€ 17,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Ambt Nederbetuwe Gerichtelijke Handelingen in Verwin 1670-1717

A. Spies • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Dit 51e deel van de Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe bevat de transcriptie van de inventarisnummers 55 en 56 uit archief 1514 van het Regionaal Archief Rivierenland te Tiel, aangevuld met enkele stukken uit inventarisnummer 328. De twee boeken volgen op elkaar en zijn aanvullend onder het thema: Acten van verwin. Handelingen in verwin betreffen gerichtshandelingen waarbij voor de inlossing van schulden beslag wordt gelegd op roerende en onroerende goederen van de schuldenaar, om daaraan voldoening te verkrijgen. Mocht de waarde van die goederen niet voldoende zijn dan kon er beslag worden gelegd op andere bezittingen van de schuldenaar en gingen de goederen ook in eigendom over naar de schuldeisers. Een proces van verwin verliep bij de gerichtsbanken van Nederbetuwe volgens een vaste procedure, namelijk: aanspraak met bezating, gerichtelijke aanzegging, panding, gevolgd door publicatie aan de schuldenaar en in de kerken. Daarbij werd een gerichtelijke termijn gesteld waarbinnen de schuld moest worden afgelost, de zogenaamde genechten. Gebeurde er niets dan werd de zaak overgedragen aan de ambtman, de zogenoemde overgichting, weer gevolgd door publicatie. Bleef men dan nog in gebreke dan werden de goederen te koop aangeboden aan de schuldenaar. Als die niet of onvoldoende reageerde binnen de gestelde genechten dan volgde koopbieding aan de ambtman, door middel van een daartoe aangewezen koopman, die de goederen kocht ten behoeve van de schuldeiser. Tenslotte werd er door de gerichtsbank een acte van verwin opgemaakt en werden de goederen in eigendom aan de schuldeiser overgedragen, waarbij deze ook gevrijwaard werd van mogelijk daarna tegen hem of haar ingestelde procedures. Uit deze delen komt een schat aan informatie tevoorschijn ten aanzien van huizen en landerijen met hun benamingen en plaatsbepalingen, maar ook over de wisselende eigenaars, hun familie en woonplaatsen.
    Deze transcriptie is voorzien van een naamregister en verduidelijkende voetnoten.

    A. Spies (1963) heeft zich onder meer bekwaamd op het gebied van de paleografie en is al decennia bezig met historisch onderzoek, bijzonder binnen het Hertogdom van Gelre. Hij is mede-auteur van “Heerlijkheid IJzendoorn” (Historische Reeks Rivierenland RAR Tiel, 2013) en mede-transcribent van de kerkelijke archieven van de Hervormde gemeenten te Lienden, Kesteren, Echteld en Hien en Dodewaard, alsmede van diverse protocollen, signaten en dijkcedullen binnen het Ambt Nederbetuwe. Daarnaast doet hij militair-historisch onderzoek, waaronder de gebeurtenissen in en rond Nederlands-Indië. Zijn laatste boek “Het Korps Vaartuigendienst, een varend leger in Nederlands-Indië” is verschenen in 2020.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 170mm x 240mm
    Aantal pagina's : 313
    Uitgeverij : A. Spies Publishing
    ISBN : 9789464813630
    Datum publicatie : 08-2023
  • Inhoudsopgave
    Fragmenten uit de inhoudsopgave:
    Acte van inleiding waarbij Marten van Hove als volmachtiger van Henrick van ’s Gravendijck wordt gezet in de goederen te Avezaath van Hendrick van Brienen, getrouwd met de weduwe van Willem van der Sandt, de dato 26-03-1670.

    Bezating door Dirck Hermansen Quakel op de roerende en onroerende goederen te Echteld van Dirck Jacob Vijgh, daar een eerdere bezating op de goederen van Vijgh te IJzendoorn tot nu toe geen effect heeft gehad. Gevolgd door panding, overgichting en koopbieding aan de ambtman, de annis 1674-1678.

    Panding door Johanna Sluijsken weduwe van Henrick Emmingen aan de roerende en onroerende goederen te Heusden van Cornelis Petersen en Jutgen Jans, om daaraan 6 jaar rente van een kapitaal van 100 gulden te verhalen alsmede achterstallige pachtpenningen ad 125 gulden 10 stuivers. Gevolgd door overgichting, koopbieding aan de erfgenamen van Cornelis Petersen en aan de ambtman, de annis 1676-1680.

    Panding door Luijtgerda van Lienden aan 1 morgen huis, hofstad en boomgaard, en 5 hond bouwland onder Ingen, alsmede aan 1½ morgen huis, hofstad, boomgaard en bouwland onder Ommeren, toebehorende Henrick Huijbertsen c.q. de erfgenamen van Gijsbert Henricksen, om daaraan een obligatie van 300 gulden te verhalen. Gevolgd door overgichting, koopbieding aan de erfgenamen van Henrick Huijbertsen en aan de ambtman, de annis 1677-1679.

    Bezating door Gerbrandt Schagen volmachtiger van Wilhelm de Gruijter, als administrateur van zijn neef Theodorus van Ravenswaeij, op goederen van Agnes van Wttenweerde te Maurik om daaraan een vordering van 2100 gulden met renten en kosten te verhalen. Gevolgd door panding, overgichting, koopbieding aan de erfgenamen van Agnes Wttenweerde en aan de ambtman, met acte van inleiding, de annis 1677-1680.

    Panding door Hendrick Jansen de Cruijff aan 1½ morgen huis, hofstede, boomgaard en bouwland onder Ommeren, door Gijsbert Henricksen tot een onderpand gesteld en nu in bezit bij zijn erfgenamen en die van Willem Adolfsen, Dirck Meertensen en Jacobien Gijsbertsen, om daaraan een obligatie te verhalen van 250 gulden met de rente. Gevolgd door overgichting, koopbieding aan de erfgenamen en aan de ambtman, met acte van inleiding, de annis 1677-1680.

    Koopbieding door de gasthuismeesters van Tiel aan ritmeester Wichman van Nijkerck van zijn roerende en onroerende goederen, waaronder huis, hofstad en landerijen in Overwijckermaat te Maurik, en twee kampjes land genaamd de Rijsenborgh in de Dolaegh te Rijswijk. Met extract uit de gerichtsboeken van Kesteren. Gevolgd door koopbieding aan de ambtman en acte van inleiding, de annis 1677-1680.

    Panding door Gijsbertus Vulder als volmachtiger van Caerl Vijgh aan de goederen van Meerten Hol en speciaal op een kapitaal van 400 gulden staande tot lasten van Aart van Wijck te Ingen. En dat voor een boete vanwege een vechtpartij tussen Aart van Wijck, Jan Dircksen en Davit Roelofsen. Gevolgd door overgichting, koopbieding aan Meerten Hol en aan de ambtman, de annis 1677-1681.

    Bezating door Caerl Vijgh op 1½ morgen huis en hofstede te Zoelen, toebehorende de predikant Wilhelmus van Schaardenburgh, om daaraan achterstallige tijns te verhalen tot een bedrag van 411 gulden 16 stuivers. Gevolgd door panding, overgichting, koopbieding aan de predikant en aan de ambtman, met acte van inleiding, de annis 1677-1681.

    Panding door Anthonis Foijert, raad van de graaf van den Bergh, aan de goederen, actiën en kredieten van de Heer en vrouwe tot Hernen te Zoelen, Hien en Dodewaard om daaraan een bedrag van 300 gulden te verhalen wegens achterstallig salaris en verdiensten. Gevolgd door overgichting, koopbieding aan de erfgenamen van Hernen en aan de ambtman, de anno 1678.

    Koopbieding door Albert van Lith de Jeude namens de erven van Henrick van Benthem van 3 morgen land de Doornacker en 5 morgen in het Grasbroeck, beiden te Avezaath, aan de weduwe en erfgenamen van Gijsbert Heuff, om zo de resterende 300 gulden van een obligatie van 600 gulden uit 1624 te verhalen. Gevolgd door koopbieding aan de ambtman, de annis 1678-1679.

    Panding door Carel Vijgh als opperarmmeester van Zoelen aan een hofstad in bezit van Willem Hermensen Cuijpers, om daaraan 12 gulden achterstallige tijns te verhalen. Gevolgd door overgichting, koopbieding aan Willem Cuijpers en aan de ambtman, met acte van inleiding, de annis 1678-1680.

    Koopbieding door de diaconie van Ingen van huis en hof te Ingen aan Judick van Eck weduwe van Gerrit Petersen van Westrhenen, om een restant van kooppenningen te verkrijgen van 86 gulden. Met extract uit het gerichtsignaat van Kesteren en koopbieding aan de ambtman, de annis 1678-1680.

    Panding door Gijsberta van Asch weduwe van burgemeester Lambert van Eck aan huis, hofstad en brouwerij te Ravenswaaij, alsmede aan 3 morgen bouwland en boomgaard en de roerende en onroerende goederen te Ravenswaaij en Maurik van Grietgen van Wijck, Marten de Leeuw en Cornelis van Wijck, om daaraan een obligatie van 600 gulden te verhalen. Gevolgd door overgichting, koopbieding aan genoemde personen en aan de ambtman, met acte van inleiding, de annis 1678-1680.

    Panding door Wilhelmina van Balveren, weduwe Cornelis de Cock van Delwijnen, aan 2 morgen land de Steeghacker, 3 morgen land de Overste Westringh en 2 morgen land de Hogen Hoff te Hien en Dodewaard gelegen, eerst toebehoord hebbende Henrick van Brienen en Bernherdina van Wees en nu bij Jacob Sweer van Wees, Berndt Jan van Stepraet en Henrick Henricksen van Cleeff in eigendom, ter verkrijging van een kapitaal van 500 gulden met de renten en kosten. Gevolgd door overgichting, koopbieding aan de genoemde heren en aan de ambtman, de annis 1681-1682.

    Vrijwillige condemnatie door doctor Reinier Engelen als volmachtiger van Wichman van Nijkerck voor het Hof van Gelre dat een obligatie met de renten en kosten zal worden voldaan aan de erfgenamen van Maria Meermans, met bijgevoegd afschrift van de obligatie uit 1672 van 4286 gulden door Wichman van Nijkerck en Belia van Leeuwen aan Maria Meermans weduwe van Johan Witheijm schuldig bekend. Gevolgd door koopbieding aan de schuldenaar en aan de ambtman, de annis 1681-1682.

    Sententie van het Hof van Gelre dat Anna van Rossum weduwe Jan de Cruijff en erfgenamen een kapitaal van 700 gulden met de renten en kosten moeten betalen aan de erfgenamen van Maria Meermans, met bijgevoegde kopie van de obligatie uit 1677. Gevolgd door koopbieding aan de erfgenamen de Cruijff en aan de ambtman, de annis 1681-1682.

    Acte van condemnatie voor het Hof van Gelre door Aert Suermont met betrekking tot de betaling van een bijgevoegde obligatie van 2000 gulden met de renten en kosten aan de erfgenamen van Maria Meermans weduwe Witheijm. Gevolgd door koopbieding van de verbonden leengoederen te Rijswijk aan de schuldenaar en aan de ambtman, de annis 1681-1682.

    Panding door Diderick van Eck aan 4 morgen bouwland de Vliegenburgh te Avezaath ter verkrijging van achterstallige pachtpenningen tot een bedrag van ruim 964 gulden van Johan Vermeulen en Elisabeth van Beest. Gevolgd door overgichting, koopbieding aan de schuldenaars en aan de ambtman, de annis 1681-1682.

    Vrijwilige condemnatie voor het Hof van Gelre door Johan Swaen, als volmachtiger van Gerrit Hol, wegens een achterstallig kapitaal van 535 gulden met de renten en kosten schuldig aan Pelgrom Petersen Vonck. Gevolgd door koopbieding van de goederen te Kesteren aan Holl wegens nalatigheid in de betaling, de annis 1681-1682.

    Vrijwillige overgifte in verwin door Balthasar Cloeckhof, als volmachtiger van Louise Anne vorstin van Waldeck, Gravin van Cuilenburch, aan Johan Wilbrenninck, als volmachtiger van de weduwe Anna Margareta van Stralen en de andere erfgenamen van Rutger Huijgens, van een groot aantal landerijen, weerden, tienden, bouwingen etc. te Maurik, Rijswijk, Avezaath, Meerten, Aalst en Kesteren, leenroerig aan de huizen Culemborg, Buren of aan het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Dit op grond van sententies van het Hof van Gelre. Met inzetting van de erfgenamen door de ambtman en vrijwaring, de dato 08-07-1697.

    Vrijwillige overgifte in verwin door de kinderen en erfgenamen van Johan Cloon en Anthonetta Maassen aan Jan van Buijren en Adriana van Bemmel van een huis, hofstad, boomgaard, bouw- en weilanden onder Ommeren en alle verdere onroerende goederen onder Zoelen wegens een schuld 412 gulden en een van 775 gulden 18 stuivers 2 penningen, de dato 22-02-1699.

    Bezating door Jacoba de Bije, douariere van kolonel François Puchlaer, op 3½ morgen weiland de Poijer of Poijerpoel onder Avezaath, leenroerig aan het huis Zoelen, alsmede aan de roerende en onroerende goederen te Zoelen, alles toebehorende Johan Arndt de Cock van Oppijnen, om daaraan een obligatie van 400 gulden met de renten te verhalen. Gevolgd door panding aan de schuldenaar, koopbieding aan zijn weduwe en erfgenamen en aan de ambtman, de annis 1699-1701.
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 17,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Vrijwillige overgifte in verwin door Balthasar Cloeckhof, als volmachtiger van Louise Anne vorstin van Waldeck, Gravin van Cuilenburch, aan Johan Wilbrenninck, als volmachtiger van de weduwe Anna Margareta van Stralen en de andere erfgenamen van Rutger Huijgens, van een groot aantal landerijen, weerden, tienden, bouwingen etc. te Maurik, Rijswijk, Avezaath, Meerten, Aalst en Kesteren, leenroerig aan de huizen Culemborg, Buren of aan het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Dit op grond van sententies van het Hof van Gelre. Met inzetting van de erfgenamen door de ambtman en vrijwaring, de dato 08-07-1697 (blz. 187-189)

Ick Johan van Welderen tot Valburch, amptman ende richter in Nederbetouwe, wegens ‘t Vorstendom Gelder ende Graefschap Zutphen, doe kondt hiermede dat voor mij ende gerichtslieden hiernae genoemt, gecomen is Balthasar Cloeckhof, graeflicke Cuilenburchsche raedt ende griffier, als volmachtiger van haere vorstlicke doorluchtigheijt vrouw Louise Anne vorstin van Waldeck, Gravin van Cuilenburch etc., oock Gravin douairiere van Erpach etc., volgens procuratie in dato den 11/21 junij ’97 alhier vertoont en gelesen. Ende heeft voorgedraegen dat Johan Wilbrenning als volmachtiger van de erfgenaemen van wijlen de heer Rutger Huijghens tot Claerebeeck, in leven burgemeester der stadt Arnhem, gecommitteerde ter vergadering van haer hoogmogende, raedt extraordinair des hooggedachtes vorstendoms ende graefschaps etc. ende vrouw Anna Margareta van Straelen, in leven ehelieden, nae voorgeïmpetreerde octroijen van de respective leenheeren ende uijt cracht van brieven van executie van ‘t Hoff Provinciael, met mij in voorgeschreven qualiteit de 5 martii 1697 heeft gedaen coopbieding aen de naegespecificeerde goederen van hooggemelde haere vorstelicke doorluchtigheijt ende aen de pachten daervan verschenen ende noch te verschijnen, om te hebben door voldoening der interessen ende naedere genoegsaeme cautie ‘t volcomen effect van ‘s Hofs sententie van de 23 junius 1680, die bij opgevolgde sententie van de 25 junius 1681 verclaert is niet voldaen te zijn, ende mede voor de costen ende schaede met recht. Alles nae bredere inhoudt van de acte daervan zijnde van date de 5 martii 1697.
Ende vervolgens verclaert, vermogens volmacht van hooggemelte haere vorstelicke doorluchtigheijt geassisteert met de doorluchtige vorst ende heer Ernst hertog van Saxen, Gotha etc., speciaelick mede hiertoe gepasseert tot Cuilenburch de 11/21 junius 1697, daervoor tot voorcoming van vordere costen aen de voornoemde erfgenaemen van wijlen de heer Rutger Huijghens ende vrouw Anna Margareta van Straelen vrijwillig in volcomen verwin over te geven, sulcks doende cracht deses, om nae verwinsrechten te besitten ende te gebruijcken, even alsof alle de solemniteiten landtrechtens waeren geobserveert geweest ende naegecomen, daervan ganschlick bij desen renunciërende, alle haerer vorstelicke doorluchtigheijts goederen in de acte der coopsbieding gespecificeert ende met naemen den naevolgende.
Als vooreerst de halft van de Hoogveldtsche, Laegveldtsche ende Hoof- ende Weerdtsche gerst, grove ende smalle tienden tot Kesteren, leenroerig aen de Abdij van Sint Paul te Uijtrecht.
Ten tweeden de geheele Bastaerttiendt tot Kesteren, leenroerig aen ‘t graeflick Huis Bueren.
Ten derden de drie ende dertig mergens tot Aelst genoemt de Huiscamp, leenroerig aen ‘t graeflick Huis Bueren.
Ten vierden de tienden tot Aelst, grove ende smalle, voor sooveel behooren aen ‘t graeflick Huis Cuilenburch, leenroerig aen de Abdij van Elten.
Ten vijfden de tienden tot Meerten, grove ende smalle, oock voor sooveel sij behooren aen ‘t graeflick Huis Cuilenburch, leenroerig aen de Abdij van Elten. Noch 2½ mergen op Meerten, noch 4 hont op Meerten end noch een ackertjen op Meerten.
Ten sesten de heerlickheidt ofte ‘t gericht op Ommeren met alle desselfs gerechtigheijdt ende tinsen.
Ten sevenden de tienden op Eck, naemlick de Gansaerts tiendt, Homoedts tiendt ende halve Enckstiendt.
Ten achtsten de Steenweerdt boven Wijck, groot twaelf mergens met den aenwas, leenroerig aen dit vorstendom en graefschap.
Ten negenden de hofstadt Maurick met ‘t dagliksch gericht ende met ‘t getimmer ende alle gerechtigheden, voorts met alle de erven ende goederen daertoe behoorende, die noch zijn aen ‘t graeflick Huis Cuilenburch, samen leenroerich aen dit vorstendom en graefschap, ende met naemen de Alterweerdt groot omtrent dertien mergens; de Middelweerdt groot omtrent twaelf ofte veertien mergens; ‘t weerdtjen groot twee mergens; de uijterweerdt in drie parceelen gelegen, groot omtrent negen ofte tien mergens; de halft van een uijterweerdt groot samen omtrent ses mergens met de geheele rijsweerdt daeraen gelegen; de uijterweerdt genoemt de Buitenboll oftewel de Sandtbol, groot omtrent twaelf mergens; de uijterweerdt genoemt de Binnenbol mede groot omtrent twaelf mergens; de uijterweerdt met de rijsweerdt daeraen gelegen genoemt de Middelweerdt ofte Bol aen schaerdijck; de uijterweerdt genoemt de Rijsweerdt met den aenwas aen de Mauricksche sluis gelegen, groot seven mergen twee hondt.
Voorts ‘t ius patronatus van de kerck tot Maurick ende de tinsen en erfpachten aldaer.
Ten tienden noch de andere parceelen tot Maurick, hetzij dan dat sij tot ‘t voorschreven leen deses vorstendom ende graefschap behooren, hetzij dat sij leenroerig zijn aen ‘t graeflick Huis Bueren, te weeten de windt- ende rosmolen met een molenaershuijs tot Maurick; de Molencamp vierdehalve mergens groot; ‘t stuck bouwlandt op Maurick genoemt de Valentijn groot acht mergens; de Kempen campen groot ses mergens; de Borchcamp groot elf mergens achter de kerck gelegen; ‘t hofstedeken op Nederwijckermaet groot elf hondt landts; de bovenste Leeuwenacker groot vijf mergens; de andere Leeuwenacker groot vier mergens; ‘t weidlant in ‘t Lies groot twee en een halve mergen; de Sluisweerdt groot omtrent vijf mergens; de derdehalve mergen in de Melsecampen; de anderhalve mergen op Overparsig; de twee campen in ‘t Broeck groot sestehalve mergen; de Lange Hoof groot anderhalve mergen; de derdehalve mergen in Wijckermaet; de veertien hondt landts in ‘t Mauricksche Broeck; de uijterweerdt ‘t Slijck genoemt met de Brittenweerdt groot omtrent ses ofte seven mergens; ende ‘t weerdtjen ende boomgaerdt met ‘t huis aen de Brittencade gelegen, groot twee mergens.
Ten elfden ‘t recht van de windt- ende molenwerf tot Rijswijck, leenroerig aen ‘t graeflick Huis Bueren; item de tinsen ende erfpachten aldaer.
Eindtlick de Graesbroecksche tienden groot ende clein, met al haer toebehoor in ‘t kerspel Avesaet, leenroerig aen ‘t vorstendom ende graefschap.
Ende alsoo Johan Wilbrenning als volmachtiger van de voornoemde erfgenaemen mij versochte dat ick van dit gepasseerde bescheiden nae de landtrechten van Nederbetouwe soude willen mededeelen, soo hebbe ick amptman ende richter dese verwinsbrief door de landtschrijver doen verveerdigen, ende belove haer van de vooraengetogene goederen in volcomen verwin overgegeven wegens de heer van ‘t landt een waer te zijn, ende haer daerin te waeren ende te houden als een amptman ende richter in Nederbetouwe met recht schuldig is te doen. Ende sette ick mits dese de voornoemde erfgenaemen in alle ende iedere der voorschreven goederen, verbiedende een iegelick dien sulcx aengaen mach ende die sich eenig recht tot de voorschreven goederen ende aenvang ende bruickweer derselve vermeten, bij verbeurtenis als daertoe staet ende recht is, of hij dede sulcx met beter recht ende won ende slete de voornoemde erfgenaemen daer eerst wederom uijt als recht is.
Hier waeren over ende aen als gerichtslieden N.N. ende N.N. die ieder haer segel nevens ‘t mijn aen desen brief hebben gehangen. Gegeven in ‘t jaer onses Heeren sestienhondert seven ende negentig den 8 dag van julius 1697. Actum voor gerichtzluijden Cornelis van Lith de Jeude ende Gerard de Roever. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen