Fragment
Al sluimerend, vroeg hij zich af hoe het zover had kunnen komen. Als een martelaar had hij aan zijn nekvel boven de jacuzzi gehangen, machteloos. Hij was voor even zichzelf kwijtgeraakt. Er was geen eind aan zijn orgasme gekomen. Verlossing. Hij wist dat hij niet bepaald normaal was, dat hij slechts ten koste van heel veel moeite relaties aan kon gaan, dat hij wilde dat de ander hem kwelde en vernederde, dat hij pas iets werkelijk voelde als hem zware fysieke pijn werd toegebracht. Om maar iets te voelen, zocht hij er hoe dan ook naar fysiek, maar ook mentaal beschadigd te worden. Hij was steeds op zoek geweest naar partners met ware doodsverachting, die vanuit een onversneden sadisme bereid waren hem te schofferen, zijn lichaam te schenden. Hij herinnerde zich als kind het verhaal van de kruisiging, hoe hij in totale verbijstering naar het enorme kruisbeeld had gestaard, de spijkers diep in het vlees geslagen. Later had hij als puber zichzelf herhaaldelijk gemutileerd. Zijn ouders hadden hem erom gehaat. Het was eén grote schreeuw om aandacht. Zijn vader was een grote klootzak, die zich slechts interesseerde voor de jacht. Zijn moeder was aan de drank, als hij ‘s ochtends op het punt stond naar school te gaan, dook zij op in haar negligé, fles in de hand. Ze moest en zou hem omhelzen, ze hing als een sloerie om zijn nek, verliefd op haar ‘enigst’ kind. Een ongelukje, noemde zij hem vaak, zijn vader haatte immers kinderen. Hij was een hoerenloper en zijn zoon ook. Bruno dacht aan de onafzienbare reeks sletten en hoeren die hij had afgewerkt, alsof hij een slager was die dagelijks het vlees moest keuren. Nooit was er sprake van echte bevrediging. Een echte grote liefde had zich in zijn treurige bestaan nimmer voorgedaan. Hij beschouwde het leven als nutteloos, hij zag zichzelf bij iedere neukpartij als een soort Sisyphus, het was allemaal tevergeefs. En hoe meer seksverslaafd hij geraakte, hoe extremer zijn voorkeuren werden. Hij had zijn onderdanigheid uitgebouwd tot de hoeksteen van zijn seksuele bevrediging. Ineens doemde het beeld van de Engel weer op, hoe zij hem had aangestaard met die onverbiddelijke heersersblik, terwijl de faun haar neukte en beukte met zijn sprongen. Werd dit zijn ultieme Meesteres? Vast!
×