Fragment
Net als we de markt willen verlaten, komt er een oude terreinwagen aan gescheurd met achter het stuur een non. Ze parkeert het vehikel, waar geen overkapping op zit, bijna op onze tenen. De non verontschuldigt zich en stelt zich voor als Elena, ze is Italiaanse. Een jaar geleden is ze vanuit Milaan naar Maikona gekomen om als onderwijzeres op de missiepost te gaan werken. Op Eliza’s brandende vraag antwoordt Elena dat er inderdaad mannen werken op de post: ‘Twee paters coördineren de verspreiding van het evangelie in de manyata’s, en vorige week zijn er twee artsen bijgekomen uit Italië,’ zegt de non met haar bruine ogen knipperend tegen de zonnestralen. ‘Beide zijn man. Ze blijven drie maanden om patiënten te behandelen en doen het werk uit liefdadigheid.’
‘Word je nou nooit verliefd op zo’n man,’ vraagt Eliza prompt. ‘Of hij op jou?’
De eerst zo bleke vrouw van een jaar of veertig bloost tot in haar sluier.
‘Nee, ik heb God,’ antwoordt ze terwijl ze het portier van de jeep dichtslaat.
‘Ik wil hier de situatie van vrouwen verbeteren. Als je een man lesgeeft, onderwijs je een persoon. Geef je les aan een vrouw dan onderwijs je de hele familie.’
Met die wijsheid, een geitenbel van blank hout, en een bewerkte metalen armband, wandelen we het marktterrein af.
×