Fragment
Later die dag ging Marco met een goed gevoel terug. Hij had behoefte aan een lange wandeling en besloot om via Floradorp en het Vliegenbos naar het oude rustieke haventje van Nieuwendam te lopen om vandaar nog een tochtje met het zogenaamde Nieuwendammerbootje over het IJ te maken. Dat was een bootverbinding tussen Nieuwendam en het Amsterdam Centraal Station van het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf, de GVB. Die tocht over het IJ had hij in zijn jeugd talloze keren gemaakt en vanaf dat bootje had je een schitterend uitzicht over het beroemde IJ van Amsterdam. Na veertig minuten lopen kwam hij in het haventje van Nieuwendam aan. Er kwam net een bootje aan dus hij kon al snel aan boord, samen met wat andere wachtenden. Na enige tijd voer de boot het oude haventje uit en liet het Nieuwendam achter zich, een plaatsje met oud Hollandse huisjes en de beroemde bakker Kroes die het Katenbrood maakte voor de echte liefhebber.
De meeste passagiers gingen benedendeks zitten waar het behaaglijk warm was en waar men beschut was tegen de avondlucht die snel afkoelde. De dieselmotor maakte zijn bekende stampende geluid en gestaag voer de boot over het IJ. Onderweg werden wat haltes aangedaan. Als eerste bij de chemische fabriek Ketjen, waar de afgeloste werkploeg aan boord kwam, terwijl het ruwe moppen tapte. Even later werd er aangelegd bij de scheepswerf van de NDSM, waar hetzelfde gebeurde.
Marco hield ervan om op het dek te zitten en van alles om hem heen te genieten, zo ook deze keer. Hij was in zichzelf gekeerd en merkte niet op wat er om hem heen gebeurde. Zelfs toen de slagschaduw van het grootste dok van de NDSM over hem heen viel keek hij niet op. De wind streek door zijn haren en beroerde zijn baard. De stralen van de avondzon kleurden de lucht in het Westen bloedrood en verlichte de grote vrachtschepen die vanuit de tropen waren binnen gelopen en aan de kades aan de overkant lagen. Marco zag het wel, maar het kwam niet echt bij hem binnen want terwijl hij daar zat liet hij zijn gedachten gaan over zijn “ouders”, zijn echte ouders, over, ja over alles.
Ongemerkt waren er tranen opgeweld en toen hij uiteindelijk bij het Centraal Station aankwam, was het een andere man die van boord stapte. Hij kon verder: ZIE NIET OM, was vanaf nu zijn devies.
×