€ 20,00

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Ambt Nederbetuwe Ambtsrekeningen en Ambtszaken 1432-1497

Dr. P.D. Spies • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Dit is het 39e deel van een serie transcripties betreffende het Ambt Nederbetuwe. Het bevat de transcripties van de bewaard gebleven ambtsrekeningen, aangevuld met enkele ambtszaken over de jaren 1432-1497. Van deze jaren zijn niet alle ambtsrekeningen aanwezig, dus zijn er hiaten, bijzonder de jaren 1474-1484. Het merendeel van deze stukken is afkomstig uit het Hertogelijk Archief (archiefnummer 0001) van het Gelders Archief te Arnhem.
    De ambtsrekeningen bevatten hetgeen door de ambtman van Nederbetuwe en als of door de richter van Tiel en Zandwijk is ontvangen en uitgegeven namens en voor de Hertog van Gelre. De inhoud van dit deel is bijzonder gevarieerd en geeft een aardige inkijk in de handel en wandel van de ambtmannen en het reilen en zeilen van de bevolking. Vanzelfsprekend geven de rekeningen veel informatie over de boetes en andere straffen die mensen werden opgelegd, vanaf geringe bedragen tot en met doodstraffen, maar er is veel meer te vinden. Zo is er bijvoorbeeld sprake van vijandelijke geschillen, waarbij die tegen de Heer van Culemborg veelvuldig aan de orde komt. Bij dit soort van geschillen komt redelijk duidelijk naar voren wat men daarin heeft gedaan en welke troepen er werden ingezet en welk onderhoud men daartoe nodig had. Deze vijandelijkheden, doorgaans "vedes" genoemd, verschillen van kleinere gerichte aanvallen of vergeldingen tot complete gevechten.
    Henrick van Culemborg verstoutte zichzelf in deze vedes dermate dat hij zich eind 1471 tot ambtman liet uitroepen van de Nederbetuwe. Daartegen kwam veel verzet vanuit Gelre en met behulp van rond de 3000 man voetvolk werd hij verdreven. Overigens was hij niet de enigste die zich tot ambtman uitriep of niet van zijn ambtmannie afstand wilde doen. Daardoor waren er veel twisten door de hertog op te lossen.
    Bij de criminele zaken komen veel gevechten aan de orde, maar ook diefstallen en onzedelijke gedragingen. De wijze van straffen kan wat vreemd overkomen, maar dienen te worden gesitueerd in die tijd en niet bezien te worden vanuit het hedendaags perspectief. Zo had het crimen "doodslag, nederslag" een andere betekenis als tegenwoordig, daar er meer sprake was van een dodelijk, vaak ongewild, incident, dat door middel van betaling aan de nabestaanden en de landheer kon worden verzoend. Die betaling werd gerekend naar het vermogen van de dader, dus varieerde van enkele tot honderden guldens. Daartegenover werden dieven vrij snel opgehangen.
    In de jaren 1473-1492 werd Gelre ingelijfd in het Bourgondische rijk met alle gevolgen van dien. Uit die tijd zijn weinig stukken in het Gelders Archief bewaard gebleven die in het verband van dit boek van belang zouden kunnen zijn. Na de verlossing van Gelre zijn er wel enkele stukken opgenomen over personen die met de vijand hadden geheuld en aan wie gratie werd verleend.
    In het Ambt Nederbetuwe was het waterbeheer van groot belang, dus werd er veel toezicht uitgeoefend op het onderhoud van dijken en waterwegen. Uit de overzichten hiervan blijkt niet alleen de noodzaak van deze controles, maar ook de grote moeite om alles in goede conditie te houden, waarbij nogal wat boetes (dijkbreuken) werden uitgedeeld.
    Deze transcriptie is voorzien van een naamregister en verduidelijkende voetnoten.

    Dr. Peter Dirk Spies (Amersfoort, 1955) promoveerde in 2017 aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn op de studie: De classis van Tiel 1579-1816. De gereformeerde kerk in de Nederbetuwe in het spanningsveld van politieke machten en maatschappelijke veranderingen. Hij is onder andere werkzaam geweest als hoofd van een afdeling archief, bibliotheek en documentatie, als theoloog binnen de Nederlandse Hervormde Kerk en als jurist in bestuursrechtelijke zaken. Daartoe volgde hij enkele archiefopleidingen en bekwaamde zich in bestuursrecht en paleografie. Hij heeft vele transcripties, artikelen en boeken geschreven, waarvan het laatste boek Dirck Vijgh (1531-1615). Schetsen uit het leven van de ambtman van Nederbetuwe in 2020 verscheen.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 170mm x 240mm
    Aantal pagina's : 379
    Uitgeverij : Dr. P.D. Spies (druk Pumbo)
    ISBN : 9789464436617
    Datum publicatie : 10-2022
  • Inhoudsopgave
    RAG archief 0001 nummer 3677: Rekening van ambtman Johan Trant van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 13-07-1432 tot 13-07-1433, inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk van Johan Lambertsen over de periode van 06-01-1433 tot 13-07-1433. Deze rekening is afgehoord op 29-10-1434 te Buren samen met de hierna volgende van 1433-1434 (pagina 15).

    RAG archief 0001 nummer 1149: Stukken en getuigenissen betreffende een mogelijk verraad van de stad Tiel door onder anderen jonker van Hensbergen en Gerijt Beerntsen, aangedragen door de stadsbode Peter van Meerten, die dit had aangegeven bij Dirck Doijs van Beesde, Johan van Rossem en anderen, met name daar inwoners van Tiel erbij betrokken zouden zijn, zelfs uit de magistraat van Tiel onder leiding of bescherming van de Heer van Culemborg, de datis 20-05-1433, 25-06-1433 en 28-06-1433 (pagina 28).

    RAG archief 0001 nummer 3678: Rekening van ambtman Johan Trant van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 13-07-1433 tot 13-07-1434, inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk van richter Dirck Doijs van Beesde over de periode van 06-01-1434 tot 13-07-1434. Deze rekening is afgehoord samen met de voorgaande rekening van 1432-1433 op 29-10-1434 nabij Buren (pagina 33).

    RAG archief 0001 nummer 3679: Rekening van ambtman Jan van Oijwijck van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 13-07-1435 tot 13-07-1436, inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk van richter Johan Lambertsen. Afgehoord te Grave op 06-12-1437 (pagina 38).

    RAG archief 0001 nummer 3680: Rekening van ambtman Jan Vos van Avezaet van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 13-07-1437 tot 12-03-1438. Het richterambt van Tiel en Zandwijk is hierin niet opgenomen en er is ook geen vermelding van het afhoren van de rekening (pagina 45).

    RAG archief 0446: Eerste afschrift op 29-06-1678 door Jan van Coten gemaakt van een afschrift door Laurens Thomassen van 02-04-1650, betreffende afspraken in dato 12-05-1438 gemaakt tussen ambtman Johan Trant, de Heer van IJzendoorn en de geërfden van IJzendoorn en Ochten over het opmaken, onderhoud en schouwen van de dijken, sluizen en wegen tussen beide kerspelen (pagina 52).

    RAG archief 0446: Tweede afschrift circa 1725 gemaakt door secretaris Libert van Axele van het voornoemde afschrift door Laurens Thomassen van 02-04-1650, betreffende afspraken in dato 12-05-1438 gemaakt tussen ambtman Johan Trant, de Heer van IJzendoorn en de geërfden van IJzendoorn en Ochten over het opmaken, onderhoud en schouwen van de dijken. sluizen en wegen tussen beide kerspelen (pagina 55).

    RAG archief 0446: Afschrift (ernstig beschadigd) van een brief van Johan Trant ambtman en dijkgraaf in Nederbetuwe over de schouw van de dijkgraaf Johan Vosch van Avesaet in 1438, bijzonder over de gaten in de bandijk onder Ooij kerspel Echteld en de noodzaak tot reparatie en de wijze waarop dat is geregeld, de dato 16-02-1439 (pagina 59).

    RAG archief 0447 nummer 308: Kopie gemaakt door de secretaris van Tiel de dato 21-09-1637 betreffende een overeenkomst tussen de geërfden van Maurik en Zoelen omtrent het beheer en afvoeren van water, bijzonder van de Coopsteeg en de Ommerense brug, de dato 10-11-1439 (pagina 62).

    RAU archief 223 nummer 1833-1: Richtersbrief van het gericht van Kesteren voor Johan Vos van Avezaat tegen de domproost en het kapittel van Oudemunster te Utrecht voor 2000 Rijnse gulden hoofdgeld, omdat zij hem hadden afgebrand, en 2000 Rijnse gulden aan schade, de dato 10-01-1440 (pagina 63).

    RAU archief 223 nummer 1833-2: Verwinsbrief van het gericht van Kesteren voor Johan Vos van Avezaat tegen de domproost en het kapittel van Oudemunster te Utrecht als gevolg op de richtersbrief van 10-01-1440, de dato 07-05-1440 (pagina 64).

    RAG archief 0001 nummer 3681: Rekening van ambtman Johan van Rossem Johanszoon van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 24-06-1439 tot 13-07-1440, inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk afgerekend door schout Duijs. Mogelijk is deze rekening tegelijk afgehoord met de volgende rekening (3682) (pagina 65).

    RAG archief 0001 nummer 1263: Acte waarbij hertog Arnold het verbond tussen ridderschappen en steden van de drie kwartieren Nijmegen, Zutphen en Arnhem van 17-04-1436 onder zekere nadere bepalingen goedkeurt en daarin toetreedt, met bevestiging door gedeputeerden van ridderschappen en de drie hoofdsteden etc., de dato 31-05-1441 (pagina 77).

    RAG archief 0001 nummer 3682: Rekening van ambtman Johan van Rossem Johanszoon van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 13-07-1440 tot 13-07-1441, inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk. Afgehoord te Lobith op 07-10-1441 (pagina 80).

    RAG archief 0001 nummer 3683: Rekening van ambtman Johan van Rossem Johanszoon van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 13-07-1441 tot 13-07-1442, inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk. Afgehoord te Lobith op 28-08-1442 (pagina 92).

    RAG archief 0001, nummer 1079: Stukken betreffende de bediening van het ambtmanschap in Nederbetuwe, met name betreffende de ambtlieden Johan van den Steenhuis en Johan van Rossem, de annis 1444-1458 (pagina 101):
    1. Bekendmaking van hertog Arnold dat hij Johan van den Steenhuis heeft aangesteld als ambtman in Nederbetuwe en Tiel etc., de dato 04-09-1444.
    2. Afspraken tussen hertog Arnold en Johan van Rossem en diens zoon Johan over een mogelijk gerechtelijk onderzoek tegen ambtman Johan van den Steenhuis, de dato 22-02-1446.
    3. Beschadigd stuk over gerezen problemen tussen de Hertog van Gelre en Johan van Rossem, welke door middel van zegslieden en een over-arbiter behoren te worden opgelost, mogelijk rond het jaar 1458.
    4. Een vijftal kladstukken over de betaling van 500 gulden door Johan van Rossem aan hertog Arnold van Gelre en de aanstelling van Johan als ambtman van Nederbetuwe, de datis 12 en 13-07-1458.

    RAG archief 0001 nummer 1240: Stukken betreffende een tijdelijk bestand door de Hertog van Gelre en zijn raden gesloten tussen Otto van Vuren en de andere zonen van wijlen Johan van Vuren enerzijds en de steden Nijmegen, Zutphen, Arnhem, Zaltbommel, Tiel en Venlo anderzijds, waarbij Roermond zich aansloot, de datis 06-01-1450 en 10-01-1450, welk bestand eindigde op 01-03-1450 (pagina 105).

    RAR archief 0001 nummer 93-70: Placcaat van de hertog aan ambtman Johan van den Steenhuis om met zijn onderdanen jacht te maken op alle criminelen die zich binnen het Ambt Nederbetuwe ophouden, de dato 28-06-1450 (pagina 106).

    RAR archief 0001 nummer 93-71: Vervolg op het voorstaande placcaat van de hertog aan ambtman Johan van den Steenhuis om met zijn onderdanen jacht te maken op alle criminelen die zich binnen het Ambt Nederbetuwe ophouden, met aanvulling 25 gulden als beloning en waarschuwing aan familieleden, de dato 01-08-1450 (pagina 107).

    RAR archief 0001 nummer 93-72: Afschrift van de aanstelling van Johan van Rossem als ambtman van Nederbetuwe door hertog Arnold van Gelre en Gulick, de dato 12-07-1458 (pagina 108).

    RAG archief 0001 nummer 4799: Afschrift uit de voorstukken opgenomen bij de rekeningen van ambtman Willem van Gendt (1492-1496) betreffende de oplossing van het geschil tussen de hertog en Johan van Rossem bij diens aanstelling als ambtman, de dato 12-07-1458 (pagina 111).

    RAG archief 0001 nummer 5105: Afschrift van een vidimus de dato 18-04-1509 betreffende de waarborg van de Hertog van Gelre voor Johan van Rossem als die als ambtman zou worden aangevallen, de dato 12-07-1458, afschrift circa 16e eeuw (pagina 111).

    RAG archief 0001 nummer 3684: Eerste van een achttal rekeningen van ambtman Johan van Rossem over de jaren 1458-1467, bevattende de ontvangsten en uitgaven over de periode van 15-07-1458 tot 13-07-1459 van het Ambt van Nederbetuwe inclusief het richterambt van Tiel en Zandwijk door schout Dirck van Stralen (pagina 113).

    RAG archief 0001 nummer 3684: Tweede van een achttal rekeningen van ambtman Johan van Rossem over de jaren 1458-1467, bevattende de ontvangsten en uitgaven over de periode van 13-07-1459 tot 13-07-1460 van het Ambt van Nederbetuwe en die van het richterambt van Tiel en Zandwijk door de opvolgende schouten Dirck van Stralen over de periode 13-07-1459 tot 13-05-1460 en Jacob Ottensen van 31-05-1460 tot 13-07-1460 (pagina 127).

    RAG archief 0001 nummer 3684: Derde van een achttal rekeningen van ambtman Johan van Rossem over de jaren 1458-1467, bevattende de ontvangsten en uitgaven over de periode van 13-07-1460 tot 04-10-1461 van het Ambt van Nederbetuwe en die van het richterambt van Tiel en Zandwijk door de opvolgende schouten Jacob Ottensen over de periode 13-07-1460 tot 10-06-1461 en Gherit van den Steenhuijs over de periode van 10-06-1461 tot 04-10-1461 (pagina 136).

    RAR archief 0001 nummer 93-10: Afschrift van een vonnis van een klaring door ambtman Johan van Rossum in de bank van Kesteren betreffende een zaak over rechten en goederen in Lienden en Ter Leede tusschen Gherit heer van Culenburch en Henrick van Grijmnich, de dato 17-10-1462 (pagina 147).

    RAG archief 0001 nummer 3684: Vierde van een achttal rekeningen van ambtman Johan van Rossem over de jaren 1458-1467, bevattende de ontvangsten en uitgaven over de periode van 04-10-1461 tot 13-07-1462 van het Ambt van Nederbetuwe en die van het richterambt van Tiel en Zandwijk door de opvolgende schouten Gherit van den Steenhuijs over de periode 04-10-1461 tot 01-07-1462 en Jacob Ottensen over de periode van 01-07-1462 tot 13-07-1463 (pagina 148).

    RAR archief 0001 nummer 93-11: Afschrift van de landbrief van hertog Arnold voor de Nederbetuwe, de dato 25-10-1463 (pagina 161).

    RAG archief 0001 nummer 3684: Vijfde van een achttal rekeningen van ambtman Johan van Rossem over de jaren 1458-1467, bevattende de ontvangsten en uitgaven over de periode van 13-07-1463 tot 13-07-1464 van het Ambt van Nederbetuwe en die van het richterambt van Tiel en Zandwijk door de schout Jacob Ottensen over dezelfde periode (pagina 163).

    RAR archief 0001 nummer 93-8: Afschrift van een acte waarbij ambtman Johan van Rossem het ambt van richter te Tiel en Zandwijk opdraagt aan Johan van Haeften, Willem de Haes Claerboutsen en Jacob Ottensen voor een periode van drie jaar voor een hoofdsom van 600 gulden, met vermelding van de borgen en nakoming van de gestelde voorwaarden, de dato 01-03-1464 (pagina 170).

    RAG archief 0001 nummer 4799: Afschrift uit de voorstukken opgenomen bij de rekeningen van ambtman Willem van Gendt (1492-1496) over de vervallen en hernieuwde aanstelling van Johan van Rossem als ambtman in de Nederbetuwe door hertog Arnold van Gelre bij de overdracht van het Hertogdom Gelre aan diens zoon Adolph, de dato 24-01-1465 (pagina 174).

    RAG archief 0001 nummer 3684: Zesde van een achttal rekeningen van ambtman Johan van Rossem over de jaren 1458-1467, bevattende de ontvangsten en uitgaven over de periode van 13-07-1464 tot 13-07-1465 van het Ambt van Nederbetuwe en die van het richterambt van Tiel en Zandwijk door de opvolgende schouten Jacob Ottensen van 13-07-1464 tot 01-01-1465 en Henrick die Haze van 01-01-1465 tot 13-07-1465 (pagina 175).

    RAG archief 0001 nummer 3684: Zevende van een achttal rekeningen van ambtman Johan van Rossem over de jaren 1458-1467, bevattende de ontvangsten en uitgaven over de periode van 13-07-1465 tot 13-07-1466 van het Ambt van Nederbetuwe en die van het richterambt van Tiel en Zandwijk door de opvolgende schouten Henrick die Haze van 13-07-1465 tot 25-01-1466 en Henrick van den Poel van 25-01-1466 tot 13-07-1466 (pagina 184).

    RAG archief 0001 nummer 3684: Achtste en dus laatste van een achttal rekeningen van ambtman Johan van Rossem over de jaren 1458-1467, bevattende de ontvangsten en uitgaven over de periode van 13-07-1466 tot 13-07-1467 van het Ambt van Nederbetuwe en die van het richterambt van Tiel en Zandwijk door de opvolgende schouten Henrick van den Poel van 13-07-1466 tot 14-02-1467 en Henrick die Haze van 14-02-1467 tot 13-07-1467 (pagina 193).

    RAG archief 0001 nummer 4260: Bevelschrift van hertog Adolf aan raad en ambtman Johan van Rossem, om zorg te dragen dat de tollenaar van Zaltbommel aan Godert de borduurwerker de verschuldigde betalingen doet, de dato 07-09-1466 (pagina 203).

    RAG archief 0001 nummer 3685: Rekening van ambtman Henric van Rossem van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 13-07-1467 totdat hij in ter Leede in gevangenschap stierf op 08-06-1468, waarna deze rekening werd afgerond door zijn opvolger Adriaen van Brakell, inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk door de opvolgende schouten Henric die Haze van 13-07-1467 tot 14-02-1468 en Jacob Ottensen van 14-02-1468 tot 08-06-1468 (pagina 203).

    RAG archief 0001 nummer 4799: Afschrift uit de voorstukken opgenomen bij de rekeningen van ambtman Willem van Gendt (1492-1496) betreffende de aanstelling van Aelbert van Bemmel als ambtman in de Nederbetuwe door hertog Adolph van Gelre, de dato 13-05-1469 (pagina 210).

    RAG archief 0001 nummer 1684 Liber VI (1499-1502) nummer 129 folio 85v: Bevel van hertog Adolph aan de ambtlieden en steden van het land van Gelre dat er geen overdracht van renten en vaste goederen meer mag plaatsvinden aan geestelijke personen of namens de geestelijkheid, daar anders grote problemen ontstaan voor het land belangende de inning van schattingen etc., de dato 09-11-1469 (pagina 211).

    RAG archief 0001 nummer 3686: Rekening van ambtman Aelbert van Bemmel van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 13-05-1469 tot 13-07-1470, inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk afgerekend door de schout Henric die Haze van 17-02-1469 tot 20-05-1470, waarna de ambtman het schoutambt zelf waarnam tot 13-07-1470. Afgehoord op 18-09-1470 (pagina 212).

    RAG archief 0447 nummer 14: Acte waarbij Johan van Rossem verklaart aan Arnt Schrasser 110½ gulden schuldig te zijn wegens geleende gelden, waarvoor hij Arnt in het peindersambt van Eck, Maurik, Rijswijk en Ravenswaaij heeft gezet, met verklaring van ambtman Aelbert van Bemmel, die namens Johan van Rossem als ambtman functioneerde, om zich aan de afspraken te houden, de dato 28-09-1470 (pagina 228).

    RAG archief 0001 nummer 3687: Rekening (beschadigd) van ambtman Aelbert van Bemmel van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 13-07-1470 tot 12-04-1472, inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk en de gedeeltelijke tijdelijke waarneming van het Ambt van Veluwe in 1468-1469, tevens ontvangsten herkomende van de Culemborgse vijandelijkheden.
    Afgehoord op 10-04-1473 (pagina 229).

    RAG archief 0001 nummer 3688: Toelichtingen en aanvullingen op de rekening van ambtman Aelbert van Bemmel van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk over de periode van 13-07-1470 tot 12-04-1472 (pagina 247).

    RAG archief 0001 nummer 3689: Bijlage bij de rekeningen van Aelbert van Bemmel, ambtman in Nederbetuwe, betreffende bevel van hertog Adolph om 36 gulden te verstrekken tot zomer- en winterkleding voor de secretarissen Derick van Brakel en Rutger van Randwijck, de dato 24-09-1470 (pagina 251).

    RAG archief 0001 nummer 3690: Bijlage bij de rekeningen van Aelbert van Bemmel, ambtman in Nederbetuwe, betreffende een verzoek van de gedeputeerden van de drie Kwartieren van Gelre en hoofdsteden tot betaling van onkosten en soldij van ruiters, knechten etc. die te Tiel hebben gelegen en nu naar heer Derick van der Horst te Buren gaan, de dato 31-05-1472 (pagina 251).

    RAG archief 0001 nummer 5105: Afschrift van een vidimus de dato 18-04-1509 betreffende de hernieuwde aanstelling van Johan van Rossem als ambtman in de Nederbetuwe, wegens zijn verdiensten bij de overgave van de stad Tiel aan Karel de Stoute, Hertog van Bourgondië, de dato 29-06-1473, afschrift circa 16e eeuw (pagina 252).

    RAU archief 216 nummer 2210: Gerichtsbrief (beschadigd) van het Ambt van Nederbetuwe, waarbij het Domkapittel te Utrecht wordt ingeleid in drie morgen land te IJzendoorn, met enkele aantekeningen, de dato 15-06-1485 (pagina 253).

    RAR archief 0001 nummer 93-9: Afschrift van de overdracht van alle rechten op en brieven van het Ambt van Nederbetuwe door Johan van Rossum aan Willem van Ghent, de dato 22-02-1487 (pagina 254).

    RAG archief 0447 nummer 298: Dirck van Sweten, Heer tot Leijenberch verklaart dat Johan van Rossem, Heer tot Zoelen, zich ten onrechte het visrecht tussen de kerk van Soelen en Dirck van der Molen zou aanmatigen ten nadele van Lambert van Buren, die hij verklaart schadeloos te zullen stellen etc., de dato 19-07-1487 (pagina 255).

    RAU archief 216 nummer 2080-2080: Gerichtsbrieven van de bank van Kesteren, waarbij aan Johanna, weduwe van Jacob Philipsen, haar eis wordt toegewezen tegen het Sint Jansklooster en de kapittels van de Dom en Sint Pieter te Utrecht, omdat de overheid van de stad Utrecht tarwe van een door haar gehuurde zolder heeft laten halen, met overdracht van de goederen van het Domkapittel te Ravenswaaij aan Philips Jacobsen etc., de datis 14-05-1487, 29-11-1487 en 12-12-1487 (pagina 256).

    RAU archief 216 nummer 3190-1/-2/-3: 1. Aanschrijving door rooms-koning Maximiliaan aan de stadhouders, ambtlieden etc. in Gelre en Holland, om de kerken van de Dom en Oudmunster, van wie onlangs in Gelre goederen in beslag genomen waren wegens schuldvorderingen op de stad Utrecht of particuliere burgers, in het vreedzaam bezit van hun goederen te laten, de dato 07-10-1488 (2. met de niet getranscribeerde vidimus), en 3. een acte van protest van de vijf Utrechtse kerken tegen ambtman Oto van Wijhe en de ridderschap etc. van het Ambt Nederbetuwe, waar die goederen toch in beslag werden genomen en gerichtelijke procedures werden gevoerd, de dato 16-12-1490 (pagina 259).

    RAG 0447 nummer 313: Uitspraak door stadhouder Adolf van Nassau en de raadsheren, met advies van de Vijf Dijkstoelen in het geschil over het opmaken van de dijken in de Nederbetuwe tussen de dorpen Zoelen en Avezaath en de andere dorpen, waarbij is overeengekomen dat de twee dorpen worden gevrijwaard van het onderhoud van de bandijken, maar bij dijkdoorbraak etc. wel zullen helpen met de klokkenslag om een kade boven water te brengen, de dato 13-07-1491 (pagina 262).

    RAG archief 0001 nummer 4668: Rekening van secretaris Lodewijk namens de maarschalk van Karel van Gelre van ontvangsten van in Tiel en de Nederbetuwe geleende gelden, en van uitgaven voor oorlogskosten over de periode 25-03-1492 tot en met 08-09-1492, met onder meer vermelding van de herovering van Wageningen etc., de anno 1492 (pagina 265).

    RAG archief 0001 Liber III (1492-1501) nummer 0044 folio 25r-v: Aanstelling van Willem van Gendt tot ambtman in de Nederbetuwe door hertog Karel, omdat er veel twist is over dat ambt, en dat iedereen die meent rechten te bezitten tot dat ambt zich dient te melden, zodat de hertog daarover uitspraak kan doen, de dato 28-06-1492 (pagina 277).

    RAG archief 0001 nummer 4799: Rekeningen van de ambtman Willem van Gendt van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe vanaf 01-04-1492 tot 13-03-1496, tevens met afschriften van de koopacte van het huis en de heerlijkheid van Oijen en Dieden door hertog Karel van Egmond van Willem van Gendt van 12-12-1492, de acte van aanstelling Willem van Gendt als richter van Tiel en Zandwijk en ambtman in de Nederbetuwe van 20-09-1492 waarin opgenomen oudere benoemingsacten voor Johan van Rossem van 12-07-1458 en 24-01-1465 en van Aelbert van Bemmel van 13-05-1469, tevens de acte van bevestiging van Willem van Gendt door hertog Karel met betrekking tot zijn benoeming als ambtman en het geschil daarover met Lambert van Buren van 21-09-1492, met een acte betreffende de bediening van het tolhuis in Tiel door Willem van Gendt van 27-11-1493 etc. (pagina 278).

    RAG archief 0001 nummer 4800: Bijlagen bij de rekeningen van Willem van Gendt, ambtman van Nederbetuwe, over de jaren 1492-1496, waaronder de rekening van Sander Ottensen van het schoutambt van Tiel vanaf 01-04-1492 tot 13-03-1496, het commentaar van de ambtman op de kortingen op zijn rekening door de hertog en diens raden en zijn verantwoording van reizen buiten het Ambt (pagina 329).

    RAG archief 0001 nummer 1818: Acte (beschadigd en doorsneden) waarbij hertog Karel verklaart huis, slot en heerlijkheid van Oijen en Dieden cum annexis, in pand gehouden door Willem van Gendt, ambtman in Nederbetuwe, te hebben gelost en een regeling treft met betrekking tot de terugbetaling van de pandsom, de dato 12-12-1492 (pagina 339).

    RAU archief 216 nummer 2085: Obligatie voor de rest van de koopprijs van zekere landen te Ravenswaaij door Aernt van Buren van het Domkapittel te Utrecht gekocht, de dato 17-02-1494 (pagina 342).

    RAG archief 0001 nummer 1681 Liber III (1492-1501) nummer 0211 en liber VIII (1505-1510) nummer 33: Hertog Karel verklaart tot bescherming van het Nederland aan Johan Roeloffsen, schout te Zaltbommel opdracht te hebben gegeven tot het aanstellen van 125 voetknechten en ook Roefftesch met 60 krijgsknechten te hebben aangenomen, met bevel aan de steden en ambtlieden van Nederbetuwe en Tieler- en Bommelerwaard om hen alle bijstand te verlenen etc., de dato 13-05-1495 (pagina 343).

    RAG archief 0001 nummer 1681 Liber III (1492-1501) nummer 0213: Hertog Karel verleent gratie aan Johan van Rossem met zijn aanhangers en de inwoners van Rossem voor alle gewelddaden en ook doodslagen die zij hebben begaan tegen velen, dit onder bepaalde voorwaarden en betaling van een bepaalde som geld door vrienden, de dato 19-07-1495 (pagina 344).

    RAG archief 0001 nummer 1686 Liber VIII (1505-1510) folio 76-76v: Acte van de hertog voor ambtman Herman Pieck van Tieler- en Bommelerweerd om ervoor te zorgen dat de toegezegde 1100 gulden van het kerspel Rossem ongehinderd worden gemaand, waarbij de zusters van het convent vrij en verschoond dienen te blijven, de dato 19-07-1495 (pagina 345).

    RAG archief 0001 nummer 1887: Acte waarbij Otto van Wijhe en Gertruijdt Tengnagel echtelieden wegens de door hertog Karel aan hem verleende gratie, na belijdenis van de gepleegde misdaden en berouw daarover, aan de hertog overdragen het Huis van Echteld met alle toebehoren en dat weder te leen ontvangen onder bepaalde voorwaarden, de dato 22-07-1495 (pagina 346).

    RAG archief 0001 nummer 1681 Liber III (1492-1501) nummer 0221: Hertog Karel verklaart dat Otto van Wijhe en Gertruijdt Tengnagel echtelieden het Huis van Echtelt hem als leen hebben opgedragen, dat de hertog heeft aanvaard en hen weer mee beleend onder voorwaarden, zoals dat het huis open moest blijven, dit gelet op de navolgende remissie en voorgaande overgave, de dato 22-07-1495 (pagina 348).

    RAG archief 0001 nummer 1681 Liber III (1492-1501) nummer 0215: Hertog Karel verleent gratie aan Otto van Wijhe en de zijnen voor hun misdaden en ongehoorzaamheid, zoals het openen van het Huis te Echteld voor de vijand, op verzoek van vrienden verleend tegen betaling en onder bepaalde voorwaarden, de dato 23-07-1495 (pagina 349).

    RAG archief 0001 nummer 1681 Liber III (1492-1501) nummer 0228: Hertog Karel verleent gratie aan Johan van IJsendoorn voor al zijn ongehoorzaamheid en verkeerd handelen, de dato 24-09-1495 (pagina 350).

    RAG archief 0001 nummer 1682 Liber IV (1495-1501) nummer 18 folio 12: Gratieverlening door hertog Karel aan Johan Spierinck, die in 1494 een doodslag had begaan aan Arnt de Kock van Delwijnen de jonge, waarover hij verdragen was met de familie, de dato 17-04-1496 (pagina 350).

    RAG archief 0001 nummer 1682 Liber IV (1495-1501) nummer 50 folio 40: Gratieverlening door hertog Karel aan Johan Schulle uit Tiel, die in Nijmegen uit noodweer Thijs Homborch had gedood, de dato 30-08-1496 (pagina 351).

    RAG archief 0001 nummer 1684 Liber VI (1499-1502) nummer 130 folio 86: Bevel van hertog Karel aan de ambtlieden en steden van het land van Gelre dat niet meer mag worden toegelaten om geestelijke personen in aanmerking te laten komen voor overdracht van erfenissen, vaste goederen of renten, of dergelijke overdrachten toe te laten, met verwijzing naar eerdere bevelen van voorgaande hertogen, de dato 07-09-1496 (pagina 352).

    RAG archief 0001 nummer 1682 Liber IV (1495-1501) nummer 70 folio 56v: Gratieverlening door hertog Karel voor Johan Spierinck wegens een doodslag begaan aan Arnt die Kock van Delwijnen de jonge, mits hij voor 17 maart 1497 niet in Zaltbommel komt, de dato 17-09-1496 (pagina 353).

    RAG archief 0001 nummer 1682 Liber IV (1495-1501) nummer 80 folio 65r-v: Aanstelling door hertog Karel van Cornelis van Broekhuisen tot bewaarder van het huis te Ravenszwaaij met 12 ruiters en 50 voetknechten, waarbij de soldij dient te worden opgebracht door de schouten en ambtlieden van Over- en Nederbetuwe, de dato 30-04-1497 (pagina 354).

    Naamregister (pagina 355).
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 20,00

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Gedeelte van de eerste rekening van dit boek:

RAG archief 0001 nummer 3677: Rekening van ambtman Johan Trant van de ontvangsten en uitgaven van het Ambt van Nederbetuwe van 13-07-1432 tot 13-07-1433, inclusief van het richterambt van Tiel en Zandwijk van Johan Lambertsen over de periode van 06-01-1433 tot 13-07-1433. Deze rekening is afgehoord op 29-10-1434 te Buren samen met de hierna volgende van 1433-1434.

Rekenijngen Johan Tranten XXXII.

Summa summarum van Johan Tranten ende Johan Lambertszoens opboren te samen van desen jair dat beluept CCCC Arnhemschen gulden ende XXIIII Arnhemschen gulden.

Summa summarum van Johan Tranten ende Johan Lambertszoens uutgeven te samen van desen jair dat beluept CCCCL Arnhemschen gulden IX cromstert ende III blencken.

Item als dat opboren vurscreven tegen dat uutgeven vurscreven affgeslagen is, so blijfft Johan van Rossem ten achteren dat hem mijn genedigen heer sculdich blijfft van desen rekenijngen na uijtwisinge der partes XXVI Arnhemschen gulden III cromstert I blencken.
-----

Opboren.

Dit is opboren Johan Tranten, amptman in Nederbetuwe mijns lieven genedigen Heren van Gelre etc., van allen broken die mijnen genedigen heer gebroict sijn in den Ampt van Nederbetuwe, aengaende in den jair van XIIIIC ende XXXII op Sunte Mergrietendach, duerende theijnt Sunte Mergrietendach in den jair XXXIII. Opgeboirt enen Arnhemschen gulden voir XIIII cromstert ende elken cromstert voir IIII blencken.

In den ijersten.

Item Willem Roiloffszoen dat hij enen man geslagen had, dairvoir gegeven IIII Arnhemschen gulden.

Item Willem Lubbertszoen van enen messe trecken enen Arnhemschen gulden ende VI cromstert.

Item Aernt die Kempe van onrechte pandwerijnge VIII Arnhemschen gulden.

Item Dirck Ude van enen messe trecken enen Arnhemschen gulden ende VI cromstert.

Item Otte van Tiel dat hij enen man stack, dairvoir ghegeven VII Arnhemschen gulden.
Item Jacop van Rodensteijn dat hij enen man stack, dairvoir ghegeven V Arnhemschen gulden.

Item Mechtelt van Wagenijngen dat sij enen paep appel uut sijnen huijs ghenomen had, tot gescheide dairvoir ghegeven VII Arnhemschen gulden.

Item Elsken van IJsenderen enen pot genomen uut Spapen huijs, dairvoir ghegeven in affscheijdijngen van der saken VII Arnhemschen gulden.

Item Aernt Doijs dat hij sijn wijff ontfuerden, dair sij over quam mijt gerichtsluden voir mij amptman voirscreven ende ghieden dair dat mijt horen wille weer ende nochtant voir hem ende sijn vrunde, die bij hem weren, gegeven XXXV Arnhemschen gulden.

Item Aernt Holken tot Huijsden enen man gewondt, dairvoir gegeven V Arnhemschen gulden.

Item Pellen kijnder enen man geleemt aen enen vijnger, dairvoir gegeven XXI Arnhemschen gulden.

Item Johan uten Bogairt enen man gewont, dairvoir ghegeven VIII Arnhemschen gulden.

Summa van dezer siden C Arnhemschen gulden IIII Arnhemschen gulden ende IIII cromstert.
-----

Opboren.

Item Herman Heijnrick Maiszoen enen man tot Lijenden sijn hant affgehauwen, dair 't gericht halff mijns genedigen heren is, dairvoir ghegeven IX Arnhemschen gulden.

Item Johan Beck van enen messe trecken enen Arnhemschen gulden.

Item Pelgrijm Robbert van onrechte pandwerijnge IIII Arnhemschen gulden.

Item Dirck Lambertszoen omdat Clais Eliaisdochter onversijenlick onder sijnen wagen doot viele, dair hij selve nijet bij en was, dairvoir gegeven IIII Arnhemschen gulden.

Item Roiloff Willemszoen want hij dairbij was ende den wagen voirtdreeff dair 't wijff onder doot bleeff, dairvoir ghegeven II Arnhemschen gulden.

Item Hubert Hackenzoen van enen vuijstenslage, dairvoir gegeven III Arnhemschen gulden.

Item Roiloff Wonder van enen vuijstenslach, dairvoir gegeven III Arnhemschen gulden.

Item Herman Michielszoen van enen vuijstenslach, dairvoir gegeven III Arnhemschen gulden.

Item Lauken die Voichte dat hij bande gesneden had uut enen weert, gegeven V Arnhemschen gulden.

Item Johan van Groitvelt van onrechte pandwerijnge III Arnhemschen gulden.

Item Reijnkens kijnder van enen vuijstenslach II Arnhemsche gulden.

Item Alert Smijt tot Kesteren dat hij enen man gewondt had IIII Arnhemschen gulden.

Item Johan Mostert van enen vuijstenslach enen Arnhemsche gulden.

Summa van dezer siden XLIIII Arnhemschen gulden.

Summa Johan Tranten opboren te samen van dezen jair C Arnhemschen gulden XLVI Arnhemschen gulden ende XI cromstert.
-----

Uutgeven.

Dit is uutgeven Johan Tranten, amptman mijns genedigen Heren van Gelre in Nederbetuwe, aengaende in den jair van XIIIIC ende XXXII op Sunte Mergrietendach, duerende tot Sunte Mergrietendach in den jair XIIIIC ende XXXIII. Uutgegeven enen Arnhemsschen gulden voir XIIII cromstert ende enen cromstert gerekent voir IIII blencken in den ijersten.

Item mijns heren genaden Johan Tranten ontboden om enen voirspreeck tot Sautboemel op Sunte Petersdach ad Vyncula , die kosten dat Johan Trant betailden II Arnhemsche gulden.

Item doe mijns heren genaden Johan Tranten gescreven hadden 't gethuijch bij te brengen tusschen Aernt van Zandwijck ende Walraven Zas, dairom verteert II Arnhemsche gulden.

Item mijns heren genaden Johan Tranten gescreven des vrijdages na Phijnxter tot Moudick in die voederijnge ende togen voirt in 't lant van Gulich, dair verteert VI Arnhemsche gulden.

Item den heemrait ende den scrijver gegeven tot covelen XV Arnhemsche gulden.

Van der scouwen.

In 't jair XIIIIC ende XXXII des woijnsdages na Sunte Lambertsdach scoude die dijcgreve mijt sijn heemrait den Rijndijck ende reden des mijddages eten tot Ingen in 't cloister ende des avonts verteert tot Dodenweerde II Arnhemsche gulden ende IIII cromstert.

Item des donredages opten Wail, des middages tot Tiel verteert III Arnhemsche gulden V cromstert.

Item des woijnsdages na Sunte Morthijnsdach die thuijnscouwe, 's avonts verteert III Arnhemsche gulden.

Item des donredages opten Wail, des mijddages verteert tot Tiel III Arnhemsche gulden ende III cromstert.

Summa van dezer siden XXXVI Arnhemsche gulden ende IIIII cromstert.
-----

Van der scouwen.

In 't jair van XIIIIC ende XXXIII op Sunte Geertrudenavont reet Johan Trant dijcgreve mijt sijn heemrait opten Rijndijck, des avonts verteert tot Dodenweerde II Arnhemsche gulden III cromstert.

Item des donredages, item des donredages opten Wail, des mijddages verteert tot Tiel III Arnhemsche gulden ende II cromstert.

Item opten Meijavont den Rijndijck, des avonts verteert II Arnhemsche gulden ende III cromstert.

Item opten Meijdach den Wail, des mijddages den Wail , verteert tot Tiel III Arnhemsche gulden IIII cromstert.
Item des woijnsdages na Inventio Crucis op die grote weterijnge scoude Johan Trant dijcgreve mijt sijn heemrait, doe verteert II Arnhemsche gulden ende III cromstert.

Item des woijnsdages na Odulphusdach den Rijndijck, des avonts verteert II Arnhemsche gulden III cromstert.

Item des donredages opten Wail, 's mijddages verteert tot Tiel III Arnhemsche gulden ende IIII cromstert.

Item des woijnsdages na Sunte Servaisdach op de grote weterijnge verteert III Arnhemsche gulden.

Item des anderen woijnsdages na Odulphus de grote weterijnge, verteert II Arnhemsche gulden.

Item des woijnsdages na Sunte Mergrietendach de grote weterijnge, verteert II Arnhemsche gulden II cromstert.

Item Johan van Rossem gegeven dordehalf hondert nije Gelressche gulden van sijnen amptbrieff, elken gulden II cromstert beter dan enen Arnhemsche gulden, facit IIIC Arnhemsche gulden XXXV Arnhemsche gulden X cromstert.

Summa van dezer siden CCC Arnhemsche gulden X Arnhemsche gulden ende VI cromstert.

Summarum Johan Tranten uutgeven te samen van dezen jair CCC Arnhemsche gulden XLVI Arnhemsche gulden ende XI cromstert.

Item als Johan Tranten opboren tegen dat uutgeven affgenomen is van desen jair, soe beluept dat uutgeven meer dan dat opboren CXCVIII Arnhemsche gulden XIII cromstert ende II blencken.
-----

Dit is opboren Johan Lambertszoen, richter tot Tiel ende tot Zandwijck, aengaende in den jair van XIIIIC ende XXXIII omtrijnt Dertijendach, duerende theijnt Sunte Mergrietendach in denselven jair, als van mijns genedigen heren broiken etc., soe hierna bescreven steet in den ijersten.

Item van Johans wijff van Ingen van enen vuijstenslach VII cromstert.

Item van Johans Vetten wijff gescheiden van quaitspreken X cromstert.

Item van Bronis van der Wijer van enen messe trecken XV scillingen, facit IIIII cromstert.

Item van Clais Oij van enen messe trecken XV scillingen, facit IIIII cromstert.

Item van Heijn de Witte van enen messe trecken XV scillingen, facit IIIII cromstert.

Item Dirc Dirc Melissoens zoen van enen messe trecken XV scillingen, facit IIIII cromstert.

Item van enen man van Leeuwen van enen messe trecken, des hij onsculdich wolde wesen, enen Arnhemsche gulden.

Item van Johan van Aken van messe trecken van IIII reijsen, dairaff geboirt XVIII cromstert.

Item van Ghijse van Theeffelen van II messe trecken geboirt IX cromstert.

Item van Korsten Schoemaker van III messe trecken XLV scillingen, facit XIIII cromstert.

Item van Katherijn Vuchts van quaitspreken ende dat sij hoir gescolden had, geboirt XXXVI cromstert.

Item van Geertruut Borkens aengetegen dat sij hoire gescolden had, des ic hoir niet overtugen en konde, dairvoir geboirt in affsceidijngen enen Arnhemschen gulden.

Item van Godert Henricszoen van III messe trecken geboirt XLV scillingen, facit XIIII cromstert.

Item van Godert Florenssoen van III mes trecken, dairaff geboirt XIIII cromstert.

Item Clais de Vette omdat hij een hout gestolen had, gescheiden bij Arnt van Drueten mit V Arnhemschen gulden.

Item Henniken de ketelbueter aengestreden I mes trecken, des hij onsculdich wesen wolde, geboirt I Arnhemschen gulden.

Item Gerit Quackeler dreichden de Joden te slaen ende had onsedich geweest, geboirt III Arnhemschen gulden.

Item van enen peerdekoper van Den Bussche die men verhansen solde ende dair onsedich toe was mijt quaitspreken tegen der stat bode, dair hij hem bezetten wolde, dairaff geboirt III Arnhemschen gulden.

Item van Heijl Safferaijns van dieverije angestreden, dairaff geboirt II Arnhemschen gulden.

Item Luken die olisleger want sijn wapen niet goit genoich en was opter reijsen, geboirt I Arnhemschen gulden.

Item in voirtiden hadden II jonge knechtken gespuelt te samen ende den enen verongevaldet, dat hem een scheijmesken in 't been quam dair hij na aen sterff, als men seijde, dairaff geboirt van den anderen jongen in affscheidingen van den ongevall XIIII Arnhemschen gulden.

Item van Gerit Hacken dat sijn wijff quade herberge gehalden had van zeeruevers, dair sij aff beruffticht was dat sij mede gebeedt solde hebben, dairaff geboirt XXX Arnhemschen gulden.

Item Dirc die Vette van enen mes trecken XV scillingen, facit IIIII cromstert.

Summa van dezer siden LXXI Arnhemschen gulden ende III cromstert.
-----

Item van enen wijve van Uterecht om onvertoicht recht te hebben, dairaff geboirt tot lieffenissen vijff Beijers gulden, facit VI Arnhemsche gulden ende IIII cromstert.

Item Wijnijt Johanszoen voirt gericht, omdat hij hem in der statrekenijnge mijsrekent had, die die scepen dairaff ter onscout wesen ende omdat hij die onscout onvertoicht moicht doen, heeft hij den richter geleendt I Vleems gulden, dairaff rekent hij mijn heer hantgelt van enen jair, dat beluept V Vleems gulden, facit IIII Arnhemsche gulden ende IX cromstert.

Item van Aeirnt Smijt van enen mes trecken XV scillingen, facit IIIII cromstert.

Item van Heijnrick Sanderszoen van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item van Willem die molner van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item van Gerit Aerntszoen van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item van Johan Geenkenszoen van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item van Johan Zomer van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item van Heijnrick die becker van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item van Johan van Echtelt van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item van een gestolen huijck weder over te geven Willems wijff van den Hoeveachker , dairaff geboirt tot mijns heren behoiff enen Arnhemsche gulden.

Item Johan Bergerszoen I pont, dair hem die smede voir bekent hadden, facit VI cromstert.

Item Huijpken van Colen van enen mes trecken, want hij buten was, geboirt II Arnhemsche gulden.

Item van eenre huijken die gestolen was ende die vercoft, geboirt II Arnhemsche gulden.

Item Ailbert die Leeuwe van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item Johan Mostert van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item Engbert van Couden van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item Clais van Horssen van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item Jan Herberenszoen die snijder sijn wijff van schelden, gebort II Arnhemsche gulden.

Item van Spruten wijff van quaitspreken I auden scilt, facit III Arnhemsche gulden.

Item Johan Beerntszoen dat hij sijn peert niet ter scouwen en had bracht VII overlensche Rijns gulden.

Item Willem die molner van enen mes treken IIIII cromstert.

Item Ghijsbert Huge van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item Eernst Geritszoen I mes trecken IIIII cromstert.

Item aude Clais Wolboker van enen mes trecken IIIII cromstert.

Item een wever van Lit van enen mes trecken III Arnhemsche gulden.
Item van der dijcscouwen ende dijcherijnge geboret XXX Vrancricxe scilden, elken scilt III Arnhemsche gulden.

Item van Johan Dapt, Reijner Dapt ende Gerit Vakenzoen van enen dootslach mijnen heer gebetert ende dairaff geboirt tot mijns heren behoiff LXXXV Arnhemsche gulden.

Item Dirc van Aisperden gepeijndt dat hij sijn peert niet ter scouwen en bracht,geboirt III Arnhemsche gulden.

Item van den tripmaker die tegen heren Safferains gekeven had, geboirt enen Arnhemsche gulden.

Summa van deser siden CC Arnhemsche gulden ende V Arnhemsche gulden.

Summarum Johan Lambertszoen opboren te samen van desen jair CC ende LXXVI Arnhemsche gulden ende III cromstert.
-----

Uutgeven.

Dit is uutgeven Johan Lambertszoen, richter tot Tiel ende tot Zandwijck voirscreven mijns genedigen Heren van Gelre etc. in denselven jair voirscreven uutgegeven. Enen Arnhemschen gulden voir XIIII cromstert ende enen cromstert voir IIII bleencken .

Item tot Alem weren II gevangen van die zeerruevers die tot Tiel tot Gerit Hacken huijs op Cleijberch gelegen hadden, dair die richter enen boide om seijndet ten Bussche, dat men se nijet affdoen en solde, men lietter hem bij comen, dieen bode dairaff gegeven VI cromstert.

Item geseijnden om den bollert t' Arnhem om enen man aff te doen die mit recht verwezen wairt, te bodeloen gegeven VI cromstert.

Item die richter II reijsen tot Alem geweest om der twijer gevangen wil om te vernemen off dair ijet meer in gelegen weer tot mijns heren broiken, in den II reijsen verteert XX cromstert.

Item doe die man tot Tiel affgedaen wert, doe gecoft I sper dair men hem op zetten XII cromstert. Item om een rat gegeven V cromstert. Item om nagel II cromstert. Item om bast ende om koirden dair men hem mede bant op 't rat IIIII cromstert. Item die schoren beneden aen die sper IIII cromstert. Item van tijmmeren II cromstert. Item van der kule te graven II cromstert. Item den gesellen geschenct die 't rat holpen richten IIII cromstert. Facit te samen XXXV cromstert.

Item voir des mans stockgelt dair over gericht wairt, betailt Peter den bode I Vrancricxe scilt, facit II Arnhemsche gulden VIII cromstert.

Item voir des bollerts cost ende terijnge, die hij dede doe men over denselven man richten solde, dairvoir gerekent XV pont soe dat gewoijnlick is, voir elck pont VI cromstert, facit V Arnhemsche gulden ende XIII cromstert.

Item enen stocker ontboden van Den Bussche, soe mijns heren stocker nijet bij huijs en was, ende die mede na Kijnken wachten tot mijns heren stocker quam, doe verteert IIII Arnhemsche gulden ende enen Arnhemsche gulden geschenct, facit V Arnhemsche gulden.

Item mijns heren stocker gegeven tot loen, die na Lijnken oick wachten, enen Arnhemsche gulden.

Item Johan van Rossem had ontboden geselle van Litte ende van Kessel op die tijt doe men Peter van Merten vangen soude des mergens, doe die inquamen tot Rijcskens huijs verteert VI cromstert.

Item voir die gesellen betailt tot Rijcskens huijs dat sij verteert hadden, doe sij dair comen weren enen clijnckert, dair Jacop Ottenzoen bij was, facit enen Arnhemsche gulden ende VI cromstert.

Item doe Peter van Merten ende Johan van Aken t' Oijen gevuert worden, dair weten toe gebeden X off XII gesellen ende dat kosten in 't uutvueren, in 't wedercomen ter terijngen, te wagenhuer ende te sceploen t' samen VIII Arnhemsche gulden.

Item die reijntmeijster had sijn knecht geseijndt t' Oijen ende had Johan Lambertszoen oick bevolen mijt VIII off X knechten dair te comen, als hij dede, dair verteert dat te samen gerekent wairt VI Arnhemsche gulden.

Item voir Peters ende Johans van Aken kost ende terijngen ten ijersten van XII dagen dat sij in den stock verteert hadden mijtter weerdijnnen gerekent ende dairvoir betailt II Arnhemsche gulden ende XII cromstert.

Item voirt miter weerdijnnen gerekent van VI weken ende II dage, ende elcs dages elc I aude thuijn ende II kan biers verteert, dat beluept de XLIIII dage VII Arnhemsche gulden ende VI aude thuijn. Soe beluept deses II partes van terijngen X Arnhemsche gulden III cromstert.

Item soe mijn genedige heer selve tot Tiel gekomen solde hebben, dair Johan Lambertszoen op wachten mit Willemken van Kessel ende Aerntken van Colen ende mit meer gesellen die die lude aengetast solden hebben, ende mijn heer en quam dair niet, doe I gelach gegolden tot Alerts van den Poil voir die gesellen van XVII quarten, facit II Arnhemsche gulden ende II cromstert.

Summa van dezer siden XLVII Arnhemsche gulden den IXI cromstert.
----- ×
SERVICE
Contact
 
Vragen