Fragment
Volgens Plato moest ieder mens een kuis en ascetisch leven lijden. Het lichamelijke was slecht en verwerpelijk, en het geestelijke het hoogste goed.‘
‘En eigenlijk had je beter een ridder kunnen zijn. Zoals Lodewijk de Beier. Hij dronk te veel en vree met menig meisje uit het dorp. Hij wilde ook met mij vrijen, maar nadat hij mij in het veld had getrokken, heb ik mij vrij moeten vechten. Dat was gemakkelijk, omdat hij dronken was. Zijn vader heeft Lodewijk begin deze week daarom voor straf op kruistocht gestuurd. Zo kunnen zijn schulden vergeven worden. En bij thuiskomst kan hij met een schone lei trouwen, voor nageslacht zorgen, aanzien verwerven en het bestuur van zijn vader overnemen.‘
‘De abt vertelde dat door Gregorius het celibaat verandert. Sinds kort is het officieel niet alleen meer voor priesters, maar ook voor lagere geestelijken en diakenen. Dus ook ik moet mij onthouden van het voelen van de liefde. Als ik het celibaat overtreed, staat er een zware straf op mij te wachten. Ferguut wist mij te vertellen dat veel lagere geestelijken erg boos over het celibaat zijn. Aartsbisschop Siegfried werd tijdens de synode in Mainz zelfs door boze monniken met geweld uit zijn stoel gesleept.’
‘Iedereen slaapt, ik weet een mooie plek in het veld aan de rand van het bos,‘ fluistert Marianne. ‘Dat is een mooie plek om voor even het celibaat te vergeten. Ik volg Paulus: liefde voelen is beter dan van begeerte te branden.‘
×