Fragment
Er was eens een succesvolle Utrechtse brouwer, die in andere tijden gewis en zeker meerdere patenten voor zijn brouwsels zou hebben aangevraagd en volkomen terecht. Maar zoiets moderns ontbrak er in de stad ten tijde dat de brouwer, Godert de Coninck, zijn spraakmakende bierrecepten bedacht en tot leven bracht in De Drie Leliën, de befaamde familiebrouwerij aan de Oudegracht. Succes is prachtig en om jaloers op te worden, maar het brengt ook een keerzijde met zich mee, zoals Godert de Coninck al snel bemerkte toen de vraag naar De Drie Leliën-bieren een grote sprong nam. Misschien denk je aan een onverwachte rampspoed, waar het gewest in de afgelopen jaren door is geplaagd. Hoewel tekorten in de aanvoer van de granen de brouwer menige grijze haar heeft bezorgd, kreeg hij kopzorgen van geld. Ja, je leest het goed: geld!
Godert had in de tijden dat het minder goed ging met de brouwerij nooit kunnen bedenken dat veel geld een probleem kon zijn. Het werd een snelgroeiend probleem dat zelfs vandaag de dag nog steeds groter wordt. Wellicht stel je jezelf de vraag: hoe dan? Geld moet ergens worden opgeborgen, zodat het veilig is voor grijpgrage vingers en ander geboefte dat snel rijk wilde worden. Waar in de stad berg je een bovenmatige geldkist op? Vergis je niet, de geldkist, vergelijkbaar qua grootte met een scheepskoffer van de admiraliteit van Holland, deed weinig onder voor de schatkist van de stad, waarover de rentmeester dag en nacht moest waken. Het grootste verschil met de administrateur van Utrecht was dat Godert de Coninck zes dagen per week bier moest brouwen en niet beschikte over rakkers of huurlingen die de geldkist dag en nacht bewaakten. De rentmeester kon uiteenlopende middelen, instrumenten en personeel inzetten om toezicht te houden op het geld. Hij had er een dagtaak aan. Bovendien: wie bij zijn volle verstand doet een poging om de stad van haar schatkist te beroven. Geen kans van slagen. De gevolgen zouden meer dan desastreus zijn en niet alleen voor de dief… Zoals te doen gebruikelijk zouden de directe familieleden eveneens ten strengste worden gestraft. Eerst een voorafje in de vorm van een onvervalste tortuur door de heer Pruijm, gevolgd door een publieke executie waarbij de ledematen door paarden van het lichaam werden getrokken. Nee, de rentmeester had het een stuk gemakkelijker. Hij kon, bij wijze van spreken, de schatkist wagenwijd open laten staan, zonder dat iemand ook maar één gulden zou stelen. De brouwer daarentegen beschikte niet over vergelijkbare middelen, laat staan betrouwbare gewapende manschappen. Het aanbod van huurlingen was overigens aanzienlijk, zeker nu het gewapende conflict met de Spanjaarden met de dag minder werd. Maar wie laat een wolf op de lammeren passen? In ieder geval niet de Utrechtse bierbrouwer van De Drie Leliën.
×