€ 4,00

PRINT boek

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Meer van deze auteur


  • Strijd om de kroon (ePUB)

Memoires van een Reder

Pieter I. van der Molen • ebook • epub

  • Samenvatting
    Op werelden in een verre toekomst beleeft Tiemer vreemde avonturen. Hij komt ook nog de ware liefde tegen en wel in de persoon van een jonge vrouw die zich voorbereidt om Hoge Priesteres te worden.

    Een 'ouderwets' Sf verhaal..
  • Productinformatie
    Binding : Epub
    Auteur : Pieter I. van der Molen
    Bestandstype : epub
    Distributievorm : Ebook (digitaal)
    Aantal pagina's : Afhankelijk van e-reader
    Beveiliging : Digitaal watermerk (social DRM)   Informatie 
    Uitgeverij : Zeedijk
    ISBN : 9789464433197
    Datum publicatie : 02-2022
  • Inhoudsopgave
    MEMOIRES VAN EEN REDER

    Namenlijst

    Proloog

    Mijn jeugd

    Analytisch-Ingenieur in opleiding

    Papier

    Het 3e en 4e studiejaar

    De Tritoni

    Olympus

    Een Minnaar valt uit de hemel

    De Indringer

    Hoge Priesteres

    “Wanneer houdt dit op”

    Rust

    Onrust in Zuidland

    Opstand in Zeusiana

    Een Happy End

    Epiloog

    Bronvermelding

    Inspiratie bronnen:
  • Reviews (8 uit 1 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

    25-02-2022
    Roept herinneringen aan Jack Vance op
    Memoires van een reder is een prachtig , fantasievol boek. Menselijk, avontuurlijk en het leest in 1 ruk uit ! Het roept meer dan eens herinneringen op aan JACK VANCE ,schepper van de mooiste fantasie werelden.

       Leesbaarheid
       Verrassend
       Soms lange zinnen

    Geplaatst door uit Groningen , leeftijd 50-59
    Waardeert het boek met een 8 uit 10

€ 4,00

PRINT boek

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

direct, via download
Veilig betalen Logo
Delen 

Informatie
Herroepingsrecht is uitgesloten voor eBooks. Een download van een eBook of luisterboek is niet meer te herroepen op het moment dat u, na aanschaf van het e-book, de download heeft gestart.

Fragment

Hoofdstuk I
Mijn jeugd
Mijn ouders kwamen uit de lagere middenklasse. De status die ze daardoor hadden, telde alleen in het sociale leven, op de werkvloer is iedereen immers gelijk. Ze hadden beiden een goede opleiding genoten en leefden in voorzichtige luxe. De twee vormden een gematigd conservatief koppel, met af en toe een progressieve uitschieter.

Het progressieve zat voornamelijk in de partnerkeuze: vader was opgegroeid op het zuidelijke halfrond van Waterkant, moeder kwam van het noordelijke.
Het probleem zat hem in de tweedeling van de planeet met als scheidslijn de evenaar: al eeuwen trouwde men met iemand van hetzelfde halfrond.
Er zijn significante verschillen tussen de bevolkingsgroepen, emotionele en lichamelijke.
Het emotionele verschil zat voornamelijk in de uiting van emoties: de zuidelijke groep vertoonde verwrongen gezichten als de emotie maar enigszins opliep, de noordelijke groep was gauw in tranen.
De lichamelijke verschillen zaten in de vorm van de neus en kin, totaal geen probleem, maar wel kenmerkend. Nee, het echte probleem was de lichaamsgeur.

Iedereen weet dat lichaamsgeur voornamelijk bepaald wordt door de keuze van het voedsel. Op het noordelijk halfrond, vooral in de gematigde streken, groeit de regenpeul, een nooit weg te denken onderdeel van de maaltijd: gedroogd, gekookt, gebakken of gewoon rauw, de regenpeul staat op tafel.
In het zuiden wordt de peul beschouwd als heel geschikt voor diervoedsel. Wel krijgen dieren die nauw met de mensen samenleven ze nooit te eten: de geur maakt geen onderscheid tussen mens en dier.

De geliefden hadden elkaar ontmoet op een afgelegen eiland in de Grote Zee waar een algenbedrijf was gevestigd. Er werkte daar personeel van beide halfronden. Iedere werknemer gebruikte min of meer verplicht hetzelfde parfum, gewonnen uit algen natuurlijk en de olie van de Koraalnoot, Lichaamsgeuren werden zo gemaskeerd. Hoe langer men hier werkte, hoe beter het parfum ongewenste geuren verdreef. Daarbij zorgde de afgelegen ligging van het eiland ervoor dat men de familie thuis maar weinig bezocht en dus aten de noorderlingen minder regenpeul.

De vriendschap van mijn aanstaande ouders riep bij beide families sterke emoties op en er werd uitermate fel geprotesteerd. Legaal was er echter geen enkele belemmering al zou de status van het toekomstige echtpaar zeker verminderen.
Maar wie maalt om sociale status als je verliefd bent.

De beide families stuurden uiteindelijk een vertegenwoordiger naar het eiland: de zuiderling uitdagend getooid met neusfilters en grote geurballen, de noorderling ingesmeerd met extra parfum van de regenpeul. Het huwelijk diende namelijk gefiatteerd worden door beide families om uitstoting te voorkomen. Dat het eiland neutrale grond was, hielp de voortgang hiervan wel degelijk.
Alle personeelsleden genoten zeer van de bijzondere emotionele betogen van de twee vertegenwoordigers, zoals gebruikelijk in Hetrijk. Wel was er in dit geval geen winnaar of verliezer maar er werd uiteindelijk overeenstemming bereikt.
Het huwelijk werd ingezegend door de priester op het eiland.

Het jonge echtpaar sloot een nieuw contract met de onderneming waarin vastgelegd werd dat ze vijf jaar lang het eiland niet zouden verlaten en in die tijd ook geen nakomelingen zouden verwerken.
Dit contract had grote sociale voordelen: de families konden rustig afkoelen en het huwelijk ook emotioneel accepteren terwijl de spaarrekeningen van beide algenwinners behoorlijk gespekt werden.
Het bedrijf zag economische voordelen: er hoefde geen rekeningen gehouden te worden met vakanties of zwangerschapsverlof, zodat het werk niet onderbroken werd. De directie stelde daarom een aardige bonus in het vooruitzicht.
Met het zo gevormde kapitaal kon mijn ouders een eenvoudig onderkomen aanschaffen en een kleine, levenslange lijfrente. Tijdelijke banen konden het inkomen te zijner tijd verhogen.

In dat eenvoudige onderkomen werd eerst ik en later mijn broer geboren. Omdat wij als kinderen regelmatig logeerden bij de wederzijdse families, kregen wij een goed beeld van de emotionele uitingen op beide delen van Waterkant. Die ervaring beïnvloedde mijn leven meer dan dat ik toen kon voorzien. Emoties spelen een grote rol in onze samenleving, dat is niks nieuws. Maar omdat ik elke keer geconfronteerd werd met de verschillen tussen noord en zuid op dit gebied, ging ik anders tegen de uitingen van gevoelens aankijken:
Dat gejank, zoals ik het noemde als ik in het noorden kwam en die gekke-bekken-trekkerij, zoals het door mij ervaren werd als ik weer in het zuiden was, stoorden mij al als kind. Ouder geworden kreeg ik een hekel aan deze uitingen en aan overdreven uitingen in het algemeen. Van lieverlee werden mijn emoties gematigder en minder zichtbaar. Sommige lieden noemden mij stilletjes saai: een gesprek voeren met iemand die emotioneel onberoerd lijkt, is inderdaad vanuit hun gezichtspunt, saai. Dit ervoer ik in elke gemeenschap: school, club of, later, het werk. Maar in het gezin was er geen probleem. Zelfs mijn broer matigde zijn gevoelsmatige uitingen als hij met mij sprak.
Mijn ouders waren er eigenlijk wel mee in hun schik: zo kon ik geen enkel familielid nog storen.

Mijn broer, Tamar, maar meestal gewoon Broer genoemd, was mijn beste kameraad. Dat bleven we ons hele leven. Hij was niet zozeer een beschouwer zoals ik maar meer een praktisch mens, wat er in resulteerde dat ik altijd bij mijn jongere broer kon aankloppen als ik weer eens door mijn zakgeld heen was.
Vriendschappen sloot ik nauwelijks al werkte ik bevredigend samen waar dat nodig was. Tijdens mijn opleiding voor Analytisch-Ingenieur zou ik pas een echte vriend krijgen.

Bij een studie op Waterkant, net als in het hele Rijk, gingen theorie en praktijk hand in hand. De beroepskeuze werd er eerst getest in een praktijksituatie zodat de adolescent kon beoordelen welke baan voor hem het geschiktst was. De intensiteit van die praktijk hing natuurlijk wel af van de soort studie: wilde je het beroep van arts onderzoeken dan liep je met een praktiserend medicus mee, observeerde je en mocht je alleen maar simpele handelingen verrichten zoals een medic schoon maken. Was de belangstelling gericht op een functie in de Grote Leegte, zoals bij mij, dan mocht je enkele dagen mee de ruimte in.

In de laatste twee jaren van de middelbare school werd op deze manier gewerkt aan een gedegen keuze voor de toekomst. Voordat een studierichting definitief gekozen werd, waren er nog twee weken van testen en gesprekken met ouderejaars van zo'n opleiding.

Als 17-jarige stapte ik na die twee weken beroepstesten en gesprekken met vierdejaars studenten, aan boord van het opleidingsschip 'Universiteit Van Sector Zeven'. Het was een complete universiteit met studierichtingen die allemaal opleidden tot beroepen in de Grote Leegte. Zo vond je er opleidingen voor sterrenkundige of ruimte arts naast die voor ontwerper ruimtevoertuigen of intergalactische communicatie. Verder waren er geliefde opleidingen, waar weinigen uiteindelijk werden toegelaten, zoals bijvoorbeeld ruimtepiloot. Te veel jongeren wilden dit beroep gaan uitoefenen want het had nog steeds een romantisch aureool. De meeste piloten deden echter geestdodend werk op vaste routes tussen planeten, zonder ooit een avontuurlijke tocht te ondernemen.
Men sprak dan spottend over 'een rondje om de zon maken'.

En dan was er natuurlijk de afdeling voor Analytisch Ingenieur.
De taak van Ingenieur zou onderzoek zijn naar ertswinning op planetoïden. Niet op planeten dus, dat is iets heel anders. In dit beroep was het mogelijk lange tijd op één plaats te werken maar in de praktijk werd er regelmatig gewisseld tussen sectoren: een gebied was leeggehaald of een andere grondstof bleek winstgevender.
Een beroep dus waarin je weinig thuis was.

Het was een groots moment voor mij toen de sloep mij afzette en ik de universiteit betrad. Een ouderejaars wachtte me op.
“Ik ben je mentor tijdens de introductieperiode. Als alles goed gaat duurt die twee weken.”
“En als het niet goed gaat?”
“Komt weinig voor, maar dan nemen we gewoon meer tijd als de inpassing in je studiematrix wat problemen oplevert.”
“Stoort dit jouw studie niet?”
Lodew, zoals het oplichtende naambordje op zijn kraag aangaf, lachte.
“Nee, alleen mijn vrije tijd. Maar dat hebben mentoren er graag voor over. Elke inpassing van een nieuweling in dit systeem is een uitdaging en een waardevolle ervaring. Vooral de studenten van mijn studierichting, ruimte psychologie, staan te dringen om dit baantje te krijgen.”

Hij ging mij voor naar een recreatieruimte, waar wij een tafeltje met uitzicht op Centrum, het administratief en bestuurlijk middelpunt van Hetrijk, konden bemachtigen. De zaal was in de kleuren oker en groen geverfd met bordeauxrode bekleding op de rugleuning der meubels. Omdat mijn leermeesters in de vorige opleiding uitgebreid ingegaan waren op het functioneren en beheersen van emoties, herkende ik het zogenaamde ontspannen-vrolijke patroon.

Na de koffie voorzag Lodew mij van een plunjezak die al snel gevuld raakte met kleding, sanitaire voorzieningen enstudiemateriaal, waar onder een infox.
“Je eigen infox zul je voor het avondeten moeten inleveren, contact met de familie verloopt via deze op de toegestane momenten. Het is je verteld voor je aan boord kwam en je weet dat we zo ongewenste verstoringen van je studie voorkomen. Ik hoop dat jij niet te veel verslaafd bent aan voortdurende sociale contacten. Mocht het je toch zwaar vallen, dan moet je me dat zeggen. Zeker als het heimwee veroorzaakt zal ik zoeken naar een tussenoplossing en je de tijd gunnen af te kicken.”
“Geen zorgen Lodew, ik ben voorbereid. De enige die problemen zal hebben is mijn jongere broer. Ik denk dat het goed is dat hij wat afkickt. “
Meteen piepte mijn infox en er kwam een bericht van Tamar.
“Zie je wel?”

Lodew nam me nu mee naar de hypnos-afdeling van de eerstejaars. Hij toonde mij mijn cubikel: een kleine ruimte met bed, werktafel en eigen sanitair. Er was geen deur naar de gang, maar direct naar binnen kijken was onmogelijk.
“Geen afsluitbare deuren maar iedereen weet dat je niet naar binnen mag bij een ander, tenzij met uitdrukkelijke toestemming. Wil jij op bezoek bij iemand, dan klop je op het beschot naast de ingang. Een tweede keer kloppen omdat er geen antwoord komt, wordt als onbeleefd beschouwd. Jij zult ongetwijfeld ieders privacy respecteren. Ook ik zal kloppen. Als je geen antwoord geeft mag ik je naam roepen en dan binnen gaan om te kijken of je niet in een hoekje zit te huilen. Maar dat verwacht ik niet na het uur dat ik je nu ken.”
“Je hebt mensenkennis, Lodew.”

Tenslotte bevestigde mijn mentor een klein knopje achter mijn revers.
“Hiermee mag je me dag en nacht oproepen als je me snel nodig hebt.”
“Dank je Lodew, een geruststellende gedachte. Ik zal dit vannacht zeker uit proberen.”

Alleen gelaten richtte ik mijn tijdelijke woning zo goed mogelijk in om mijn eigen sfeer te creëren met de weinige persoonlijke bezitting die ik bij me had. Vervolgens stapte ik in de badkamer en kleedde me daarna in het verstrekte universiteits-uniform. Ik kon nog mooi even een opname van cubikel en nieuwe outfit naar Tamar sturen: voor het avondeten moest ik immers mijn infox inleveren.

Ik zette me aan mijn werktafel. Diverse schermen floepten aan, eentje met het menu van de dag, een ander met het rooster voor mijn bezigheden vandaag. Het laatste bevatte weinig info en zeker geen nieuws.
Nu zocht ik de namenlijsten van eerstejaars studenten. Eerst mijn klasgenoten, een lijst van 16 namen. Natuurlijk kende ik er geen. Vervolgens scrolde ik snel door de 174 namen van de andere eerstejaars. Ik meende één naam te herkennen, maar Waterkant was redelijk bevolkt dus zou ik me wel vergissen. Ik realiseerde me nu pas dat een 50-tal werelden gebruik maakten van dit reizend opleidingsschip. Als je het zo bekeek was 174 eerstejaars maar een gering aantal, maar de selectie voor beroepen in de Grote Leegte was zwaar, vooral omdat er niet zoveel banen te vergeven waren.
Elke planeet had natuurlijk zijn hogescholen en universiteiten. Op de dichtbevolkte zoals bijvoorbeeld Centrum vond je er tientallen.

Toen het tijd was, begaf ik me naar de eetzaal. Tafels waren gedekt voor acht personen en een gidslicht wees mij mijn plaats voor deze maaltijd. Morgen zou ik weer andere disgenoten hebben om zo een groot aantal eerstejaars oppervlakkig te leren kennen. Ik stelde me voor en luisterde oplettend naar de anderen.
Het eten was voortreffelijk, de gesprekken aarzelend.

Na het ontbijt de volgende dag werden we kort toegesproken door de rector magnificus, waarna de diverse lokalen werden opgezocht voor de eerste lesdag en kennismaking met docenten en klasgenoten.
Om de beurt stapte een student naar het podium en hield een kort verhaal over zichzelf en de planeet van herkomst. Het scherm achter hem illustreerde zijn opmerkingen. Ook ik had een twee minuten durend beeldverhaal ingeleverd, gemaakt samen met mijn broer.

Daarna was het de beurt aan de docenten. Ze gaven een korte presentatie over hun vakgebied en wat we van hen konden verwachten. Het werd me opnieuw duidelijk dat de naam Analytisch-Ingenieur uit een grijs verleden stamde en niet meer stond voor het werk dat zo iemand verrichtte. Maar ja, wat is tenslotte een naam. De mijne bijvoorbeeld betekent 'Hij Die Hard Is', maar niemand dacht daaraan als men mij begroette.

De inleiding tot de studie duurde twee weken en zou nogal theoretisch zijn met natuurlijk veel praktische voorbeelden geïllustreerd. Twee dagen waren gereserveerd voor de kennismaking met de zogenaamde Landingsvaartuigen, kortweg LV's genoemd, het vervoermiddel waar mee de eigenlijke mijning werd uitgevoerd. Het tweede bemanningslid zou iemand met de opleiding Techneut zijn, we zouden bij de praktijklessen vaak met de eerstejaars uit die opleiding samenwerken.

We maakten op die twee dagen kennis met de 16 Techneuten in opleiding. De naam Techneut stamde ook al uit een ver verleden, maar de verwantschap met technische vaardigheden was duidelijk. Techneuten waren verantwoordelijk voor de werking van de LV en de mijn-machines, de Ingenieurs voor het ontginnen van de ertsen. Techneuten konden een LV in onderdelen uit elkaar nemen en vervolgens weer assembleren, in noodgevallen helemaal alleen. In zo'n geval zou de ingenieur natuurlijk assisteren. Wij kregen dus ook technische kennis op ons bord en natuurlijk een korte opleiding tot hulp-piloot.
Het belangrijkste in mijn vak was het vinden van de ertsen en op een asteroïde vaststellen op welke plek het de moeite loonde om te oogsten, werk buiten de LV dus. Was het nodig iets te analyseren dan was hiervoor een klein lab beschikbaar in het ruim.

Met al deze nieuwe ervaringen was het begrijpelijk dat de emoties van de nieuwelingen naar een hoog niveau stegen. Zolang het niet te gek werd, glimlachten de docenten welwillend. Zelf had ik minder moeite met emoties zoals ik al uitlegde. Ook ik had de neiging om soms te glimlachen, maar wilde niet hautain overkomen. Daarbij bewonderde ik de pogingen van mijn klasgenoten om zichzelf in de hand te houden als echte professionals.

Een aankomend Techneut onthield zich van bewonderende kreten en bleef rustig: was dus ook net zo 'saai' als ik, het stempel dat mensen met minder zichtbare emoties zoals hij en ik, vriendelijk opgedrukt kregen. Ik nam me voor hem aan te spreken in de vrije uren.
Dat hij mij ook opmerkte bleek uit de blikken die we enkele keren wisselden.

Zo ontmoette ik dus Stef met wie ik bevriend zou raken voor de rest van mijn leven, om het populair te zeggen: mijn BVA (Beste Vriend voor Altijd). We kwamen elkaar tegen in de recré enkele dagen later, aan het eind van de introductieperiode. We trokken ons terug in een hoekje maar een gesprek moest even uitgesteld worden.

In de recré mocht de beroepshouding vergeten worden en omdat de normale sociale gebruiken gehanteerd werden, was er een interessante woordenwisseling ontstaan tussen twee kemphanen uit het eerste jaar. De emoties liepen hoog op en de stemmen werden hoger en luider, zodat ook de aanwezige ouderejaars en een enkel bemanningslid belangstellend kwamen luisteren.
Ik begreep dat het twistpunt te maken had met een plaatselijke sport: de beide jongelingen kwamen van dezelfde planeet, de ene was een fan van club A, de ander van club B, de namen van de clubs heb ik niet onthouden. Beide clubs speelden in een serie wedstrijden voor swingbal en één van de twee studenten had iets denigrerends gezegd over de club van de ander.
In onze cultuur kunnen woorden zeker kwetsen maar van lijfelijk geweld is nooit sprake. Deze twist liep echter wel erg hoog op en ik zag enkele mentoren even naar elkaar kijken, waarschijnlijk met het plan dit keer in te grijpen, maar ineens was het over: de winnaar had een oud gezegde uit het dialect van een bepaalde streek aangehaald en de verliezer gaf zijn nederlaag toe. Hij schudde de overwinnaar de hand en prees zijn formulering in enkele woorden, waarna hij hem een drankje aanbood.

Wie ruiterlijk zijn verlies toegeeft, en dus een beschaafd mens is, vermindert zijn status geenszins. De winnaar had zijn status binnen de sociale groep bevestigd en misschien wel verhoogd. Iedereen ging zeer tevreden over tot datgene wat hem of haar tot nu toe bezig had gehouden. De altijd aanwezige emotionele spanningen van de toeschouwers waren ook verdwenen, een mooi gevolg van het meebeleven van zo'n heftige emotionele uitbarsting.

“Kom jij ook van Petrusnet?”
Stef, zo heette hij, noemde de naam van een planeet, bekend in het hele Rijk vanwege de laconieke houding van de bewoners en dus hun 'saaie' sociale leven.
“Nee, maar nu snap ik je houding.”
Ik legde hem uit waarom emoties bij mij een minder grote rol speelden. Stef knikte en zei:
“Interessant wat een mens kan beïnvloeden, sociaal gezien. Maar vertel iets meer over die planeet Waterkant, ik beloof je niet te lachen als je vreselijk gaat huilen of toevallig gekke bekken trekt.” ×
SERVICE
Contact
 
Vragen