Samenvatting
In dit diepgravende werk verkent Marc G. Cornelisse het idee van een universeel bewustzijn dat aan de oorsprong ligt van alles wat leeft, denkt en ervaart. Niet als abstract concept, maar als een werkelijk veld dat zich via het persoonlijke bewustzijn manifesteert en zichzelf zo op ontelbare wijzen beleeft.Van het taoïsme en de vroegste Griekse filosofie tot de grensgebieden van de kwantumfysica en de ervaring van liefde, sterfelijkheid en verbondenheid, ontvouwt zich een visie waarin de mens niet langer losstaat van de wereld, maar wordt begrepen als uitdrukking van een groter geheel.Cornelisse nodigt de lezer uit om het ego niet te verwerpen, maar te doorzien, om de sluier van afgescheidenheid op te tillen en opnieuw contact te maken met de stroom waaruit wij voortkomen. Wat dan zichtbaar wordt is een werkelijkheid waarin niets op zichzelf staat en het universele bewustzijn zich weerspiegelt in iedere vorm van zijn.Een inzicht dat, eenmaal doorleefd, misschien tot meer respect leidt voor elkaar, voor het leven en voor de natuur als levende expressie van het universele bewustzijn.Wat als bewustzijn niet voortkomt uit de mens, maar de mens uit bewustzijn?