Fragment
De wachtkamer
Het is me gelukt een afspraak te maken met de huis-arts.
Opnieuw: het lukte mij niet, maar mijn Ria wel, om mij op bezoek te krijgen bij de huisarts. Zij spreekt waarschijnlijk wel de juiste taal.
En zo beland ik in de wachtkamer van de praktijk. Maak je geen zorgen, ik zit er niet vanwege een le-vensbedreigende situatie, maar het inzicht van een deskundige is nu wel heel erg prettig, of nodig zelfs.
Ik zorg ik dat ik ruim op tijd ben. Dus te vroeg. Maar wachttijden lopen altijd uit en dat maakt dat ik onge-veer een uur zit te wachten. Niet erg, ik zit droog en warm en er is leesvoer. Hooguit vervelend voor mijn schoonzoon die op de parkeerplaats in zijn auto op mij zit te wachten. Ik besluit echter niet om in een krant te gaan bladeren, maar om mijn medewachten-den in de propvolle wachtruimte te gaan bekijken. Ik ben tenslotte ook maar een mens en doe alsof ik op een mooie zomerse dag op een zonnig terras zit, met een verkoelend drankje binnen handbereik. Ik zie één jonge moeder met een peuter en voor de rest is alles zeventig-plus. Tenminste, zo zien ze eruit.
×