Fragment
Prostaatkanker
Fred belde me op: ‘Koos, ik heb slecht nieuws over mijn gezondheid. Wil er rustig met je over praten, kun je bij me thuiskomen?’
‘Ja, natuurlijk.’ Van mijn adres naar de binnenstad waar hij woont, is een halfuurtje lopen, maar pakte toch de fiets.
Ik wilde hem niet te lang laten wachten. Met een bleekgezicht deed hij de deur open. ‘Kom binnen, Koos.’
In de gang kwam de geur van wiet op me af. Aan de muren bloemetjesbehang volgeplakt met popgroepen uit
de jaren 70. De woonkamer in de hippietijd met flowerpowerbehang, ribcordbankstel, salontafel met teakfineerblad en witte poten, tegen de muur een wandkast vol met lp’s, tapedeck en een draaitafel van Philips.
Ik waande me helemaal in de zeventiger jaren. Wat een rust straalt dat uit. De tijd waarin ik me veel beter voel dan in de tijd van
nu, met jagen en jachten naar eigenbelang en politieke misvattingen. De wereld op z’n kop.
‘Ga zitten, wil je wat drinken?’
‘Graag een bakje koffie.’ Hij ging naar de keuken. Voordat ik ging zitten, bekeek ik zijn grote collectie lp’s.
Topgroepen van weleer: The Doors, Jimi Hendrix, The Rolling Stones, Pink Floyd.
Hij kwam de keuken uit, zette de bekers koffie op de salontafel en liet zich zuchtend op de bank neerploffen.
‘Je hebt een mooie collectie lp’s', zei ik.
‘Ja, wat heb ik eraan als ik binnen een jaar de pijp uitga?’
Ik ging naast hem zitten. ‘Wat is er met je aan de hand?’
‘Ik heb bloed laten prikken en kreeg een paar dagen later van mijn huisarts een bericht dat de PSA-waarde naar 8,5 is verhoogd.
Hij vermoedt dat ik prostaatkanker heb.
Na het onderzoek van de uroloog stuurde die me door naar het St.-Antonius ziekenhuis in Nieuwegein.
Ik ben onder de MRI-scan geweest, moet nu afwachten wat er met me gaat gebeuren.’
Hij begon te snikken, ik legde mijn arm om hem heen. ‘Het kan best meevallen. Ik ken mensen in mijn omgeving die het ook hebben gehad. Na de operatie zien ze het leven weer zitten en zijn weer actief. Ik ken er zelfs een die weer lp’s verzamelt.
‘Stel dat ik geopereerd moet worden, wat zijn de gevolgen na de operatie?’
‘Zoals ik gehoord heb, incontinentie en dat je de eerste maanden je penis niet meer overeind krijgt.’
Hij slaakte een zucht van verlichting. ‘Als dat alles is, dan kan ik ermee leven.
De verpleegkundige van de urologie vroeg aan me hoe vaak ik gemeenschap met een vrouw had.
Wat denkt ze; dat een man van 65 jaar nog een dekhengst zal kunnen zijn? Ik zei: bijna dagelijks.
Ze keek me met open mond aan. Ja mevrouw, maandag bijna, dinsdag bijna, woensdag bijna en de rest van de week ook bijna. Ze kwam niet meer bij van het lachen. Ik ga een tweede bakje koffie inschenken voordat ik je wat ga vragen.’
Hij schonk de bekers vol. ‘Ik zie het niet zitten om alleen naar het ziekenhuis te gaan, wil je meegaan?’
‘Natuurlijk, ik laat een ouwe kerel zoals jij niet alleen gaan,’ zei ik lachend. De spanning viel als een blok van hem af
×