€ 19,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

De Magische Wereld van Margje en haar kinderen.

Deel 5; De kijker van Athalan

Attie Dotinga • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Margjes kinderen zijn inmiddels al lang tieners. En daarom is het ook niet verwonderlijk dat ze in de problemen komen als ze zich bemoeien met magische zaken, die hen eigenlijk niet aangaan. Maar ja, zijn ze dan al zover dat ze de consequenties kunnnen zien die er verbonden zitten aan hun acties? Raaf neemt hen gewoon de magie af voor een tijdje. Maar misschien is het toch handig dat ze deze goed leren gebruiken. In iedere geval zitten de Zaeafranen achter de kijker van Athlan aan die hen natuurlijk meer zwarte magie moet geven en ontstaan er problemen die dankzij de kinderen toch kunnen worden opgelost.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 148mm x 210mm
    Aantal pagina's : 177
    Uitgeverij : Falinn
    ISBN : 9789464430592
    Datum publicatie : 09-2021
  • Inhoudsopgave
    niet beschikbaar
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 19,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment


‘Doe je de groeten van mij aan oma,’ zei Margje tegen Forrest
Hij knikte. ‘Dat is goed ma, dat doe ik.’
‘Reis via de poorten,’ zei ze, ‘dat is het veiligst, niet ernaast maar erdoor. Pas op jezelf en op Bran.’
Hij knikte nog eens.
Margje keek naar haar jongste zoon, met zijn vijftien jaren was hij al bijna net zo groot als zijn vader van twee meter. Zeker een stuk groter dan zij was.
Nu en dan reageerde hij als een volwassene, zoals hij door zijn lengte ook vaak werd gezien, maar soms was daar ook weer het niet nadenken van de puber. Hij hield van het avontuur, niets was hem te gek.
Behalve leren.
Toch was hij heel slim, pikte informatie snel op als het hem interesseerde.
Zo speelde hij ook allerlei muziekinstrumenten en had hij niet onaangename zangstem.
Maar alles ging bij hem in fases, zo was de muziek weer even op de achtergrond beland.
Vroeger waren hij en zijn tweelingzus, vierhanden op één buik, maar naarmate ze ouder waren geworden, deden ze de meeste dingen apart.
Hoewel de band die ze hadden net zo hecht bleef, ze gingen voor elkaar door het vuur.
Forrest liet zich door zijn moeder op zijn wang zoenen ging toen met Bran naar de kelder.

Daar zwaaide de stellingkast opzij. Er werd een in steen uitgehouwen trap zichtbaar. Forrest en Bran liepen naar beneden, kwamen in een ruimte met aan het einde daarvan twee deuren zonder deurkruk, maar met tekens erop.
In de uitgehouwen nissen stonden lantaarns met kaarsen erin. Bran stak zijn hand op.
‘Aan,’ zei hij, de kaarsen ontvlamden.
Forrest knikte tevreden, goed dat ze vaak oefenden op spreuken, zodat ze hun magie ontwikkelden. Heel slim hadden ze dat in de ruimtes op het magieplein gedaan, zodat het niet was opgevallen dat ze magie gebruikten. Zeker niet door hun vaders.
Dat het hun eigen spreuken waren en niet die van huiswerk, wist niemand.
Forrest legde zijn hand op de blauwe deur met het reisteken symbool van alle windstreken. Hij checkte dat Bran ook de amulet met de beschermingsspreuk droeg van de eik, namelijk de Elhaz.
‘Breng ons vlug, van hier naar de poort in de kerk terug,’ zei Forrest en in een flits stonden ze in de gang onder het monument van de Martini kerk, in het centrum van de stad.
Daar was een deur met het symbool van een hinde erop.
‘Via de magie lijnen, laat ons in Hintlop verschijnen,’ zei Bran.
Na opnieuw een lichtflits stonden ze achter een houten deur, die toegang gaf tot een kamer die midden in een voormalige kerk was gebouwd. Het gebouw deed dienst als een vergaderhuis.
‘Gaan we naar oma of reizen we meteen door?’ vroeg Bran enthousiast.
‘Oma,’ zei Forrest, ‘anders slaat ze alarm, want ik durf te wedden dat ze haar gewaarschuwd hebben dat we kwamen.’
Bran knikte licht teleurgesteld. Ze liepen naar buiten.
Het kleine vissersdorp lag aan een groot meer en had vele kleine steegjes en paadjes. De jongens liepen stevig door naar de haven, waar het grote schip ‘the Seahorse’ lag.
Toen Bran en Forrest de loopplank opliepen, kwam oma al aangesneld. Ze wist dus duidelijk dat ze kwamen en had waarschijnlijk al naar hen uitgekeken.
‘Oh jongens,’ zei ze blij, ‘ik had jullie bijna niet herkend, zo groot zijn jullie geworden. Al echte jongemannen!’
Ze omhelsde haar kleinzoons, die niet zo vaak kwamen en ging hen voor de kajuit in en de trap af.
Daar in de grote gezellige woonkamer, zat opa Hessel al aan de koffie.
Hij gaf beide jongens een stevige hand en wilde weten hoe het met hen ging.
Opa en oma hadden niets met magie, oma was er zelfs een beetje bang voor. En daarom werd er nooit over gesproken of magie gebruikt in hun bijzijn.
Oma had koekjes gebakken. Ze wilde natuurlijk ook van alles weten over haar andere kleinkinderen.
De beide jongens vonden het zo gezellig dat ze de tijd een beetje vergaten. Opa had veel humor. Hij stoeide graag met woorden en uitspraken en dat was iets dat ze erg konden waarderen.
Maar toen stootte Bran, Forrest aan met een blik op de klok.
‘We moeten weer gaan,’ zei Bran.
‘Nu al?’ vroeg oma die had verwacht dat ze bleven lunchen.
‘Nog even langs een klasgenootje, oma,’ zei hij met een knipoog.
‘Een meisje?’ vroeg opa.
Forrest glimlachte en opa knikte begrijpend.
‘Ja daar kunnen oma en ik niet tegenop,’ grijnsde Hessel die het heus nog wel wist, hoe het was om jong te zijn.
Oma knikte ook begripvol. Ze gaf haar kleinzoons een dikke knuffel en een zak met koekjes mee.
‘Gaan we weer via het kerkhuis?’ vroeg Bran. Forrest knikte.
Ze liepen snel door en kwamen weer aan in de huiskamer waar ze tevoorschijn waren gekomen.
Bran haalde de rune Laguz tevoorschijn, die hen moest helpen het water over te steken naar Engeland. In Stonehenge was er weer een portal die een verbinding had met Egypte,
Forrest hield de Raido, van reizen en de Eihwaz, van reizen tussen werelden, vast.
Forrest en Bran gaven elkaar een hand om de magie te bundelen.

‘An Geata seo gu Stonehenge,
(Deze Poort naar Stonehenge voort.)

Bran keek verbaasd, omdat Forrest het Schotse Caelic zo vlekkeloos sprak.
Er was een flits en ze stonden tussen de grote stenen van de Stonehenge.

‘Le bhith a 'd d gu Gizeh guw luath, lorg sinne eon sin.
(Door naar Gizeh snel, dan vinden we het wel.)

De beide jongens verschenen naast de piramide Cheops, de meest rechtse van de drie, die naast Mykerinos en Chefren.
Forrest wist dat de Zaeafranen hun residentie hadden, onder de Sfinx van Gizeh
‘Wauw.’ Bran voelde zich opeens heel klein bij het zien van de twintig meter hoge sfinx.
Ook Forrest was diep onder de indruk. De cultuurschok was wel erg groot.
×
SERVICE
Contact
 
Vragen