€ 24,50

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Vrede sluiten met je afkomst

Mijn werkelijke waarde als vrouw

Jane Mahalini Haridat • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Boekpakket bestaande uit boek, digitaal werkboek en Aloha-meditatie

    ''Let your worst things become your greatest gifts.''
    Tony Robbins

    Van zelfhaat, zelfmoordneigingen en misbruik naar een bezield en gelukkig leven. Jane Mahalini Haridat sluit vrede met haar menselijke afkomst en maakt van haar hel een heil.

    " Ik heb voor het lezen van dit boek nooit nagedacht over het sluiten van vrede met mijn afkomst. Ik voel me herboren! Dit boek herinnert mij aan wie ik werkelijk ben. Ik raad iedereen het boek aan ook als je denkt geen problemen te hebben door je afkomst. Dit is een thema waar veel mensen mee zitten. Het allerbelangrijkste voor mij is de weg die Jane biedt om meer inzicht te krijgen in jouw verhaal, en in jouw reis, om je weer te herinneren wie je werkelijk bent.
    Dank je wel Jane dat je de adviezen van je Spirits hebt gevolgd en een stukje heling hebt gekregen die je nu deelt met anderen.''

    Dr. Roy Martina, Holistisch arts en auteur van werelds bestseller 'Emotioneel evenwicht.'


    ''Een klein meisje geboren en getogen op Blauwgrond wordt een vrouw van het universum. Een vrouw die zich vereenzelvigt met de kosmische oerkracht en komt tot innerlijke harmonie en harmonie met haar externe omgeving.

    Doordat Jane niet in hokjes denkt, maar zich openstelt, ervaart zij het universum: de ultieme beschaving.
    Ik heb het boek “Dharm-Karm – Inleidende Ethische Beschouwingen” van Jnan Adhin gelezen en zie in Jane’s verhaal de daarin beschreven weg naar spirituele bevrijding in de praktijk.

    Het ontroerende daarbij vind ik het speciale eerbetoon aan haar nanie (oma van moederszijde) waardoor ook zij deelachtig wordt in het proces van bevrijding en postuum vrede kan sluiten met gebeurtenissen uit haar verleden.''

    Kanta Adhin
    Voorzitter Jnan Adhin Instituut
    Columnist voor de website Hindorama

    Werkboek en Aloha-meditatie zijn via info@janeharidat.com te downloaden
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 148mm x 210mm
    Aantal pagina's : 208
    Uitgeverij : Mahalini's productions
    ISBN : 9789083208008
    Datum publicatie : 11-2021
  • Inhoudsopgave
    Inhoudsopgave
    Voorwoord

    Deel 1. De vertwijfeling
    - De geur van Palmolive-zeep
    - Nanie
    - Zijn alle grote mannen hetzelfde?
    - Mijn familie
    - Kiezen tussen dood en leven

    Deel 2. De wending blz 63
    - Voor het eerst wortelen in Suriname
    - Confrontaties met onrecht en afkomst

    Deel 3. De transformatie blz 83
    - De gevolgen van jeugdtrauma’s ontdekken en verwerken
    - De ontwikkeling van mijn seksualiteit en eigenwaarde
    - Hawaii schiet mij te hulp
    - Hawaii houdt mij vast
    - Mijn waarheid leren spreken

    Deel 4. De thuiskomst blz 141
    - Horen pom en roti op hetzelfde bord thuis?
    - Hoe word ik weer Hindoestaan?
    - Een bevrijdende thuiskomst

    Deel 5. Erkenning en missie blz 155

    Deel 6. Krachtverhalen blz 165
    - De magie van adoptie
    - Bevrijding door vergeving
    - Van ontheemding naar thuiskomst
    - Ik leer de vrouw kennen en kom thuis bij mezelf als man
    - Ode aan mijn familie

    Deel 7. Zelf aan de slag blz 189
    - Oefeningen voor de eerste week
    - Vervolgoefening na je eerste week
    - Helen met de Aloha-meditatie

    Belangrijke weetjes blz.193

    Recensies blz. 195
    - Een feest van herkenning, Roy Martina
    - Het meisje van Blauwgrond wordt een vrouw van het universum, Kanta Adhin

    Verklarende woordenlijst blz. 203
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 24,50

niet beschikbaar

niet beschikbaar



Voor 16.00 uur besteld, overmorgen in huis!
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Nanie
Net voor de badkamer is het huis van nanie. Nanie is het Hindoestaanse woord
voor oma van moeders kant. Ze woont bij ons op het erf en heeft haar eigen
huis. Dat is van hout. In het huis zelf hangt naast het bed ook een hangmat.
Het bed is ook van hout met het formaat van een twijfelaar.

Om de harde kussens zitten veelkleurige kussenslopen. Er ligt een quilt die
mijn moeder gemaakt heeft van stukjes overgebleven stof van kledingstukken
die ze voor ons maakt. Deze quilt heeft ontelbare kleuren en soms wat ruwe
naden waar ik graag aan pulk. Naast het bed is een achterdeur die naar nanie’s
eigen, houten badkamer leidt. In deze badkamer is ook een plank met een
metalen bak die gevuld is met water. Ook in deze bak drijft een kom van
plastiek. Deze badkamer hoort bij nanie. In deze badkamer kom ik graag.

Er zitten spijkers in de muren om kleding op te hangen. De houten planken
waar de muren van zijn gemaakt, hebben dikke randen waar ik mijn kleine
voetjes op kan zetten om naar boven te klimmen. Ik vind het klimmen heel
spannend. Het voelt alsof ik een berg beklim en daarmee een nieuwe wereld in
ga. Ik voel het avontuur in mij leven, totdat ik op een dag uitglijd en een spijker
mijn linkerwang, haast pijnloos, openrijt. Het overgebleven litteken is een
levenslange herinnering aan een wilde klimtocht in nanie’s huis.

Nanie heeft haar eigen unieke littekens. Zij kreeg op haar achttiende namelijk
lepra, een besmettelijke infectieziekte die wordt veroorzaakt door een
bacterie. Lepra kan leiden tot ernstige vervormingen van onder andere
handen, voeten en het gezicht.
“Toen ik de vloeren in mijn huis aan het schrobben was, zijn er splinters in mijn
handen gekomen. Er is toen een lelijke wond ontstaan die niet wilde genezen.
Zo ben ik melaats geworden”, vertelt ze als ik haar vraag hoe het komt dat ze
geen vingers meer heeft. En waarom haar voeten zo raar zijn, ze mist enkele
tenen aan elke voet.

“Ze hebben me vervloekt, ze hebben mij met hun duivelse offers al mijn
levensgeluk ontnomen. Ik moet er nu voor boeten,” is een versie die ze mij in
haar weemoedige buien vaak vertelt terwijl ze zichzelf heftig op haar borst
slaat. De hoorbare klappen op haar borst vertellen hoe groot haar lijden is.
Haar blik is wazig door de tranen.

Wie zijn ‘ze’? Gaat het om haar ouders, broers, zusters? Het is allemaal
geheimzinnig. Als ik mijn zusters en moeder vraag wie nanie vervloekt hebben,
doen ook zij heel geheimzinnig. Ik snap er niets van. Het is vast en zeker weer
een groot geheim, waarover anderen niets mogen weten. Ik leef in een wereld
met grote geheimen. Ik voel mij nieuwsgierig en verward. Ik lig op nanie’s
kleurrijke bed en luister naar haar verhaal.
“Vroeger diende ik de goden uit
India, nu ben ik van de paters. Ik moet binnenkort weer een puja doen, een
offer brengen, om mijn Hindoegoden te blijven aanbidden. Ik vind het erg dat
ik dat niet zelfstandig kan doen. Ik kan niet meer lopen. Mijn lichaam wordt
opgevreten door deze vreselijke ziekte,” zegt Nanie.
Ik kijk geboeid naar de heftige bewegingen van haar mond wanneer ze praat.
Nanie’s mond is groot, haar lippen ongelijk. Het is alsof ze een hazenlip heeft
die steeds groter wordt. Haar gebit ligt nog in het glas met water naast haar
bed. Haar ogen zijn heel apart. Als ze slaapt sluiten haar oogleden niet goed. Ze
zegt dat ze steeds slechter gaat zien. Haar ogen zijn dof. Maar haar stem is
altijd vol leven. Gevuld met passie, liefde, zachtheid en een enorme felheid
waarmee ze iedereen, als ze daar zin in heeft, de huid vol scheldt.

Dan beweegt haar orni, een kanten witte hoofddoek, heftig mee met al haar
bewegingen en verschuift deze vaak van haar verhit gezicht. Met haar
vingerloze handen schuift ze haar hoofddoek dan weer resoluut in de juiste
stand en gooit ze de randen ervan over haar schouders.
“Nanie help, ze willen mij slaan”, roep ik als een van mijn familieleden mij een
tik wil verkopen. “Ach, laat haar toch met rust, waarom moet je haar slaan?”,
roept nanie terwijl ze zittend op de vloer gauw de deur voor mij openhoudt. Ik
spring over haar heen als ik het huis in ren. Nanie vergeet vaak dat ze mij de
toegang belemmert door in de deuropening te blijven zitten als ze de deur
opendoet om mij te redden.

Nanie is mijn veilige baken. We hebben een heel speciale band. Bij haar vind ik
rust. Ik wil daarom alleen zijn met haar. Ik wil op haar grote bed liggen. Naast
haar in de hangmat liggen. Maar die hangmat is te klein voor ons beiden. Ik lig
graag in haar hangmat. Ik voel mij daarin beschermd en geborgen.
Nanie ligt nu in haar hangmat. Haar ogen zijn gesloten en ze vertelt. Ik luister
afwachtend op het bed naar haar verhalen. Ze praat vaak over haar man aan
wie ze heel vroeg is uitgehuwelijkt. “Betie (kind), je opa was een danser. Hij
had een sterk lichaam. Hij moest vaak de vrouwen van zich afslaan. Hij danste
graag op feesten voor anderen. Het was zijn beroep. Hij was een goede man. Ik
vind het erg dat ik door mijn ziekte geen goede vrouw ben geweest voor hem.
Ik heb hem met drie kleine kinderen achtergelaten. Je tante Djienka was pas
een paar maanden oud. De pater is gekomen en heeft mij naar Majella
gestuurd. Hij zei dat ik mij moest laten dopen. Dat heb ik gedaan omdat ik
geholpen moest worden’’. Nanie snikt en de tranen lopen over haar wangen.
Majella is een gesloten plek voor melaatsen. Mijn moeder en haar zusjes zijn
na een tijdje ook gedoopt en naar Rajpur, een rooms-katholiek internaat
gebracht. Nanie slaakt een diepe zucht terwijl ze haar ogen droogt en uit de
hangmat glijdt om te plassen. Zodra ze dat doet, klim ik gauw in de hangmat. Ik
geniet van de warmte die nanie achterlaat en wacht op haar reactie als ze
terugkomt.

“Deugniet, lag je daarop te wachten?” Nanie lacht en klimt naast mij in de
hangmat die nu door ons gewicht helemaal naar de vloer zakt. We kunnen
nauwelijks bewegen. Ze geeft zich deze keer niet gewonnen en blijft in de
hangmat zitten. Ik ga uiteindelijk weer op het bed liggen.
Mijn moeder en zuster koken en ik wacht totdat ik geroepen word om het eten
voor nanie op te halen. Etenstijd brengt nieuwe avonturen met zich mee.
Nanie klaagt over het eten dat ze van ons krijgt. Het smaakt volgens haar
nergens naar. Gerechten uit India smaken haar beter.

“Jeane, kom het eten halen voor nanie”, roept mijn moeder. Ik breng het eten
voor haar in een grote kom. Ze pakt het met tegenzin aan. “Nanie, ga je het
eten?”, vraag ik haar. “Nou ja betie, ik eet het toch altijd op?”, antwoordt ze
alsof ik haar met mijn vraag onrecht aan doe. Betie is een troetelnaam voor
dochter of kind. Ik loop weg als ik haar het eten heb gegeven. Als nanie het
idee heeft dat niemand in de buurt is, roept ze onze hond Moppie. “Moppie,
aw heliseh, kom snel hierheen.” Kwispelend loopt Moppie naar nanie toe. De
twee andere honden lopen gewillig mee. Ze kennen het spel.
Intussen staan mijn zusters en ik heel stil naast het huis en kijken toe naar wat
komen gaat. We weten het eigenlijk al, maar we willen nanie een poets
bakken. “Het eten hier is niet te vreten, eet maar op”, zegt nanie verongelijkt
en schuift haar kom met een felle beweging naar de honden toe.
Ze kijkt toe
hoe de honden gulzig de kom leegeten. Uitgebreid vertelt ze hun hoe slecht ze
het bij ons heeft. En hoe vreselijk haar lot is en dat haar hart te sterk is om op
te houden met kloppen. De honden laten hun oren hangen terwijl nanie door
raast. Ze verstijft als ze plotseling de stem van mijn zusters hoort. “Geen
wonder nanie dat je bord altijd leeg is. Is dit wat je met ons eten doet? Is ons
eten alleen maar goed voor de honden?”

Nanie schiet onmiddellijk in de rol van het slachtoffer dat plotsklaps is
overvallen en niet weet wat te doen. Ze beweegt nu heftig haar vingerloze
handen met overgebleven knokkels om de honden weg te jagen. “Heli se dja,
mers, mers, maak dat je wegkomt, ga weg, ondeugende beesten, kijk wat jullie
met mijn eten doen. Betie, kijk nou toch. Het is toch erg! Ik wist het niet. Kijk
wat ze gedaan hebben. Ze hebben uit mijn bord gegeten. Dit kan ik toch niet
meer eten! Neem het bord maar mee.”

Haar witte orni verschuift weer van haar hoofd door haar heftige bewegingen.
Na deze stevige verklaring brengt ze weer resoluut haar hoofddoek in orde en
slaat ze met kracht en felheid de randen om haar hals. Een bedekt hoofd is
heilig voor haar. De honden zijn niet onder de indruk van nanie’s geraas en
lopen rustig weg. Ze weten dat ze binnenkort weer worden uitgenodigd. Zo
spelen nanie en de honden hun geheime spel. De een geeft, de ander ontvangt
het gulzig. Het geklaag houdt nooit op. De honden sluiten met een verzadigd
gevoel hun ogen. Het is tijd voor een dutje. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen