Samenvatting
De moderne natuurwetenschap lijkt in een groot aantal vakjes en specialismen te zijn opgedeeld. 'Wat is hierin schijn en wat is werkelijkheid? Hoe scherp zijn de grenzen tussen biologie, scheikunde en natuurkunde en waar liggen ze?
In dit boek onderwerpt Magnus Pyke de grenzen die tussen de natuurwetenschappen getrokken worden, aan een kritisch onderzoek. Hij laat zien hoe groot de onderlinge afhankelijkheid is en hoe een ontdekking op het ene terrein het andere beïnvloedt en vooruit brengt. Hij laat zien dat iedere onderzoeker steunt op het werk van anderen en dat iedere grote ontdekker als het ware op de schouders van zijn voorgangers staat en daardoor verder kan reiken. Deze gedachte brengt hem ertoe een blik in de toekomst te werpen. Hoever kunnen wij reiken? Hoever gaan onze mogelijkheden bij het ontrafelen van de geheimen die het atoom in zich bergt? Zullen we ooit in staat zijn levende stof te maken in het laboratorium? Bij het zoeken naar een antwoord op vragen van deze aard schetst de auteur wat hij beschouwt als de grenzen, de uiterste mogelijkheden van de wetenschap. Zijn conclusies ronden een boek af dat juist door zijn persoonlijke benadering ieder die belang stelt in, of geconfronteerd wordt met de moderne natuurwetenschap, zal boeien.