Fragment
10
“Dus u ging de koffie in, maar YEAN dan?” Ik zie de curator vertwijfeld kijken.
“Nee hoor, die koffieprojecten deden we naast YEAN.” Ik moet er zelf ook wel een beetje om lachen nu. Wat waren we allemaal aan het doen?! Het was natuurlijk dag en nacht bikkelen maar zo kreeg ik het wel voor elkaar om aan alle verplichtingen te voldoen. Elke rekening werd op tijd betaald. YEAN kon ik blijven doorontwikkelen en ik kon Bastiaan helpen met zijn koffiedroom in ruil voor kostbare programmeeruren.
En toen uit het niets kreeg ik een telefoontje van de bank. Dat ze graag even wilden bijpraten en of ik langs wilde komen. Ik weet nog dat ik compleet naïef dacht: oh wat fijn, ze zullen wel onder de indruk zijn van mijn doorzettingsvermogen en betrouwbaarheid. Ze willen vast om de tafel om te kijken hoe we YEAN verder kunnen laten groeien. Ja, noem mij onnozel maar ik dacht; dat kan alleen maar een inspirerend gesprek worden.
Nou moet je weten, ik was zelf best onder de indruk van een paar ton investering. Maar de bank zet je dan in het lijstje ‘leuk bezig, niet interessant’. En showt je binnen een paar jaar tijd hun voltallig traineepool, die mag dan op je oefenen. Een soort kappersschool, alleen krijg je hier geen korting maar wel een slecht kapsel in de vorm van een nono die over jouw bedrijf gaat beslissen. Het is werkelijk tenenkrommend, ik heb de halve trainee pool van de bank opgeleid. Dus daar zat ik dan de status van YEAN door te nemen met een jongetje van 23. Dirk Jan heette mijn accountmanager, die met zijn natte krullen zo uit de collegebanken leek te komen.
“U moet echt veel meer omzet gaan draaien”, zei hij tegen me.
Even moest ik de gekheid van deze situatie op me in laten werken. Deze jongen met zijn summiere werkervaring, vertelde mij, een doorgewinterde en over-verantwoordelijke ondernemer hoe ik moest ondernemen? Ik weet niet of ik dit nu ronduit vernederend of juist hilarisch moest vinden.
Dirk Jan keek me ondertussen vragend aan.
Ik snapte er niets van, ik ben hartstikke lekker aan het ondernemen. Ja, ik verdiende niet zoveel maar ik betaalde netjes al mijn rekeningen, was constant mijn businessmodel aan het aanpassen en er zat groei in. Ook al was die klein.
“Ja veel te klein”, mompelde Dirk-Jan, die zich nu ook zichtbaar ongemakkelijk begon te voelen bij de situatie. “Dus mevrouw, we gaan uw krediet intrekken.”
“Wat?!” Ik voelde een ongemakkelijk gevoel in mijn buik omhoogtrekken, er ging iets gebeuren, ik had geen idee wat, maar het voelde niet goed. Alsof ik in slow motion naar mijn eigen auto-ongeluk zat te kijken.
“Ja, we gaan uw aflossing verdriedubbelen.”
“Verdriedubbelen?” zei ik verschrikt. “Maar ik heb je net laten zien hoe ik alles precies kan betalen. Mijn vaste lasten verdriedubbelen, betekent mijn bedrijf om zeep helpen.”
“Ja.” Dirk Jan boog samenzweerderig naar voren “Wij hebben liever dat u failliet gaat.” Zelfverzekerd keek hij me aan.
Liever dat ik failliet ga? Ik keek verbouwereerd terug.
“Je hebt toch zeker liever dat ik mijn aflossing en rente netjes blijf betalen?”
“Ja, nee, dat ziet u verkeerd.”
Dirk-Jan begon iets onsamenhangends te vertellen over een Excel sheet waarin mijn bedrijf stond, en dat het beter was als mijn bedrijf in iemand anders zijn spreadsheet hing, als een failliet bedrijf welteverstaan. Ik hoorde het wel, maar luisterde niet echt meer.
Shit, ik was in een slechte film terecht gekomen. Iemand ging nu moedwillig mijn bedrijf om zeep helpen. Ik wilde nog allemaal andere alternatieven doornemen. Maar de bank die volgens zijn flitsende commercials ‘in mogelijkheden denkt’, leek nu een algehele black out te hebben.
“Ja of u gaat de verhoogde aflossing natuurlijk betalen”, zei hij met een zelfgenoegzaam gezicht.
Ik zag hem denken: dat lukt haar nooit. Ik had zin om die gast heel hard op z’n vervelende gezicht te timmeren maar besefte me nog net op tijd dat dat me vast niet enorm ging helpen.
Compleet verdoofd liep ik nog geen vijf minuten later het bankgebouw uit. Hoe was het mogelijk? Daar stond ik dan met mijn goede gedrag. Ik werd zomaar door een bank willens en wetens een faillissement in gejaagd. Terwijl dat helemaal niet nodig was! Waren het niet de banken zelf die er een zooitje van gemaakt hadden? Compleet verslagen stapte ik mijn auto in. Wauw, deze wending zag ik helemaal niet aankomen. Wat nu?
×