier grote rode spatborden.
Dat rood en oranje vloekte enorm bij elkaar, maar dat kon Goedzak weinig schelen. Als het wagentje maar reed.
Het moest ook tegen een stootje kunnen, omdat het altijd de steile trappen van het kasteel op en af moest rijden.
Goedzak had dit wagentje ooit gekocht voor het vervoeren van feestartikelen in de tijd toen alles nog koek en ei was.
Hij heeft wat afgereden met dat wagentje. Vervoerde partytenten, geluidsinstallaties, bierkratten, springkussens, barbecues en soms nog veel meer.
Alles werd in de laadbak gegooid. Soms nam hij ook kinderen mee die mochten dan liftend mee in de laadbak.
Hij paste zelf amper in de cabine.
Goedzak had een bierbuikje en een grote grijswitte baard.
Hij propte zichzelf altijd in het wagentje als een knakworst in een te klein blikje.
Hij moest ook zijn bierbuikje inhouden wanneer hij instapte.
Maar de oude feestkar werd nu helaas voor andere dingen gebruikt.
Snel had hij twee grote vogelkooien in zijn laadbak gezet.
Dat waren twee stevige kooien die Papzak aan hem had gegeven.
Met sleutels en al erbij.
Het leken twee hele dure gouden kooien, maar van dichtbij zag je duidelijk dat ze al flink begonnen te roesten.
En ze stonken naar vieze oude vogelpoep.
Moesten hier mensen in vervoerd worden? Ging dat nou echt gebeuren?
‘Oh hemeltjelief, twee kinderen’, mompelde Goedzak in zichzelf. ‘Laat het niet waar zijn!’
Maar het was wel waar!
Goedzak volgde de aanwijzingen van het spook.
Rennend voor hun leven zijn Tim en Fleur naar hun huis gevlucht.
‘Snel naar binnen. Ik weet een goed plekje’, had Fleur nog in alle haast gezegd.
Doodop kwamen ze binnen en verstopten zich achter hun met trots opgehangen tekeningen.
Zo hoopten zij nooit gevonden te worden!
In de tekening zat een groot gat en achter dat gat zaten Tim en Fleur met angstaanjagende ogen naar buiten te kijken. Het leek net of zij in de tekening waren getekend. Ze hadden zich gecamoufleerd, zeg maar.
‘Niet bewegen’!, zei Tim.
‘Eigenlijk niet eens ademhalen’, zei Fleur, ‘want dan beweeg je ook een beetje’.
‘Pff, ik bibber van de zenuwen’, fluisterde Tim, ‘dat gaat niet’.
Daar zaten ze dan. Trillend van de zenuwen achter hun tekeningen verstopt.
Maar het spook zag alles, keek dwars door muren en tekeningen heen.
Daar kwam het oranje wagentje al aangetuft en stopte precies voor de deur van Tim en Fleur.
Goedzak durfde niet te kijken. Natuurlijk wist hij wie hier woonden.
Goedzak kende iedereen.
Tim en Fleur zagen twee lege vogelkooien. Zij wisten genoeg.
×
SERVICE
Contact
 
Vragen