niet beschikbaar
niet beschikbaar
Informatie
Herroepingsrecht is uitgesloten voor eBooks. Een download van een eBook of luisterboek is niet meer te herroepen op het moment dat u, na aanschaf van het e-book, de download heeft gestart.
dinsdag 19 april
Liefdesverdriet en een duur plasje
Ik was helemaal somber van alle toestanden maar het leven ging toch gewoon verder. Alle opwindende gevoelens waren weg en hadden plaats gemaakt voor een grote leegte, waar ik niet mee uit de voeten kon. De dagen en weken regen zich aan elkaar. Iedereen vertelde me dat het weer over ging. Eigenlijk wou ik niet dat het overging, deze eerste grote liefde wilde ik vasthouden en koesteren.
Met mijn ouders had ik hierover nog wel gesprekken maar dat hielp niets. Zij waren blij dat het voorbij was, daar had ik niets aan. Maar mijn opa zei: ‘Aalst van hom holst most hom neemn’.
Ik werkte en ik studeerde en het eindexamen kwam er aan. Het zat me niet mee. Het rapport- en praktijkboekje moest opgestuurd worden naar Den Haag om toestemming te vragen voor het eindexamen. Maar ik kon het nergens vinden. Ik had het waarschijnlijk met de oude kranten weggegooid. Het is nooit teruggevonden. Hoe moest dat nou? Ik zag het niet meer zitten, de verkering uit en ik mocht waarschijnlijk ook geen examen doen. Ik zat helemaal in de put en gooide het bijltje er bij neer.
Ik had die dag een late dienst, we moesten dan om half twee ‘s middags beginnen. Maar ik ben om 11.00 uur op de trein gestapt naar… ik wist het niet. Ik heb toch maar de bekende weg genomen. Ik had bij Janny S. een briefje neergelegd met erop geschreven: ‘Ik wil niet meer, ik kan niet meer, ik ben weg. Kikker’.
Janny vond dit briefje in de middagpauze en wist niet goed wat ze er mee moest. Ze ging er toch maar even mee naar de directrice. Er brak groot alarm uit, men dacht aan het ergste. Er werd naar mijn ouders gebeld maar ik was niet te vinden. Kikker zat met een hoofd vol problemen in de trein en zag geen uitweg meer.
In het ziekenhuis werd een late dienst geregeld die mijn dienst zou overnemen. Zodra iemand wat van me zag of hoorde moest dit doorgegeven worden.
Tegen drie uur kwam ik met de bus aan in Stadskanaal. Ik stapte uit en liep naar huis. Op weg naar huis kwam ik voorbij de zaak van mijn vader en daar stond mijn oudste broer, die bij mijn vader in het bedrijf werkte, op de uitkijk. Toen hij mij zag vroeg hij wat er gebeurd was. Hij vertelde dat de directrice gebeld had en dat ik direct terug moest. Zonder antwoord te geven ben ik doorgelopen naar huis.
Mijn moeder deed iedere dag een middagdutje. Mijn vader was op zakenreis dus ik heb niemand getroffen toen ik thuis kwam. Ik ging door de achterdeur naar binnen, naar het toilet om te plassen en direct de voordeur weer uit richting de bus.
De bus draaide altijd bij het busstation en ging daarna weer terug naar Assen waar ik weer op de trein kon stappen om terug te gaan naar het ziekenhuis. Ik wist, dat als ik opschoot, de bus nog kon halen. Mijn broer zag me weer weggaan en kwam me nog op de fiets achterna om me tegen te houden. Maar ik was hem te vlug af en zat alweer in de bus.
Ik heb dus niemand getroffen toen ik thuis kwam, alleen mijn oudste broer. Ik had bedacht dat ze me thuis ook niet konden helpen met mijn problemen. Ik liet het allemaal maar op me af komen. De directrice had immers gezegd dat ik terug mocht komen. Zo had ik nog eens drie uur om over alles na te denken.
Trouwens nu ik dit schrijf vraag ik me af hoe mijn moeder rustig haar middagslaapje kon doen terwijl één van haar kinderen zoek was. Mijn broer zal het haar niet verteld hebben. Hij heeft vast op de zaak de telefoon opgenomen en zal gedacht hebben: ‘Wat heeft ze nu weer uitgespookt?’ Hij had me ook al een keer opgevangen toen ik van het internaat gestuurd ben omdat ik daar de directrice door de stoel heb laten zakken. Toen mocht ik ook na drie dagen weer terugkomen, nadat ik per brief mijn excuus had aangeboden.
Tegen zeven uur ‘s avonds kwam ik weer met de trein aan en met lood in de schoenen liep ik naar het ziekenhuis. Op mijn kamer lag een briefje dat ik me melden moest bij de directrice zodra ik weer terug was. Ik heb haar via de huislijn opgebeld dat ik weer op mijn kamer was. ‘Goed’ zei ze, ‘ik kom eraan met een kopje koffie’. Dat klonk gelukkig redelijk vriendelijk.
Er kwam natuurlijk de onvermijdelijke vraag naar het waarom. En huilend heb ik haar mijn hele zorgenpakket opgebiecht. Ze vroeg nog of ik geen ruzie had gemaakt thuis. Nee, zei ik, ik ben alleen naar de wc geweest en ik heb niemand gezien. Toen zei Loesje: ‘Maar dat was een duur plasje!’
Er zou een oplossing gezocht worden voor mijn zoekgeraakte praktijk- en rapportenboekje, zodat ik toch mijn examen mocht doen. ‘Zo’, zei ze ‘en nu trek je je uniform aan en maak je de late dienst af.’
Ik kreeg de volle medewerking van alle afdelingshoofden en ik had naderhand meer afgetekende punten en bijgewoonde operaties in mijn praktijkboekje staan dan in het originele boekje.
Tjonge, tjonge wat een emotionele dag. Maar ik heb met deze ondoordachte daad toch wel iets bereikt. Ik mocht eindexamen doen. Het had ook mijn ontslag kunnen worden!
×