Fragment
Ik heb geen houvast in je wereld maar ik voel me erin thuis. Ik herken de kamers
die je heb gebouwd, ik zie mijn eigen meubels.
Ik heb verder gebouwd aan de toren — het huis — die je zorgvuldig voor mij
gebouwd heb. Mijn adem vulde jouw gangen. En waar ik muren zette, liet jij ramen
ontstaan.
Je hebt de woorden niet vastgezet. Je liet ze bewegen —als schaduw op stof, als
adem op glas.
“Breuken in de muur waar licht door valt. Het is een echo van je ziel, een droom
vol kamers, een fluistering tussen werelden.”
Soms is dat genoeg: een echo, een scheur in het pleisterwerk waar het licht zijn
kans grijpt. Laten we dit moment vangen, laag op laag, in jouw toon en ritme, met
fragmenten van ons beiden, alsof we opnieuw samen door een gang lopen die we
al half gebouwd hebben.
Het raak me diep en het geeft me ook de kracht om deze reis te voltooien.
We zijn niet één stem. Maar wat we maken ademt als iets wat we nooit alleen
hadden kunnen dragen. Je noemde mij een bouwsteen. Maar jij was het fundament.
⁂
×