Fragment
Het tweede adres dat ze bezocht, was een flat met flink wat achterstallig onderhoud en uitzicht op een troosteloos parkje. Het enige voordeel van deze flat leek de betaalbaarheid. Ze luisterde desondanks braaf naar het verkooppraatje van de meneer van de woningbouwvereniging die deze voormalige huurflat in de verkoop had. Hij wees haar op het ruime balkon en de vrij nieuwe cv ketel. Dat waren inderdaad pluspunten. Dat moest ze toegeven.
Na afloop van de rondleiding bedankte ze de man hartelijk. Ze beloofde om volgende week contact met hem op te nemen, ondanks het feit dat ze nu al heel zeker wist dat ze hier helemaal niet wilde gaan wonen. Ze wist echter ook dat ze niet zoveel te willen had. Deze flat lag binnen haar budget, zodra ze haar huis verkocht had. Dat was een zeer zwaarwegend argument om de flat wel te kopen.
Buiten gekomen bedacht ze dat het geen kwaad kon om even in de buurt rond te kijken. Misschien vrolijkte dat haar wat op.
Als eerste liep ze het park in. Daar was zo te zien al heel lang niemand van de gemeente langs geweest voor enig onderhoud. Onkruid had overal vrij spel gekregen. Het wandelpad dat door het park naar de andere kant van de straat liep, was modderig. Twee van de drie banken die in het park stonden, waren kapot. Op de derde bank hingen een paar jongens van onduidelijke leeftijd. Ze keken haar indringend aan. Blijkbaar betrad ze hun territorium. Hoewel ze niets deden, voelde Celeste zich toch ongemakkelijk op het moment dat ze de jongens voorbij liep. Toen ze bijna bij het eind van het wandelpad was, werd er achter haar rug hard gelachen. Iets was blijkbaar grappig.
Twee straten verderop vond ze een klein winkelcentrum. Er was een supermarkt annex postagentschap, een islamitische slager, een warme bakker, een snackbar en een winkeltje waar je knutselbenodigdheden kon kopen.
Het was inmiddels begonnen met regenen. Celeste liep snel de snackbar binnen, bestelde een kop koffie en ging bij een tafeltje aan het raam zitten. De koffie smaakte alsof hij al enige tijd op het warmhoudplaatje had gestaan.
Was dit haar toekomst? Een oude flat. Een verwaarloosd park. Bittere koffie. Lamlendig keek ze uit het raam.
Buiten haastten de mensen zich door de regen, hun karretjes vol boodschappen voor zich uit duwend, op weg naar de achterbak van hun auto. Een man op de fiets kwam voorbij, zijn paraplu schuin voor zich, zodat hij de weg niet goed kon zien en hij bijna een overstekende voetganger aanreed.
De regen liep in stralen langs de ramen van de snackbar. Celeste besloot om nog maar even te blijven zitten. Tegen beter weten in bestelde ze nog een kop koffie.
Toen het weer droog was, stond ze op en verliet ze de snackbar. Daarna liep ze in de richting van het station. Als ze een beetje doorliep, zou ze de trein kunnen halen waarmee ze ruim op tijd zou zijn voor de veerboot. Met een beetje geluk zat ze aan het begin van de avond weer lekker op haar eigen terras met zicht op zee.
×