€ 24,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Vrijheid

Rode draad in de Nederlandse geschiedenis

Otto F.C. van der Leer • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Waarom zijn Nederlanders zo gesteld op hun vrijheid? Reeds in de veertiende eeuw werd in ons land vrijheid en eigen verantwoordelijkheid gepredikt. Er kwam een intellectuele traditie op gang, die de bewoners anders tegen de wereld deed aankijken. Vrijheid en onafhankelijkheid vormden ons volkskarakter van eigenwijze, zelfstandig denkende en kritische mensen. Dat karakter, de ligging aan zee en talent voor zakendoen hebben Nederland gemaakt tot wat het nu is.

    In dit boek wordt de Nederlandse geschiedenis op beschouwende en kritische wijze opnieuw verteld. Het levert een beeld op van een bijzonder land, maar laat ook een boodschap achter: vrijheid is niet onbegrensd, zij vraagt om voortdurende bezinning en nieuwe keuzes.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 170mm x 240mm
    Aantal pagina's : 473
    Uitgeverij : O.F.C. van der Leer
    ISBN : 9789464067682
    Datum publicatie : 04-2021
  • Inhoudsopgave
    INHOUD 4
    Inleiding 9
    VOORAF: Bataven als vrijheidsideaal 18

    1 Hoe in ons land het vrijheidsideaal wortel schoot (14e – 16e eeuw) 21
    2 De Nederlandse staat in wording (Ca. 1430-1480) 30
    3 Het Bourgondische bewind gaat over in het Habsburgse (1477) 34
    4 Nederlands humanisme (16e en 17e eeuw) 40
    5 De Reformatie (16e eeuw) 48
    6 Een opmerkelijke benoeming (1522) 56
    7 Het rijk van Karel V 60
    8 Hoofdrolspelers met onverenigbare belangen en karakters 68
    9 Willem van Oranje wordt leider van het verzet 75
    10 De Opstand (1566-1588) 81
    11 Het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) 86
    12 De Nederlanden maken zich vrij (1580-1588) 107
    13 Vorming van de Republiek (1581-1648) 114
    14 Binnenlandse strijd (1600-1619) 127
    15 De Dertigjarige Oorlog (1618-1648) 141
    16 De Republiek vestigt haar naam (1609-1648) 148
    17 De Vroege Gouden Eeuw (1602-1648) 152
    18 De Late Gouden Eeuw (1648-1702) 185
    19 Zeehelden, kapers en piraten 209
    20 De andere kant van de Gouden Eeuw 226
    21 Slavenhandel 252
    22 De Republiek en Engeland met elkaar verbonden (1677-1702) 259
    23 Achteruitgang en groeiende crisis (1702-1751) 270
    24 Het einde van de Republiek (1751-1795) 282
    25 De Franse Tijd (1795-1813) 308
    26 Bouwen aan een eigen koninkrijk (1813-1839) 328
    27 Een constitutionele monarchie (1848) 362
    28 Onrust in een tijd van betrekkelijke vrede (1849-1890) 385
    29 Modernisering van Nederland (1850-1900) 413

    Geraadpleegde literatuur 445
    Tijdlijn van gebeurtenissen 449
    Personenregister 465

  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 24,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Tijdens de Gouden Eeuw waren de tegenstellingen tussen bijvoorbeeld arm en rijk groot, maar nergens was het welvaartsniveau zo hoog als in de Republiek. Dat gold ook voor het intellectuele niveau van de ‘gewone’ mensen, die overal over meepraatten, ongeacht het onderwerp en iedereen vrij durfden aanspreken. De Republiek vertegenwoordigde voor het buitenland een nieuw soort samenleving, waar men zich over verbaasde, zoals blijkt uit verslagen van bezoekers. Buitenlanders keken hun ogen uit: de vele werven voor scheepsbouw, de molens, het onbekende fenomeen ‘trekschuit’, de geldhandel, de handelaren in kunst en exotische voorwerpen en de armenzorg. En niet te vergeten de straatverlichting, reeds in de zestiende eeuw in Den Haag aanwezig. Standsverschillen waren voor deze buitenlandse bezoekers met moeite te herkennen. Onze tolerantie en vrijheid werd geroemd en verguisd: dat status en gezag zo weinig meetelden moest wel leiden tot anarchie. Wij zagen dat anders: de welvaart rekende af met hautain en dictatoriaal gedrag en gaf ruimte voor respect, aandacht voor het individu. Het bleek in sociaal opzicht vaak een voorbeeld voor de meeste buitenlanden.

Het individu kreeg kansen sturing te geven aan zijn of haar leven. Natuurlijk is dat laatste heel betrekkelijk. Het geld werd verdiend door een kleine bovenlaag van kooplieden, handelaren en bestuurders. Een grote groep burgers verdiende de kost als ambachtsman, ambtenaar, leraar, landarbeider of in de huishouding. Een grote onderlaag was werkloos en leefde onder abominabele omstandigheden. Soms had men tijdelijk werk, bijvoorbeeld als sjouwer in de haven en in pakhuizen. Amsterdam was de belangrijkste stapelmarkt van Europa. Aanmonsteren op een schip bood voor enige tijd zekerheid. Wat ze allemaal gemeen hadden: blootstelling aan ziekten en andere gevaren. De kindersterfte was hoog en tussen 1624 en 1666 sloeg de pest drie keer toe en maakte duizenden doden onder alle lagen van de bevolking.

Deze prestaties kwamen, hoe men daarover ook mag denken, tot stand ondanks grote verdeeldheid, standenverschil en angst voor ziekte en dood. Men leefde voortdurend in een ‘overlevingsstand’ en beleefde de wereld vanuit Bijbelse overtuiging, zoals men geloofde in de ‘straffe Gods’ als een kind overleed, de pest uitbrak, de oogst mislukte of het land onder water kwam te staan. Maar ook dankzij durf, zelfstandig denken, rechtlijnigheid, religieuze en maatschappelijke waarden. Daar kwam een verzwakt buitenland als voordeel bij. Engeland had grote interne problemen en andere landen op het continent vochten de Dertigjarige Oorlog uit. De macht van het Habsburgse Huis was feitelijk voorgoed gebroken.
Dat die verzwakte positie van onze buren slechts tijdelijk kon zijn, werd te laat ingezien. Onze defensie werd verwaarloosd. Het jaloerse Engeland viel ons drie keer aan met grote menselijke offers. Desondanks wist de ×
SERVICE
Contact
 
Vragen