€ 19,90

ePUB ebook

  € 9,95

PDF ebook

niet beschikbaar

Weiniger

(roman)

Lucy Arts • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Februari 2004. Mara Lux leest de verhalen van de dan nog onbekende schrijver Manuel Weiniger. Uit verrukking over het werk en uit genegenheid voor de maker schrijft ze hem een brief. Enkele dagen later is hij bij haar.

    Hun verhouding krijgt gestalte in negen ontmoetingen en een briefwisseling. Voor Mara is het een periode van zowel vermoede als onvermoede opheffing én hellevaart. In de onverkwikkelijke afloop van de romance spelen haar eigen brieven een cruciale rol.

    Weiniger is het stuwende relaas van die obsessieve maanden, het waarachtige verhaal van een onvervulde liefde, die de spil is waaromheen onvermogen en lust in vrije vaart hun cirkels maken.

    Lucy Arts (53) publiceerde verhalen in De Revisor en Tzum.
    Weiniger is haar eerste roman.
    Na zeven jaar van eigen weifelen en van aarzeling bij uitgevers, liet de tijd haar weten nu helemaal ontvangstbereid te zijn. De lezer zij gegroet!
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 135mm x 215mm
    Aantal pagina's : 426
    Uitgeverij : Pumbo
    ISBN : 9789492182173
    Datum publicatie : 02-2015
  • Inhoudsopgave
    niet beschikbaar
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 19,90

niet beschikbaar



2-3 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

FRAGMENT 1:
Ze is moe. Ze zou geen wodka moeten drinken. En hij
niet moeten snurken. MW stelt voor van boord te gaan voor een
koene wandeling. (Waarom meende ze gisteren dat de haven uitgestorven
was? Waarom heeft ze de vele schepen niet gezien? Dat
kan toch niet alleen een zaak van wishful thinking zijn geweest.)
Ze liggen aan een lange U-vormige steiger, aan de uiterste poot
van de U. Ze moeten de U eerst helemaal af om via een kleine
zelfbedieningsbrug een geasfalteerde maar landelijke polderweg
te bereiken. Ze wandelen langs weilanden en hoge ijle bomen, in
de zon en in de wind. Ze heeft haar arm in de zijne gehaakt. Hij is
nauwelijks groter dan zij. Zijn romp beweegt van voor naar achter.
MW praat met afgunst in de stem over collega-auteurs met een
zo grote productie en een zo groot publiek dat hij wat dat betreft
nergens blijft, niet meetelt. Waarom kan hij er niet gewoon mee
stoppen? Grimmig knarst hij de tanden. Mara zegt dat het niet gaat
om hoeveel maar om hoe goed.
Ze denkt een groot publiek is ook niet alles, een groot publiek
zegt ook niet veel. Een trouw en klein publiek, dat is je ware. Al
is er maar één lezer die je werk begrijpt. Al is er maar één die je
werk leest en daarbij voelt hoe de maag gevuld raakt met zware
klei, hoe de keel pijnlijk opzwelt en hoe het hart bloed schreit
van gedeeld verdriet. Al was alleen ZIJ het. En al was het maar één
boek dat hij geschreven had. Als dat boek stervensmooi is, dan is
dat boek duizend keer meer waard dan een vlot oeuvre waaraan de
pijn ontbreekt. Dan kan het nog zo geniaal bedacht zijn allemaal.
Nog zo grotesk en rijk aan ideeën. Zo’n oeuvre van boeken over
de wereld als een Disneypark vol gekke grote poppen, figuren met
goede bedoelingen die verkeerd uitpakken of kwade bedoelingen
die ironischerwijs heilzaam werken. Alsof dat alles is die poppen,
alsof er geen mens, alsof er niet, in toch minstens een zo’n pop
zou je denken, een mens zit die vertwijfeld is en dorstig en bijkans
stikt in de duisternis van zijn kostuum. Dat denkt Mara. Maar wat
zij denkt weet hij toch zeker ook.
Ze zegt: ík heb je werk toch gelezen?

FRAGMENT 2:
Heb je geen kaarsen? Jawel. Ze wijst op een schoteltje met drie
waxinelichtjes. MW houdt vuur bij de lontjes. Hij draagt een opzichtig
rood wollen jack, zit met zijn rug naar het huis, het licht
dat nu zijn gezicht beschijnt komt van de kaarsjes. Zijn elleboog
rust op het ovalen tafelblad, de hand met de sigaar steekt omhoog
en bedekt in het bewegen soms een gedeelte van zijn gezicht, ook
een van zijn ogen. Zijn waakzame ogen. Ze houdt van die ogen.
Het blaffen van de blik. De bezieling, de argwaan, de ironie. Ze
verdraagt het slecht dat zijn hand zo nu en dan een van die ogen
voor haar verborgen houdt. Hij trekt aan zijn sigaar en praat erop
los. Over het meesterwerk dat hij heeft geschreven. Over de twijfel
en hoe toch ineens de oplossing zich aandiende. Hoe de knopen
hem toen letterlijk van de broek sprongen; hij zag het in de spie-
gel gebeuren, zegt hij. Ze lacht er onverwacht vrolijk om. Om die
knopen maar ook om de spiegel, die hij in een opwelling van
solitair narcisme klaarblijkelijk naast zich neer heeft gezet in zijn
werkkamer, in een zodanige stand dat hij zichzelf er tijdens het
schrijven ten voeten uit in kan zien. Ongetwijfeld zit hij een groot
deel van de tijd naakt op zijn stoel achter zijn bureau, van voor
naar achter schommelend zoals maternaal gedepriveerden doen,
de armen kruislings voor de borst of steunend op het bureaublad,
soms brengt hij geilig een hand naar zijn lid en kneedt en trekt
er wat aan terwijl hij zijn zinnen herleest, af en toe kijkt hij opzij
naar zichzelf, een aanblik die hem telkens nog een beetje reeuwser
maakt, zodat hij zich uiteindelijk helemaal naar zijn spiegelbeeld
toe draait, afwisselend zijn pik en de rest van zijn lijf bekijkt en
zich ondertussen zonder veel haast aftrekt.

FRAGMENT 3 [BRIEF]:
Groningen, 7 mei 2005

Lieve MW,
Ja, vanzelfsprekend mag je mijn ‘briefjes’ gebruiken ter opluistering
van je meesterstuk, zoals je mij hebt mogen gebuiken ter opluistering
van je leven. Wat dat betreft zijn mijn briefjes zoals ik ben; mijn
briefjes en ik, daartussen is weinig verschil. Wat je zegt, ze zijn authentiek,
ze zijn zo levend en zo echt als de warme koninginnegelei
aan de binnenkant van mijn dijen die alleen jij tot vloeien bracht en
die alleen voor jou bestemd was.
Daarom ben ik wel nieuwsgierig naar dat plan van jou ze te redigeren
alvorens je ze opneemt, want als je ze redigeert dan vlak je die
hele authenticiteit weer half uit natuurlijk. Los daarvan: schijt aan de
authenticiteit, want de briefjes zijn authentiek zolang ze van mij, van
Mara Lux afkomstig zijn. Clara Soethorst is simpelweg niet in staat zo
te schrijven als Mara Lux. Maar dat zeg ik waarschijnlijk uit jaloezie.
Omdat Clara Soethorst mijn plaats heeft ingenomen.
De meest professionele oplossing zou zijn dat je in een verantwoording
mijn naam vermeldt.
Welke briefjes je wilt gebruiken, daar ben ik nieuwsgierig naar, en tegelijkertijd
voel ik ook dat dat me niet echt aangaat. Het is een tweeslachtig
gevoel: ik wil erbij betrokken zijn en weten welke plaats mijn
woorden krijgen om er zeker van te zijn dat je ze geen onrecht doet.
En tegelijkertijd is er het respect voor jou als schrijver en het vertrouwen
dat je mijn zinnen liefdevol zult aanwenden.
Bedenk altijd dat wat ik je schreef zijn oorsprong had in een hart dat
barstte van de aandoening.
Ik zou willen dat je weer eens kwam. Ja, dat zou ik willen.
Liefs,
Mara ×
SERVICE
Contact
 
Vragen