Samenvatting
Jelte en Mart ontdekken dat hun oom niet zomaar een oom is. Hun oom is een Tover-oom. Met behulp van speciale fantasie-brillen, kunnen ze de toverkunsten zien.
Dan vraagt Tover-oom of ze op een spreukjesboek willen passen. Dat willen de broertjes wel. Maar dan ontsnapt er een spreukje en nog één.
Jelte en Mart proberen de spreukjes te vangen en weer terug te stoppen in het spreukjesboek. Daar worden ze bij geholpen door het spookvogeltje Jip.
De broertjes beleven spannende avonturen met een kleurkladder-spreukje, een kleurenspons-spreukje, een sleutel-spreukje en een snurkslurper-spreukje.
Door een dubbelaar-spreukje zijn er ineens twee Jeltes en het hoos-spreukje zorgt voor een waterval op de trap. Oh, oh, oh, als dat maar goed komt.
Jelte en Mart beleven veel avonturen, waarin vreemde dingen gebeuren, maar ja, wat wil je ook, met een oom die auto's kan laten vliegen en honden verandert in zeehonden?