Samenvatting
Barbara van Dam (1957) is bioloog en heeft ruim vijfentwintig jaar gewerkt als natuuronderzoeker. Zij is een fervent sportduiker en op een dag besluit zij om haar leven om te gooien. Ze laat alles achter zich en zij gaat op reis met het doel om te duiken op de mooiste plekken van de wereld.
Dit is haar autobiografische debuutroman.
Een vrouw wordt wakker vastgebonden aan een bed. Ze weet niet waar ze is. Ze is bang dat haar iets ernstigs is overkomen en ze voelt zich hulpeloos.
Een Spaanse dokter vertelt haar dat ze een duik-ongeval heeft gehad, maar zij weet zeker dat het niet waar is. Ze wil zo snel mogelijk het ziekenhuis verlaten, maar voordat ze kan vertrekken moet er eerst een hersenscan worden gemaakt die moet aantonen dat er geen schadelijke gevolgen zijn.
De scan wordt alsmaar niet gemaakt en het lange wachten begint.
Zonder afleiding komen de herinnering aan haar leven ongevraagd naar boven en zij wordt gedwongen na te denken over haar leven en haar vergankelijkheid. Zal zij erin slagen om haar vrijheid te hervinden en weer te vertrouwen op haar lijf?